ATTENTIE!
ANAK KOMPENIE
ons nog voldoende vrije tijd over en
dan waren wij op het voetbalveld te
vinden. Ajax heeft heel wat goede spe
lers afgeleverd, denk maar eens aan
Albert Valk, de latere bondsspeler van
Midden-Java, die met Otto van Lingen
op de backplaats stond met mijzelf in
het doel.
Zo brak dan de tijd aan voor het voor
bereidend examen. Zij die slaagden,
mochten op gouvernementkosten naar
Meester Cornelis om daar examen te
doen voor de Militaire School. Zij die
zakten, mochten wel het toelatingsexa
men doen, maar moesten de reis zelf
betalen.
Gelukkig slaagde ik voor het eerste
examen en na nog een periode van
hard aanpakken, trokken wij allen naar
Meester voor het feitelijke examen. Ik
logeerde die tijd in Salemba bij de
ouders van een jeugdvriend van de
lagere school te Salatiga, met wie ik
vaak met kleine lilins in onze hand
achter de taptoe van de cavalerie had
gelopen.
Wij slaagden allebei en werden na een
korte verloftijd op de Militaire School
geplaatst, waarbij wij tevens definitief
tot sergeant werden bevorderd.
De Militaire School is in vroeger jaren
vast een groot landhuis geweest. Men
vond er in het hoofdgebouw een ruime
voorgalerij met wipstoelen, een bin-
nengalerij met de uitgebreide biblio
theek, een heel grote achtergalerij met
piano en biljart en met een cantine-
hoekje. Dat was onze recreatiezaal,
waar we elkaar dansles gaven en rol
schaats reden. Men trof in het gebouw
verder nog het bureau aan van de ka
pitein-directeur van de M.S. en dat
van de leider van de Cursus voor op
leiding tot Inlands Officier, voorts de
diverse leslokalen. Aan weerszijden
van het hoofdgebouw bevond zich een
paviljoen, in één waarvan de adjudant
onderofficier woonde.
Achter het hoofdgebouw was een
enorme binnenplaats met tal van grote
manggabomen, hetgeen ons natuurlijk
niet onwelkom was. Op die binnen
plaats stond onze gymnastiekloods
met alle mogelijke werktuigen, terwijl
daarbuiten nog een hoge rekstok en
ringen aanwezig waren. Er stond nog
een tweede grote loods, ingericht voor
kantoren van de intendance, waar een
dikke Indische korporaal werkte, die
ons op een goede dag in verbazing
bracht toen hij onverwacht met onze
halter van 50 kilo begon te werken of
hij een strootje in zijn handen had.
De overige drie zijden van de binnen
plaats werden ingenomen door een
dertigtal kamers voor de élèves en de
aspirant Inlandse officieren. Achterin
bevonden zich nog de ruime eetzaal,
de keuken, de verblijven voor het vas
te kader, de wapenkamer en de bad
kamers met de toiletten.
Het vaste kader bestond uit de adju-
dant-onderofficer, uit de fourier, een
sergeant, de sergeant gymnastiek- en
schemonderwijzer, de sergeant mena
gemeester en een fuselier voor spe
ciale diensten. Wij konden het met al
deze mensen bijzonder goed vinden en
zeker met onze brave Van Gent, de
fuselier 1e klasse, die zorgde voor het
onderhoud van wapens, uitrusting en
schermgereedschappen en die zo
heerlijk kon uithalen bij zijn haast da
gelijkse lievelingslied, waarvan hij al
leen deze twee regels kende:
En het was op een zaterdagavond
En toen droeg ik een zije das!
Het leven op de M.S. was heel anders
dan wij in onze kazernejaren hadden
moeten ondervinden. Wij werden weer
aangekeken en behandeld als gewone
mensen en niet meer als paria's, zoals
in die tijd de fuselier maar al te vaak
moest meemaken. Men bedenke, dat
er toen nog geen militie was inge
voerd, waarbij iedereen van hoog tot
laag in zo'n militair pakje moest lopen.
