SATEE-ETERS WAAR VOOR ONS GELD VERMAAT ZONEN maandagochtend kijkochtend Maria Vermout toen zij als schrijjster we reldbekend werd, doodgewoon omdat "zij haar hart openlegde" en daardoor vér uitgroeide boven alle benepen visies op ons Indische leven. Ja, de leugen over Indië is al even oud als Indië, en overleeft Indië zelfs in 'anti-koloniaal" Indonesië! Onwille keurig denken wij naast Couperus aan een andere Indischman die over het valse oordeel in Holland over Indië schreef: Multatuli. Met maar één oor deel: "Barbertje moet hangen!" En corrigeer niet wijsneuzig dat dit eigen lijk een fout is in de volksmond, om dat eigenlijk Multatuli gezegd heeft: "Lothario moet hangen!" Want "in de volksmond" (in de bekrompenheid en kleinburgerlijkheid) doet het er geen barst toe wie er (ONSCHULDIG!) ge hangen wordt, omdat hangen zélf leuk is. Ja toch? Ach, lieve onbekende echtgenote van de President van het Hoogge rechtshof, bijna voorgoed vergeten als "lelijke koloniale rups". Wat ben ik blij dat U als Maria Dermoüt herboren bent als zeldzaam mooie vlinder! En al die Indischgasten die lelijke rups bleven omdat ze niet hebben kunnen schrijven, laat men hier maar "Han gen!" schreeuwen. Want wij weten dat de Vlinder altijd in ons geleefd heeft en dat Indië voor óns was en is en eeuwig zal blijven zijn: een Paradijs vol Vlinders! Dwars tegenover alle bestaande val se en verdraaide opvattingen over ons Indische leven staan nu alleen maar een paar jaargangen Tong Tong. Die niemand leest en niemand ook be grijpt; een "verlaat rapport" van wat het koloniale leven óók was en voor alle komende generaties wéér kan zijn, als men maar de moed heeft zijn ka chel te verlaten om tussen andere mensen te leven. Nu een verhaal over een stenen grot in Sampoeng, niet ver waar ik met mijn vrouw en kinderen woonde. Het was een houten huis met vrij dik bam boe gedek en dik geteerd, waarna zand er op werd gestrooid. De fun dering was van beton daarop stond de gedek omwanding. Dit om het dieven niet gemakkelijk te maken de gedek wand kapot te snijden met een kap mes of scherpe beitel. Ook om de rajaps geen gelegenheid te bieden het hout op te vreten. De grot was 80 m van ons huis verwijderd. Tegenover de grot was een Inlandse school van vier vertrekken. Eén daar van kreeg Professor van Stein Callen- fels ter bewoning. Waar de Professor wel eens kwam om ons op te zoeken en een buurpraatje te maken heb ik hem goed leren kennen en stond hij me toe om ook in de grot te komen kijken. Zo zag ik hoe een skelet van ruim 2000 jaar oud langzaam uit de grond werd gehaald. Bij hem werkten 1 mantrie en 3 helpers. Het schoon maken van zo'n skelet moet heel voor zichtig worden gedaan, omdat het erg broos is. Met heel fijne penseeltjes en blazen werd dan het skelet direct in watten gewikkeld en zo weggebracht. Zoals zo even gezegd ging Prof. v. Stein Callenfels vertrouwelijk met mij om en we vertelden dan onze weder waardigheden van tempo doeloe. Hij was ouder dan ik. Zijn liefste drank was: koffie toebroek met goelah arèn. Voor zijn onderzoekingen logeerde hij in het Gouvernements logeerhuis, waar hij over een gebied van 2 km onderzoekingen moest verrichten. Prof. van Callenfels hield veel van satee ajam en hete sambal. Weieens kwamen wij (mijn collega's van de suiker) in 3 of 4 auto's boven Ngebel (Meer pasir), waar een van mijn col lega's een huis had, hem opzoeken. Wij namen dan onze factotum (een oude satee ajam boer) met zijn hele pikoelan vol satee en boengkoesan asem-aseman, ook van kip, en hete sambal mee. Onze Prof. genoot er dan van en droop het zweet hem van voor hoofd en neus. Heerlijk om hem zo te zien genieten. Natuurlijk aten wij samen mee. De satee boer werd door hem betaald en dan reden wij huis waarts.*) Na mijn afvloeiing van de suiker, vestigde ik me met gezin, in Madioen. Daar kregen wij een groot huis met grote kamers en goed ingericht. Dikwijls spraken wij met onze buur kinderen, veelal jonge mensen van de Ach, desnoods als veracht koloniaal, maar met oneindig veel meer leefruim te, wijsheid en zegen dan dat kleine, nare stoeltje bij die kachel ooit geven kan... T.R. leeftijd van onze kinderen, af om sa men een bus te huren van onze Chi nese busonderneming. Wij gingen dan met ons 22-24en naar het meer Pasir. (Ngebel). Mijn vrouw nam dan 4 grote rantangmakans met door haar klaarge maakt eten mee tot aan het meer, waar ook een groot en geriefelijk huis en grote tuinen vol mooie bloemen waren. Wij riepen dan een satee ajam boer aan en vroegen hem om met zijn hele pikoelan met ons mee te lopen, daar aten wij heerlijk de satee op, zittend onder de hoge bomen, 's Middags om ±2 uur aten wij de rantangs eten leeg en om 5 uur, zoals met de bus ondernemer was afgesproken reden wij huiswaarts. Lollig toch die tijd van tempo doeloe. Vindt U het ook niet? H.F.L. Zulke grote totoks, die zó konden omgaan met zulke kleine boengs, die zijn abonnee door dik en dun van Tong Tong. Zij hebben echt geleefd. Niet met "rangen en standen" en BBL's en grote fatsoenen en kleine rancunes. WAAR VOOR ONS GELD In dit nieuwe jaar wordt de omroep bijdrage voor radio en TV verhoogd tot 75 per jaar en in ruil daarvoor krijgen wij stereo-ontvangst over het hele land. Terima kasih banjak. Voortaan krijgen we dus de ontel bare politieke ruzies, de twisten tus sen werkgevers en werknemers en de sex (onderricht, cultuur en genoegen) per stereo in de huiskamer. Moeten we wérkelijk "dankjewel" zeggen? Onder het desbetreffende kranten bericht stond een ander nieuwtje. Met als kop: "Man kreeg klap met hamer". Je zou haast zeggen: Suizebollen zul len we, met of zonder hamer! Overigens hoorden we een lezer de toenemende interesse voor sex (on derricht, cultuur en genoegen) op rake wijze typeren: "Sex koetjing-meong" of de "Katzenjammer" waarop verliefde katten ons 's nachts plegen te vergas ten: luidruchtig en onbeschaamd. "Al leen jammer ken niet lèmpar teklèk!" voegde hij er verdrietig aan toe...(met een houten klomp ernaar smijten). Juweliers - Horlogers 3x Den Haag THOMSONPLEIN 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 5