Vaandeldragers van Maleise koren hij het jaarlijkse concours. nog bewaard. Met de opkomst van het Afrikaans ontstonden nieuwe liedjes in deze taal. In de tijd dat de slavernij nog bestond (deze werd in 1834 afgeschaft) waren de slaven verplicht de avonden bin nenshuis door te brengen, daar het alleen de vrije burgers van Kaapstad vrijstond na negen uur 's avonds op straat te zijn. Als tijdverdrijf zongen zij dan de oude Hollandse liedjes en com poneerden nieuwe. Op Kerstmis en Nieuwjaar trekken de Maleise koren in een kleurenrijke op tocht langs de huizen en brengen hun liederen ten gehore, waarna ze op hun beurt door de bewoners op allerlei lekkernijen getracteerd worden. Omstreeks Kerstmis wordt ook de jaarlijkse competitie tus sen de verschillende maleise koren gehouden in de City Hall van Kaap stad, waaraan ongeveer dertig koren deelnemen. De oorsprong van deze koren ligt ver moedelijk in de gewoonte van de Hol landse kolonisten uit de dagen van de V.O.C. om hun gasten op Kerstmis en Nieuwjaar op zang en muziek, te ont halen, die door slaven werd gemaakt. Hun traditionele manier van leven wordt thans echter bedreigd door de toenemende industrialisatie en de voortschrijding van de moderne tech niek. Reeds zijn zij door de vestiging van grootbedrijven verdreven uit verschil lende beroepen waarin ze voorheen een overheersende positie innamen. Ook hier wordt het handwerk door de toenemende mechanisatie verdrongen en zien velen zich genoodzaakt een nieuw bestaan te zoeken in febrieks- arbeid, hetgeen het gevaar met zich meebrengt dat hun gemeenschap ont wricht wordt. Van de zijde van hun werkgevers bestaat een grote bereid heid om hen in staat te stellen aan hun religieuze plichten, die in het leven van deze groep een zo belangrijke plaats innemen, te voldoen. Ook van overheidswege heeft men oog gehad voor de moeilijkheden die de moderne ontwikkeling voor hen mee brengt en is de restauratie en sanering van het Maleise kwartier ter hand ge nomen om dit gedeelte van Kaapstad voor de Maleise bevolkingsgroep, die aan de ontwikkeling van de Kaap een zo unieke bijdrage geleverd heeft, te kunnen behouden. Ch. Manders Noot van de Redactie: het zal onze lezers opgevallen zijn hoe enorm veel parallellen er zijn tussen het cultuur patroon der verbannen Maleiers in Afrika en dat der Indischgasten in Ne derland. Alleen: de Maleiers hebben hun identiteit na 3'/2 eeuw nog steeds behouden; de Indischman zal echter binnen een halve eeuw weggeassimi- leerd zijn. Tevergeefs probeert Tong Tong een groot aantal Indische cul tuurwaarden in ere te houden, tot in de simpelste liedjes en gebruikjes toe, maar helaas heet dat hier (zelfs bij tienduizenden Indischgasten) "kliek vorming" of "apartheid". En hoe erg weinig bewustheid van eigen waardig heid is bij ons bewaard gebleven... Wie kan Mevr. M. Dekker, Rot- henbaumchaussee 24, Hamburg 13, helpen aan het boek: Wenken, raadgevingen betreffen de gebruik van Indische planten en vruchten - Mevrouw Kloppen burg-Versteeg. "LYCURGUS" Deels tot onze verbazing, maar ze ker tot ons volle genoegen, hebben we van vele zijden berichten van appre ciatie ontvangen over de voorplaat van "Lycurgus" op ons nummer van 15 november. Nochtans werd slechts van vijf van de gentlemen op de foto de identiteit onthuld, nl. van Jan Breton de Nijs, midden op de foto met de armen over de borst gekruist; Willy Breton de Nijs, vierde persoon van links bovenste rij (de drie topfiguren uitgezonderd); Tom Pesch, dezelfde rij uiterst links; J. J. van Cattenburch, vlak naast hem; Tjalie Pesch, voorste rij derde van rechts. "De sekola niet meegerekend", preciseert onze bericht gever Ruud Pesch, zoon van de Tjalie op de foto. Tom, schrijft Ruud, was een gewel dig turner en later voorwerker bij Ly curgus. Van hem werd verteld dat hij eens, bij 'n uitvoering in de Bataviase Schouwburg, het publiek een onverge telijke sensatie bezorgde door aan de rekstok (of trapeze) de dodensprong te maken zonder net! En ook al vertelde Ruud het er niet bij, zijn vader Tjalie Pesch was groter roem beschoren, want die werd één van de oprichters van het IEV. Met zulke andere "kandjeng besars" als Chatelin en Granpré Molière, weet U nog? Ja, dat was een grote tijd van men sen met grote harten, weet U! Als je denkt aan de geld- en "blikjesjagers" in de sport van tegenwoordig, en aan de vaak rancuneuze kleinhartige poli tieke mannetjes van nu, dan begrijp je waarom het stichten van groots werk in deze tijd minder en minder mogelijk wordt. Het zijn toch altijd de waarden van het hart die de wereld maken, en niet de waarden van de dompet of de positie. En weet U wat het meest te be treuren is in deze moderne wereld: de meeste mensen beseffen dat niet eens: dat de wereld wel rijker wordt, maar ook hopeloos kleinburgerlijk. Dus is er een reden te meer om die ouwe garde niet te vergeten, al blijven er steeds minder over, die mét Ruud trots kun nen blijven roepen: "Three cheers for Lycurgus!" RASECHTE"TO" Brief No. 1: "We moeten ons helaas laten afschrijven als abonnee, want mijn man is ontslagen en we moeten op allerlei manieren bezuinigen..." Brief No. 2 (één dag later): ik schreef af zonder mijn man, een "ras echte To", er in te kennen. Maar hij wilde van afschrijving niets weten (wat mijn sympathie heeft natuurlijk). Wilt U dus s.v.p. de afzegging annuleren?..." Zonder dit soort "rasechte To's" zou Indië nooit bestaan hebben. Wij zijn er dus trots op U beiden te mogen be houden en wensen U banjak redjeki toe in het nieuwe jaar. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 12