VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD TELEPATHIE TUSSEN VADER EN ZOON .t:tv mxi I i I Mijn schoonouders hadden maar één zoon, waar ze zielsveel van hielden. We vertrokken naar Indië om er ons heil te zoeken en namen thuis af scheid, daar we aan het. station niet aangegaapt wilden worden en aan de kade werd het nog moeilijker, daar het dan nog langer zou duren. Mijn schoonouders waren ontroostbaar toen het moment gekomen was en het leek of het een afscheid voor eeuwig was, hetgeen later ook bleek te zijn, maar wat niemand toen wist. We lieten ons gaan en vooral mijn schoonouders wa ren ontzettend verdrietig. We probeer den hun op te beuren door te zeggen, dat we na zes jaar weer terug zouden zijn voor een verlof en' stapten gauw in de taxi, die ons naar het station bracht en zo begon ons nieuwe leven. Onze correspondentie werd zeer druk gevoerd, daar we er beiden zelf veel van hielden om hun alles te schrij ven, hetgeen een boekdeel had kun nen zijn zóveel nieuwe indrukken kre gen we te verwerken. De reis alleen met een van de grootste schepen en als eerste-klas-passagiers was over stelpend mooi en de zee was overal rustig, zodat we konden genieten van alles wat we zagen. Eindelijk kwamen we dan op onze plaats van bestemming aan en hadden we moeite om te wennen, daar het een kleine gemeenschap was en zó rustig en stil, dat we naar de voorgalerij hol den, als er een auto voorbij kwam om te zien of het misschien kennissen voor ons waren. De berichten uit Holland waren slecht, want mijn schoonvader kreeg kanker aan de lever, hetgeen hij niet wist gelukkig. Zijn toestand verslech terde steeds en wij werden angstig, want op duizenden mijlen van elkaar wisten we, dat we hem niet meer zou den zien. De doktoren gaven hem nog slechts een paar maanden. Op een zondagavond voelde ik een onweerstaanbare drang in me om mijn man te vragen nog eens de Mond- schein-Sonate van Beethoven te spe len, hetgeen hij met zóveel overgave deed, dat ik begon te huilen en mijn tranen maar liet lopen. Toen het stuk uit was, bleven we beiden in die wee moedige stemming en wisten maar niet waarom. Een week later kwam het bericht van mijn schoonmoeder, dat vader was overleden en dat hij in zijn doodstrijd steeds "gepraat" had met zijn zoon en hem gevraagd had om nog één keer de Mondscheinsonate v. Beethoven te spelen. Dit was zijn lievelingsstuk en hij probeerde het te neuriën, terwijl de tranen uit zijn ogen biggelden. Mijn schoonmoeder was ontroostbaar, zoals ook mijn man en ik. De verhouding vader-zoon en moe derskind was altijd bijzonder hecht ge weest en zó had ik de wens van zijn vader op hem overgebracht. Zo zien we toch, dat liefde gevoeld wordt en beleefd kan worden, hoe ver we ook van elkaar zijn. Dit was ons wel een bewijs van telepathie. F.A. SI PIET In de krant lazen we dezer dagen hoe een kinderarts meende te moeten waarschuwen voor alle gevaren die het gezin met Sinterklaas ook bedreigen kunnen. Door het dreigen met Zwarte Piet kunnen kinderen licht nachtmer ries krijgen, gaan nagelbijten, slecht eten, kunnen opnieuw onzindelijk wor den, hun ondernemingslust verliezen of minder zelfstandig worden dan zij te voren waren. Ook kunnen sommige kinderen een verkeerde instelling krij gen tegenover mensen met een andere huidskleur. Ah! Eindelijk is de oorsprong achter haald van onze koloniale houding te genover Indonesiërs. We zijn immers van kindsbeen af opgevoed met Sinjo Kolas en Si Piet? Ook vele andere slechte Indische (of misschien ook Ne derlandse?) ondeugden van onze ge neratie en de vorige zullen vast en zeker wel ontstaan door in de jeugd opgedane Zwarte Piet-syndromen, trauma's, remmingen, psychoses en hoe al die rare tjatjings van de mo derne psychologie ook mogen heten. Als het waar is, hoeft de oude gene ratie zichzelf gelukkig niets meer aan te trekken van alles wat ons aange wreven wordt als fout of achterlijk. Si Piet poenja salah, kan?... PEREN "Vijftigmiljoen kilo doorgedraaide peren zijn op de Hoge Veluwe gede poneerd voor het wild. De zwijnen kwamen zich er onmiddellijk aan te goed doen..." Een weggestopt bericht in de krant van een paar regels maar. Komt pe riodiek terug. Jaar na jaar. Nu peren, dan appelen; nu eens bloemkolen, dan komkommers. We zijn eraan gewend. De boeren lijden geen schade, want ze krijgen hun minimumprijs terug. Het marktevenwicht is stabiel gehouden. Zelfs de knapste politici en economen kunnen er niets aan veranderen. Dus nieuwswaarde zit er in deze berichten al lang niet meer. Een paar jaar terug werd er nog wel op gemopperd. Want men ziet toch wel in dat landbouw en levensmidde lenmarkt in stand worden gehouden van onze belastingcenten. En dat wie er alweer de rekening betalen moeten de klein-gepensioneerden en AOW-ers zijn, die in de herfst de peren niet kopen kunnen die zwijnen gratis en voor niets consumeren. Maar nog maals: men went eraan zoals men went aan toenemende criminaliteit en zedeloosheid. Ook worden we niet érg meer be roerd door hongersnood in Bihar of Biafra. Ook kijken we op de TV on verschillig toe als beurtelings Viet Cong en Amerikaanse Leger rijst ver nietigen van arme tani's, die er schrei end bij staan te kijken. Ook zijn de met veel geweeklaag herdachte hon gerwinter en de Japanse krijgsgevan genkampen vergeten. We worden allemaal bikkelhard. En onze kinderen bikkelharDER. Betoel, ik begrijp niet waarom Oosterlingen fata listisch worden genoemd. De wijze waarop hier in het Westen toenemend kwaad gelaten wordt aanvaard is veel fatalistischer dan het Oosten ooit ge kend heeft. Vervelend is alleen dat sommige ou de Indischgasten af en toe last hebben van een geestverschijning uit een voor bij verleden. De geest van Tjang die triest, maar zwijgend het hoofd schudt. En wie liplezen kan, leest misschien van haar lippen de woorden: "Sial, Njoo, sial!" (voedsel weggooien brengt onheil aan). Maar dat is natuurlijk onzin. Wie ge looft er in onheil als de werkelijkheid om ons heen bewijst dat we steeds welvarender worden? Zó welvarend dat we regelmatig eten mogen weg gooien, omdat we daardoor immers nóg welvarender worden? En wie kan Tjang geloven als de ministers Zus en Zo verzekeren dat het zo goed is? Ajo! Lempar pir! Loetjoe! JQPr 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 20