Wij, élèves en de aspirant Inlandse
officieren, waren verplicht om als wij
uitgingen witte handschoenen te dra
gen, waaraan de burgerij kon zien,
dat wij leerlingen van de M.S. waren.
Zoals ik al even vermeldde, waren er
op de M.S., behalve de élèves, nog
een aantal aanstaande Inlandse offi
cieren, die er een driejarige opleiding
kregen. Voor ons élèves duurde de
opleiding twee jaar, waarna we nog
een tweejarige opleiding op de Hoofd
cursus te Kampen moesten volgen.
Deze aanstaande Inlandse officieren
I
MOESSON
Binnenkort verschijnt weer
van Lin Scholte.
U kunt nu reeds voorbestellingen
doen bij Boekhandel Tong Tong.
De prijs bedraagt
3,95 35 cent porto
waren keurige jongelieden, allen af
komstig uit adellijke families. Onze om
gang met hen was uitstekend en er
heerste op de M.S. een bijzonder goe
de kameraadschap, die tot onze latere
levensjaren bleef voortbestaan.
Naast de kapitein-directeur van de
M.S. en de kapitein-leider van de In
landse Cursus waren er nog verschei
dene officieren-leraren en twee burger
leraren van het Gymnasium Willem III.
De officieren behandelden ons als hun
aanstaande collega's, hetgeen ons in
tussen het respect voor hen niet deed
verliezen, integendeel. Zij letten er
speciaal op, dat wij ons met goede
manieren bewogen en zij drongen er
bij ons op aan, dat wij regelmatig naar
de dans-avonden gingen in de socië
teit Amicitia te Meester Cornelis en in
de grote officierssociëteit Concordia
te Weltevreden en dat we er ook de
symphonie-avonden bezochten. In deze
sociëteiten hadden wij vrij toegang.
Wij moesten ook de afscheidsreceptie
bezoeken van de legercommandant,
generaal Van Dalen, en wij waren er
niet weinig trots op van deze geweldi
ge krijgsoverste een vriendelijke en
stevige handdruk te mogen ontvangen.
Maar laat ik nu eens vertellen over
ons dagelijkse leven op de M.S.
's Morgens om 6 uur werd met de
grote bel, waarmede de signalen wer
den gegeven, de reveille geluid en
stonden wij op. Na het ontbijt in de
eetzaal begonnen om 7 uur de lessen,
die met een korte pauze van een 20
minuten duurden tot 1 uur. In die pau
ze kregen wij thee en desgewenst
brood en onze brave kok gaf ons dan
al een flinke schotel sambalan kool
of boontjes, die in mindering kwam
van wat we bij het middageten om 1
uur kregen.
's Middags hadden we rust en meest
al hielden we dan ook een korte siësta,
waarna we ons in de gymnastiek- en
schermloods bezig hielden, 's Avonds
hadden we van 7 tot 9 eigen oefening
op de kamer, waar de luitenant van de
week af en toe eens kwam kijken of je
wel behoorlijk aan de studie was. Die
eigen oefening werd om 8 uur even
onderbroken voor een avondboterham.
We hadden heel prettige kamers, be
hoefden niet meer op een stroozak te
slapen, maar hadden een behoorlijk
bed met kapok matras en klamboe. Er
was 'n groot klerenrak en 'n flinke
schrijftafel, waarop onze studieboeken
en een bureaulamp.
De leider van de Inlandse Cursus, de
toenmalige kapitein C. H. Eilers, Rid
der M.W.O., was een verwoed gym
nastiek- en schermenthousiast. Hij
zorgde er ook voor, dat we extra les
sen kregen van de beste schermonder-
wijzers van het garnizoen: voor ge-
weer- en degenschermen van de ser
geant Hirschie en voor de zware sabel
van de onderluitenant Hansepeter. Het
was dan ook geen wonder, dat de
meesten van ons meester op alle wa
pens werden, hetgeen je dan het recht
8