tropij^ruit MENANGKABAU Karakteristiek dak "met karbouwenhorens"die behoren tot de aparte en bekoorlijke stijl ran de eigen architectuur van de Menangkabauers (Sum. Westkust Heel, heel lang geleden leefden er aan Sumatra's Westkust verschillende volksstammen. Twee ervan waren voortdurend met elkaar in oorlog, wat het land niet ten goede kwam. Integendeel, het buitengewoon mooie en vruchtbare land kwam van liever lede tot verval. Nijvere ambachtslieden werden vaak overvallen en van hun höve en goed beroofd, waardoor de arbeidslust af nam. Vervolg van pag. 8 evenveel aan koopwaar) uit het fort lichten en mèt de bezetting oostwaarts koersen? Dit was, onder het vuur van een dubbele vijand, onmogelijk. Er schoot slechts één mogelijkheid over: onverwijld met de vloot in de Grote Oost, waar de Compagnie nog veel schepen had, hulp halen! Doch dan moest het fort Jacatra in de steek gelaten worden. Met een zwaar hart, doch zonder aarzeling, moet Coen hiertoe besloten hebben. Persoonlijk kon hij Van den Broecke niet meer van de beslissing op de hoogte stellen. Hij moest voort, naar Ambon! In een klein schuitje zond hij daarom een briefje naar het fort. Zij moesten zo lang mo gelijk trachten het te behouden. Lukte het niet, dan maar overgeven, doch liever aan de Engelsen dan aan de Javanen. Geen van beide is ten slotte nodig gebleken. Zo voer Coen weg, met het lot van het toekomstige Nederands-lndië in zijn hand. Achter liet hij een half vol tooid, slecht voorzien fort, met een bonte bezetting onder een zwak hoofd. Zou Coen bij terugkomst er nog de Prinsenvlag zien wapperen? Doch ik besluit met Coen's eigen woorden: "De geest moet boven alle moeilijk heden zweven en geenszins daaronder buigen". Ook de tani's werd het leven moeilijk gemaakt; hun ladangs werden platge trapt, de oogst vernield en de huizen in de as gelegd. Daardoor kwam er grote armoede in het land dat eigen lijk geschapen was voor grote wel vaart. Ontevredenheid heerste alom en men besloot een einde aan deze toestand te maken. Daarvoor kwamen wijze mannen van beide stammen bijeen om een oplos sing te vinden. Nu hadden deze stammen elk een dier dat zij beschouwden als vriend en be schermer van de stam. Het ene volk had de tijger of harimau als stambe- schermer; het andere had de karbouw. Sumatra's Westkust was bekend om de prachtige koningstijgers die men er vond, sterk, lenig, sierlijk, echt vorste lijke dieren. De karbouw, rustig, sterk en betrouw baar was met recht de vriend van de tani. De raad van wijze mannen besloot nu de tijger en de karbouw tegen elkaar in het strijdperk te voeren en de stam waarvan het dier de strijd zou winnen, mocht in het land blijven en er de boventoon voeren, terwijl de andere stam zich zou terugtrekken. Zo zou den rust en vrede hersteld worden en het land zou tot bloei geraken. Een gunstige dag werd bepaald voor de tweestrijd; elk dier mocht opge tuigd en wel in de arena verschijnen. De koningstijger, prachtig getekend, sierlijk en sterk had geen enkele ver siering nodig; zijn vorstelijke verschij ning dwong bewondering en eerbied af. De harimau mensen dachten: wij winnen het vast wel, want onze be schermer, lenig als hij is, springt over de geweldige horens van de karbouw, klampt zich aan diens rug vast en dan is dat dier ten dode opgeschreven. De karbouw, log en plomp, maar rus tig en sterk, grauw van kleur had wél enige versiering nodig. Een heel be kwame goudsmit maakte twee prach tige horens die stevig vastgemaakt werden op de rug van de karbouw en zo betrad het dier de arena. Beide dieren maten eikaars krachten en daar nam de koningstijger zijn sprong óver de vervaarlijke horens van zijn tegenstander, maar helaas, daar achter wachtten hem de gouden ho rens die hem diep in het lijf drongen en zo stierf de harimau een jammer lijke dood. Overwinnend (menang) trad de kar bouw uit het strijdperk. Vandaar de naam Menang kabau. (Op Sumatra's Westkust wordt de r óf gebrouwd óf niet uitgesproken). Uit dankbaarheid bouwen de Menang kabauers hun huizen en rijstschuren met daken die eindigen in machtige uitsteeksels, als de horens van een karbouw, de vrouwen vouwen hun hoofddoeken ook in de vorm van kar bouwehorens. Een prachtland, dat Menangkabau met zijn fiere zelfbewuste mensen! E. A. Gijsbers Bij Boekhandel Tong Tong ver krijgbaar: GESCHIEDENIS van INDONESIë door Dr. H. J. de Graaf, thans slechts voor 13,50. Een prachtig bezit voor lezers die meer willen weten van In- donesië's rijke geschiedenis! N.V. TROPISCHE VRUCHTEN IMPORT MIJ Sandhorst 20 AMSTERDAM - Buitenveldert Tel. (020) 42 10 63- 796027 BAKBANANEN EN ANDERE TROPISCHE PRODUKTEN Indien niet verkrijgbaar bij Uw winkelier, zullen wij U op aan vraag gaarne het dichtstbijzijnde verkoopadres opgeven. 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1968 | | pagina 9