HET GELUK VAN HET JAGEN Met z'n drieën naar dezuid "De jacht behoort tot het zuiverste 'repertoire van het menselijk geluk" JOSé ORTEGA Y GASSET Krakend en piepend zwoegde de ouwe Ford voort, met zijn last van drie opgeruimde jagers, te weten, Johan, in de wandeling "de Landheer", als zijnde de bezitter van een groot erfgoed, Boy, alias "Flash Gordon" en de lange "Taaie", die zich achter het stuur voelde als een aspirant-coureur en de Ford met Carrachiola neigingen, zonder veel snelheid te verliezen door de bochten probeerde te wringen, onder protesterend gepiep van het chassis en de banden. Met onvermoeide ijver poeterde het versleten machientje de kilometers weg, die de jagers van het jachtveld scheidden, en al voelde de Taaie zich soms wel wat ongerust, als de metalen en zuigers te energiek begonnen te roffelen en de spatborden te doordrin gend hun misnoegen te kennen gaven over de hobbelige weg; er kwam schot in, en na de laatste afslag werd het gaspedaal nog maar eens dieper weg gedrukt in het hart van de motor en onder vrolijk gerammel, zodat er zelfs bij de bochten geen claxon nodig was, ging het op de onderneming af, ergens in 'n vergeten hoekje aan Java's zuid kust, waarvan wilde verhalen de ronde deden: varkens zo talrijk als muskieten in de Westmoesson en bantengs als karbouwen in Midden-Java. De laatste hellingen werden met een dot gas, op de prise directe, genomen en met een onheilspellende vaart ging het met open knalpot, via een avus-grasbaan, recht op het huis van de baas aan, waar het edele driemanschap zich na tuurlijk eerst moest presenteren. Allerhartelijkst werd 't hier ontvan gen en na een uurtje gezellige kout en sterke staaltjes, werd er doorgereden naar 'n leegstaand huis op 'n buiten afdeling, dat voor de komende dagen tot "home sweet home" zou worden gepromoveerd .De nacht was intussen reeds gevallen en na alles uitgeladen te hebben zocht ieder een paar extra zachte planken uit, om de moede leden te strekken. De landheer betastte voor zichtig zijn rug en dacht toch wel even weemoedig aan zijn donzige peluw thuis en zijn lieftallige gade. Maar al spoedig ontfermde Morpheus zich ook over hem en dra droomden ze alle drie van grote evers met blikkerende hou wers en schoten ze a la Winnetou. 5 u 's ochtends. De Landheer is al wakker en mengt onnavolgbaar de juiste hoeveelheid koffie met warme melk, 't geen dan ook door Flash en de Taaie zeer op prijs wordt gesteld. 5'/2 u. Abfahrt in twee partijen, de Landheer gaat alleen, als zijnde een ouwe rot in het vak en Flash en de Taaie zullen het samen proberen. Het begint licht te worden; in donkere par tijen staan de bomen nog te dromen, maar een zwak zeebriesje doet ze fluisterend ontwaken. De jachtsfeer is er weer, vergeten zijn de beslommeringen van de heden daagse maatschappij, een paar dagen geen pikerans over onbetaalde reke ningen, schoonzusters en onhandel bare leerlingen! De Taaie loopt voor op, hij kent de weg en probeert van achter zijn brilleglazen in de nog vorm loze massa's een eventuele zwartkiel te onderkennen, 't Is echter nog niet licht genoeg, hoewel de zonsopgang in het Oosten al reminiscenties wekt van schilderijen aan de deur. Langs de bosgrens gaat het en het zicht begint te beteren. Een grote gedaante maakt zich los van een tjentehstruik en stevent lang zaam op het bos af. Op ongeveer twin tig meter zien Flash en de Taaie een trotse, koninklijke bantengstier voor bijwisselen. Tabuü Primo geen jacht akte, secundo gesloten jachttijd!! Ver der gaat het, voorzichtig tegen de wind in, nauwlettend speurend naar links en rechts. Dan wordt het eerste zwijn ontdekt, ver voor, vlak aan de bosrand, te ver om safe 'n schot op af te geven en ongehinderd verdwijnt ie. Een kwartiertje later vinden we de twee jagers terug, achter een heuveltje langs een druk begane wissel, luiste rend naar geluiden die komende var kens aankondigen. Daar hoort Flash wat, brekende twijgjes, recht voor hen uit, als ze nu maar stil zijn, passeert ie vlak bij. Al les gespannen spitsen ze de oren. Dan richt de Taaie zich voorzichtig half op en op nog geen vijftien pas ziet hij de kop van een flinke babi. Nog even wachten tot er meer te zien is, dan gaat de 8 mm in de aanslag, een knal, Flash schrikt, de H-mantel doet zijn plicht en de eerste zwartjas is gezakt. Even kijken, mooi, geen vangschot no dig en rustig wordt weer afgewacht. Er passeren heel wat biggen, die na tuurlijk ongemoeid worden gelaten. Leuk grut is dat, met trompjes als van gummi, snuffelen ze heen en weer, doen alsof de hele wereld van hen is en er geen Europese conflicten be staan. Flash en de Taaie genieten van het uitzicht. De Indische oceaan ligt voor hen, verstild in blauwe oneindigheid. Uitgestrekte eurihvelden, met hier en daar een zware boom, als een wachter op zijn post, golven mee met de zach te, koele zeebries. De maag doet zich gelden en er wordt aftrap geblazen. Als ze thuiskomen wacht de Landheer ze al op. Hij heeft bereids voor het ontbijt gezorgd, de goeierd en vertelt trots, dat hij er ook een heeft! Alleen Flash heeft dus nog een leeg geweer. Als de buit thuis komt, worden de hazen er uit gepeld en de rest gaat naar de toekang deng-deng, die met scherp gewette messen al wacht om zijn dagloon te verdienen. De Landheer heeft het oppertoezicht over de deng- deng fabriek met speciale instructies van zijn 99%. Vroeger zorgde de Taaie daar ook wel eens voor, maar als ze dan thuiskwamen, liep het gedroogde vlees vanzelf weg, tot grote woede van zijn schoonmoeder. Zo gaat het de volgende dagen door, langzaam, maar zeker druppelen de varkens bin nen. Alleen Flash houdt maar steeds zijn leeg geweer, tot ook eindelijk zijn kans komt!... 5 u 's middags. Hij zit op een wissel en wacht tot Hubertus ook hem eens gunstig ge zind zal zijn. Onderwijl denkt hij aan de jager, die hij zal maken, van de zoon, die hij nog krijgen moet (en nu heeft). Dan beweegt de eurih aan de overkant van het valleitje en een zwijn laat zich zien. De cal. 12 vliegt in de aanslag, de Ideal kogel verzaakt niet en vol trots klopt Flash zich op de schouder, zie zo, da's No. 1. Hij blijft rustig zitten, herlaadt en hoopt... Na tien minuten beweegt de eurih weer en een zware ever maakt aan stalten om "uit te komen". Mannen zijn echter veel meer op hun qui vive, dan dame's en hij krijgt onze jager tot diens grote woede in het vizier, draait zich om als het schot knalt! Met een geweldige vaart gaat Jan Babi er van door. Flash meende hem te heb ben zien tekenen en onderzoekt de plaats, waar het beest verdwenen is. Zweet, ziek geschoten blijkbaar een Idealkogel is een moeilijk te verwerken pil! Vlug terug naar huis en een paar honden opgehaald, aan de lijn en op het zweet gebracht. Ze hoeven niet ver te gaan. Een twintig meter verder ligt hij onder een tjenteh-struik, maar is nog weerbaar. Een hond rukt zich 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 15