tonil foiTj
BIJ DE VOORPLAAT
VAN HIER EN GUNDER
HET ACHTERERF
Als het zelfs in het grote, koele In
dische huis niet meer uit te houden
was van de warmte, als zelfs de luch-
tigste en versletenste (dus dunste en
lekkerste) kimono te warm was, dan
ging je achter in de tuin zitten. Waar
immers door nabije hoge bomen ge
vangen zoeltjes af schenen te dalen
om rond te stoeien door open gangen
en doorloopjes, onder de lagere dje
roekbomen en over heerlijke koude te
gels van de achtergalerij.
Hier sleepte je de ouwe rotanstoel
van de doorloop naar toe. Je weet wel,
van dat zitje dat eerst in de voorgalerij
gestaan had; en toen het na jaren "uit
gezeten" raakte, verhuisde naar de
achtergalerij. En toen het ook daar wel
wat erg begon te njoeik-njoeik, maar
verhuisde naar de bijgebouwen. Want
die stoelen zaten zaaaalig, ja? En ook
waren ze dierbaar. Ze waren op een
heel bijzondere manier helemaal van
jezelf geworden. Al was het alleen om
dat niemand anders ze wilde hebben
en omdat ze toch voor ieder ander
mens te lelijk waren om naar te kijken.
Net als die ouwe emmers en boter-
blikken en andere verroeste "kalèngs"
die op de galerij of in de tuin stonden.
Met een palm erin. Of een ezelsoor of
een toempah-beras, een lidah boeaja
of een tjotjor bèbèk. Alles bij mekaar
"een zoodje", zou een toeschouwer
zeggen. Zoals b.v. nergens in Holland
ooit te vinden is. Omdat men hier (met
een andere levensfilosofie) zo'n partij
potten liefst in keurige rijen zet, keurig
schildert of schoonwrijft en neerzet in
een harmonische orde van grootte en
stijl. Waar je echt altijd goed mee voor
de dag komt.
En dan zo'n partijtje als op de voor
plaat! Elke pot of emmer of bak of
ouwe gajoeng staat daar maar, zoals
hij er tien jaar geleden ook stond.
Lapt de hele wereld aan z'n laars en
staat net zo scheef of uit het gelid of
botjor of roestig of pèot als hij zelf
maar wil. De hele wereld kan 'm niks
bommen. Niemand bekommert zich om
hem en hij bekommert zich om nie
mand. Hij (ook al is het maar een ouwe
emmer, ook al is het maar een zooitje
potten) is zorgeloos en vrij. Dat is:
het hoogste geluk dat elk leven op
aarde kent. Daar kon je je dus óók
zorgeloos en vrij oprollen in je oudste
rotan stoel, gehuld in je oudste pyama
of kimono. En was onzegbaar gelukkig.
Met niets!
Hier zat je 's middags om drie uur
werkelijk als 'n Oud Javaanse pange-
ran in zijn "poeri" (ommuurde burcht).
Je had als het ware met vier muren
een stukje afgeschoten van het para
dijs en binnen die muren had je nóg
een paradijs. Helemaal voor jezelf al
leen. Want andere familieleden sliepen
ZORGEN?
"Overigens is de Tong Tong een
heel bijzonder blad, en bewonder ik
Tjalie heel erg. Hij is enig in zijn
soort, wat aan één kant wel erg is,
want wie zal hem kunnen vervangen?
Maar ja, wie dan leeft, dan zorgt,
ja?" M.K. - v.H.
Eén ogenblik heb ik volkomen be
teuterd gestaan, en toen had ik mevr.
K. wel willen omhelzen! Omdat in al
zijn eenvoud (en schijnbare oppervlak
en de bedienden hadden zich beschei
den teruggetrokken in hun kwartieren.
Wie hier lang over nadenkt, zal ont
dekken dat dit de enige ideale manier
van wonen is. Niet als bèbèks in
kooien op mekaar, niet in wonderlijke
beton, staal en glas constructies met
de duurste inrichting, maar onze ge
wone aarde, waar NIETS mee ge-tötö
is, een stoel die met je lichaam mee
gegroeid is, een djeroekboom met een
gordijn van grape-fruits om je heen en
kwetterende en fluitende vogels in zijn
takken. Zonder gaas. En de azuren he
mel of sterrenflonkerende nacht altijd
open boven je. Soms had je er ook nog
een paar orchideeën hangen, anggrèk
boelans als manen bij dag, of hele
trossen duifjes-orchideeën. Eens van
Oma Koek gekregen of Tante Toes, en
toen laat maar...en ze werden zonder
enige organisatie of zorg onsterfelijke
decoratie van de tuin.
