HOLLANDS BERAT HEIMWEE I HEIMWEE II HEIMWEE III VERMAAT ZONEN maandagochtend kijkochtend 12 De oudste zoon is met verlof ge komen, na vier jaren werken in de tro pen. Zijn stem is te luid voor een klein Hollands huis, zijn accent anders, zijn jargoh anders. Hij vertelt van werk, omstandigheden elders, van tochten naar bergen en watervallen, van Bali waar hij een poosje was... Wat ver weg en lang geleden was komt ineens veel dichterbij in je herinneringen, met een intense helderheid loop je ook weer langs sawahs, je ziet en voelt en ruikt, je slentert weer langs de New Road in Bangkok, langs de winkeltjes met kale kippen, goudsmeden en sa ronghandeltjes. Licht, zon en ruimte... zo ver weg en zo lang geleden, zo heel anders dan nu, zo onvergetelijk dat het een deel van jezelf is geworden, veel meer dan je toe wilt geven mis schien. Of zelf wel weet. Hoe waren we toen? Hoe zijn we nu? Nul Ineens sta je weer midden in de beslommeringen van elke dag. Deze dag is bijzonder beslommerig, er komen onverwachte gasten, je moet 't avond eten klaar maken. Gunst, je hebt nog een pondje aardappels nodig en dit en dat. Dus: sjaal om, jasje aan, hand schoenen aan, fietsje pakken, wachten in de winkel. Vervolgens alle boven beschreven handelingen weer in om gekeerde volgorde afwikkelen. Thuis gekomen, met één oor naar alle ver halen en joligheid, tracht je alle zaken voorelkaar te krijgen, en ja hoor, mis is het: één tartaar te kort, winkels dicht, stom. Je manipuleert met het één en ander en komt met een kostelijk maal aan tafel, alles is goed gegaan, tot iemand roept: "Ha, ik héb mijn tartaar gevondenl Onder de peperkor rel!" O ja, we kunnen nog lachen, het is geen ramp, maar je voelt je toch berat ergens. Vervelend lö. En dan schrik: ben ik ook zo'n loodzware Hollander geworden? Wanneer je uit Indië in Hol land arriveerde viel vooral op dat het hier berekoud was en de mensen hier zo loodzwaar, zo akelig berat in alle opzichten. Als kind had ik daar een simpele verklaring voor: het kwam door de zware zeeklei, de grijze luch ten en de duisternis, die inviel als het nog licht zou moeten zijn. Na de oorlog, als volwassene weer in Nederland terecht gekomen, werd die loodzware druk nog intenser ge voeld. De mensen hier gingen gebukt onder een geweldige kater na de uit bundige viering van de bevrijding. Wij kwamen geheel in feeststemming aan op een party die allang afgelopen was. De ontvangst was dan ook be paald anders dan we ons voorgesteld hadden. Maar... het moet gezegd wor den, men spaarde moeite noch pijn om ons eveneens een kater te bezorgen! De Hollandse familie, waaronder ook mensen uit tempo doeloe, zat er lusteloos en dubbelberat bij. De doodgewoonste zaken werden onderwerpen van familie-discussies, van die hele zwaarwichtige, of het nu ging over naar de bioscoop gaan of even een taxi nemen, alsof je van plan was naar Timboektoe te reizen. De kloof werd steeds breder en dieper. We trokken ons terug en trachtten op die manier onze wijde horizonten te behouden. Soms vraag je je af of die onmetelijke cirkel niet ingekrompen is tot een plastic hoela hoep, die we angstvallig met beide handen ophouden. Binnen die cirkel trachten we het tobberige Hollandse leven op afstand te houden. Hoe Hol lands zij we geworden na al die jaren? Hoe waren we toen? Hoe zijn we nu? De verlofganger staat voor het raam, het heeft opgehouden zachtjes te re genen, het gutst nu tegen de ruiten. Peinzend zegt hij: die Batavieren kwa men indertijd de Rijn afzakken... zeker' de verkeerde boot genomen". RINI "Deze week had ik een aanval van heimwee-itis. Ergens hoorde ik iemand op de fluit spelen. Merkwaardig ge noeg leek de wijs op een melodie, die ik in Bedugul (Bali) hoorde. Daar, achter onze pasanggrahan, speelde een jonge Balinees op zijn bamboe-fluit. Nu is heimwee, een soort chronische ziekte, die op gezette tijden opduikt en het ligt aan jezelf hoe ziek je er van bent. Lange tijd koesterde ik dit ziekte verschijnsel. Ik zette mij, om te graven in geliefde, bijna vervlogen herinnerin gen, die een steeds schoner aureool kregen. Ik kon er geen afstand van doen, zoals een vriendin van me de ulcer miste, waarmee ze jaren had moeten leven. Te pas en te on-pas had ze die ulcer van stal gehaald. Kwam ze een vervelende verplichting niet na, dan had ze haar excuus: "Ach U weet, ik heb een ulcer Ze kon zich permitteren flink uit haar humeur te zijn. Want natuurlijk met zo'n ulcerNu, weer geheel ge zond, moest ze 'back to normal". Ook ik zal eens zonder mijn "ge cultiveerd heimwee-complex" verder moeten gaan. De voorstelling van al les, wat ik achterliet, zal gaan ver vagen. De contouren van mijn "land in de verte" zullen minder omlijnd wor den. Trètes en Poedion zullen plaats moeten maken voor Noosa en Cool- anggatta en misschien komt er nog eens een dag dat ik met graagte in pumpkin hap. Ik zal dan beter aan vaarden en niet meer vergelijken. Mij wensloos uitstrekken op de Australi sche beach. Maar ik zal iets verloren hebben, dat onschatbaar is en mij een beroofd mens voelen". Tilly Breeman-Obdeyn, Brisbane "Ach, ik weet ook wel van mezelf dat dat vele lezen van mij een vlucht is, die ellende, die eeuwige oorlogs dreiging om je heen, dat kunnen mijn oude hersens niet altijd verwerken. Toen we jong waren hielden we wel eens rupsen in stopflessen, oeler kèk- kèt. Ze deden de gehele dag niets anders dan aan bladeren knagen, aan een stuk door, zonder enige pauze. Wel, zo noem ik mezelf, vanwege m'n heimwee naar Indië, dat kan ik ook alleen vergeten als ik verdiept ben in een mooi boek". Oma R., Bussum Heimwee heb ik het nooit meer wil- nen noemen, afgeschrikt door het schrikbarende onbegrip van mensen die geen vaag idee hebben wat het woord werkelijk betekent. Ik weet nu, dat het ook geen heimwee is, dat ik heb. Van heimwee kun je ziek worden of doodgaan, van dit zou ik doodgaan als ik het niet had. Het nooit ophoudende verlangen naar dat andere leven. Dat met al zijn falen en verdrietelijkheden, naast vol maakte tevredenheid en geluk, bovenal ZUIVER en WAAR was. Waar mannen, mannen waren, vrouwen vrouwen, en kinderen, kinderen. Waar men kon ha ten om de haat en liefhebben om de liefde, jong kon zijn omdat men jong was. En sterven omdat de tijd daar was. Dat heimwee heb ik. Daar horen ook de geur van de kali en melati, de kleur van bergen eg sawa's bij. Maar het is niet belangrijk, het staat niet apart van die andere waarden. Elke chartervlucht kan me die teruggeven. Maar dat an dere, dat draag ik met me mee, dag in, dag uit. Het is geen heimwee, het is een levensnoodzaak. Als ik het kwijt zou zijn, dan verdien ik niet anders dan als een oeler kèkkèt met een ulcer in een glazen pot te sterven. Lilian Ducele Juweliers - Horlogers 3* Dan Haag THOMSONPLEIN 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 12