Ja, zonder zorg. Een tuin zonder
eeuwig "gemier", waar de kiezelpaden
langs de galerijen gerust uitgelopen
en in gelopen mochten raken. Waar
mieren en bijtjes ongestoord ijverig be
zig konden zijn, een grote spin tevre-
in zijn "silver screen" mocht zitten en
kippen eindeloos "tjongkèllen" moch
ten. Waar alles dus vol leven zat, hoe
wel gladgeschuurde mensen uit ultra
moderne huizen in ons tuintje zouden
spreken van "tekenen van verval". Cul-
turelen spreken zelfs van "het typische
decay van de tropen" en het is geen
aftakeling, geen verwording of verrot
ting, maar kalme bewustheid van de
eeuwigheid, rustig (en met een eigen,
aparte schoonheid) deel blijven van de
actieve wereld, waaraan we een aparte
glans en milde luister verlenen...
Want "oud en verwaarloosd" zijn
hoort onafscheidelijk bij alle leven op
aarde, hoe oud de wereld ook wordt.
Als je écht leven kan, zal je het kun
nen waarderen, hoe oud of hoe jong
je ook bent.
Kijk maar naar onze voorplaat. Met
zijn oude potten en zijn schone jonge
dame die alle versletenheid en lelijk
heid vriendelijk aanvaardt en er ge
lukkig mee is. Een van de mooiste (en
wijste) voorplaten die Tong Tong ooit
had. T.R.
kigheid) deze uitspraak in dit geval ge
woonweg onthullend was voor me.
We weten immers allemaal wel, hoe
vaak het "wie dan leeft, dan zorgt"
MISbruikt wordt door onverschillige,
domme mensen om zich voor letterlijk
niets zorgen te maken en alle verant
woordelijkheid voor "later" van zich af
te schuiven. (Om later des te harder
te jammeren en te weeklagen als nie
mand straks leeft om voor hem te zor
gen!).
Ook weten we wel, dat ondanks alle
moeite die we ons getroost hebben,
het niet gelukt is jongere krachten aan
te trekken voor de redactie, en zelfs
niet voor de (veel oudere) administra
tie van Tong Tong. Onze bezorgdheid
hierover heeft niet alleen Tong Tong,
maar ook menig lezer herhaaldelijk la
ten horen. En al dat zorgen maken
helpt niets...
Inderdaad zullen we dus met Tong
Tong bestaan zo lang als we leven. En
als we niet langer meer leven, wel,
dan zullen anderen voor het blad moe
ten zorgen. Of niet natuurlijk. Maar
reken NU af met zorgen die totaal bui
ten onze macht liggen.
Nu komen we op het "enig in zijn
soort". Wat telkens op weer andere
wijze, in meerdere of mindere verdien
stelijkheid, ook geldt voor ALLE men
sen die Tong Tong hielpen: Prof. v. d.
Pijl, R. Nieuwenhuys, G. H. Bartman, Lin
Scholte, Si Klaas Pfaff, Hein Buiten
weg, o, de ontelbaar vele die met re
gelmatige of sporadische bijdragen,
ook anoniem, ons blad hielpen vullen,
de nog veel meer goeie sobats, die
Tong Tong en zijn beginselen trouw
bleven in tegenspoed en verloren hoop,
werkelijk ontelbare kleine en grote do
naties of toko-aankopen, die ons totale
werk mogelijk maakten.
Lees verder pag. 7
ONAFH. IND. TIJDSCHR. 13e JAARG. No. 15
Pr. Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tong
Tong DenHaag - Tel. 070-54.55.00/54.55.01 - Giro 6685
Uitgave: Publ. en Handel Mij Tong Tong N.V.
Directie en Hoofdredactie: Tjalie Robinson.
Verschijnt de 15de en 30ste van iedere maand..
Prijs per nummer f 1,Abt. Nederl.: kwart, 5,
halfj. ƒ10,jaar 20,Abt. Europa: jaar f 25,
Buiten Europa: jaar f 30,
Abt. (per jaar en per luchtpost): Australië en
Nw. Zeeland 65,Indonesië f 60,Z.-Afrika
en Z.-Amerika f 50,Canada en Ver. Staten
f 41,Suriname en Antillen f 35,
ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN
GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE
INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR
DE TROPENGORDEL.
De directie behoudt zich het recht voor hen die
schadelijk geacht worden voor het welzijn van
Tong Tong als abonnee te weigeren of af te
voeren.
ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ
VOORUITBETALING VERSCHULDIGD.
ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN
REDENEN GEWEIGERD WORDEN.
2