VROUWEN BUITEN DE KAWAT 12 APRIL TOKO TONG TONG GESLOTEN!!! <~QomantiócUe <zBezettingMycl Van de Japanse tijd wii ik iets over de laatste jaren vertellen. Toen ik in de Villalaan (Djakarta) zou gaan wonen, was er riog maar één goedang (kamer in de bijgebouwen) vrij. Het was de laatste kamer, vlak naast de put. Er kon een kast in en een groot bed voor mij en mijn dochtertje van 4 jaar, dus wat had ik nog meer te wensen? Om mijn enige beddelaken te sparen sliepen we op een tikar. De put was immers vlak bij voor een geregelde schoonmaakbeurt. In de grote villa, zo zal ik het huis maar noemen, woonden we aan het eind van de oorlog met 7 gezinnen, in totaal 17 personen, leder gezinshoofd had zijn, of liever gezegd, haar eigen bedrijfje. Ik zal met de voorste kamer van het hoofdgebouw beginnen. Mevr. D. met twee grote dochters en een zoon had den nog heel wat barang w.o. kleding, kunnen redden. Hun middel van be staan was dus de "toekang botol". Mijn zuster, die met zoon en dochter tje de tweede kamer bewoonde, naaide jongenskleding. Met jongens had je nooit veel gezeur. Zat een overhemd of broekje prettig, dan was 't O.K. Nummer III, onze hoofdbewoonster (het huis stond op haar naam), naaide jur ken, maar had zich tevens gespeciali seerd in bustehouders. Als ze eenmaal goed bezig was, schoven de b.h.'s als een witte bergketen onder de naald vandaan. Voor een goed patroon moes ten de oude b.h.'s losgetornd worden en daar had ze wel eens hulp bij nodig. Was een van de grote jongens in de buurt, dan kon hij erop rekenen aan het werk gezet te worden. Meestal was Paul er wel voor te vinden. Hij ging dan op de trap zitten, b.h. tussen de knieën en met behulp van een gillette- mesje viel het kledingstuk spoedig in vele stukjes uit elkaar. Oma van 75 jaar oud breide tasjes en haakte hele fijne kantjes voor zak doeken, meestal in rood, wit en blauw. Franky van 17 jaar bokste weieens in Prinsenpark benedenstad. Wanneer hij 's avonds laat, bont en blauw ge slagen, thuis kwam, zei hij: "Ik heb weer 75 rupiah verdiend, maar niets zeggen tegen mam". Zijn moeder was al jaren ziek en ze dacht, dat haar zoon met tjatoeten (in- en verkoop) wat geld verdiende. Dat ik met schilderen nog eens mijn portie rijst zou verdienen, had ik nooit 'kunnen dromen. De één schilderde bloemen, weer een ander landschap pen. Ik had me toegelegd op elfjes en andere sprookjesfiguren. Mijn klanten zorgden zelf voor de flesjes en potjes, die beschilderd moesten worden. Voor ontspanning naar film of schouw burg was er natuurlijk niet bij, maar wij hadden het genoegen tegenover Naka mura te wonen en die zorgde vaak ge noeg voor een film. Op een middag zaten we in de voorgalerij naar de overkant te kijken. Er was een bleek gele ballon tussen de palmen te zien. Even later bewoog deze zich en kwam daarboven een hoofd te voorschijn en eronder een paar benen: Nakamura in onderbroek! Zijn bedienden en hun vrienden kwamen, ook in korte broek, krijgshaftig de tuin in, grote stok in de hand. Ze kregen hun training in het doden van de vijand van de kolonel zelf. "Tjet - tjot" I steeds korter en heftiger hoorde je ze roepen. Linker been buigen - strekken en steken. Overdag kregen we de vriendin van Nakamura vaak te zien. We noemden haar Si Nangka Moerah. Haar huis dracht bestond uit een sarong, hoog- geknoopt onder de oksels en altijd een tulband om het hoofd, van een hand doek of een sjaal. Net als in de film was ook hier voor een knappe vrouw gezorgd! Haar kinderen w.o. de kleinste van Nakamura, woonden in het huis vlak naast ons. Die werden verzorgd door een nichtje. Natuurlijk ging ze weieens naar haar kinderen kijken. Dan was ze gekleed in sarong en kabaja, heel chi que en flonkerend van de juwelen. Ge ruchten deden de ronde, dat er aan de overkant een kamer vol juwelen was, één kamer vol kledingstukken, één met speelgoed, medicijnen etc. Nakamura was niet voor niets hoofd van het pandhuis Batavia! Van haar kreeg ik ook eens een op dracht. Ze kwam met een fles. Zo'n grote had ik nog niet eerder gezien. Ik was gewend aan miniatuurwerk op flesjes, die ik met gemak in mijn hand hield. Nu moest ik een naaktfiguur schilderen op een abnormaal grote fles. Toch deed ik het met heel veel plezier en over het resultaat was ik zelf wel tevreden. Afwachten wat Si Nangka Moerah ervan zou zeggen. Ze kwam de fles zelf halen. Aan haar blik zag ik, dat ze het mooi vond. Maar wat ze zei, vergeet ik nooit: "Zo vies ja!" Bij deze ene opdracht is het gebleven. De avonden brachten we vaak door in de zitkamer van Mevr. D. Je kon er gezellig zitten, wat je van onze kamers niet kon zeggen. We hadden afgespro ken, dat wanneer er onverhoopt een Jap mocht komen, we allen bij elkaar zouden blijven. Op een avond was het dan zover. Voetstappen op het grint, gevolgd door rammelen aan het hek. Franky ging eens kijken. Waar hadden we anders een bokser voor in de fa milie? Onze bezoeker wilde weten of er vrouwen in huis waren. Toen onze hoofdbewoonster, één die nergens bang voor was, dat hoorde, kwam ze er maar even bij staan. "Berapa prampoean disini!" Hoe veel vrouwen waren hier? "Anam belas". 16 stuks, was het antwoord. "Maoe barang?" Hadden we niets nodig? Geld, kleding, eieren, boter, de Jap had alles. "Tida koerang apa apa". "We heb- gen niets nodig", zei Mevr. R. Zoveel vrouwen en geen een had be hoefte aan een Jap. Jammer! Hij slofte teleurgesteld het erf af. De huizen achter onze straat lagen aan de Oranje-boulevard en waren door Nippon-autoriteiten bewoond. Toen on ze baboe bij de put bezig was, zag ze op een dag het hoofd van de djongos boven de scheidsmuur te voorschijn komen. Hij stond in de achtertuin van de Oranjeboulevard op een ladder en bood onze baboe een groot, geopend blik worst aan. Zijn toewan lustte de worst niet, maar de njonja's hier mis schien wel. Het werd natuurlijk dank baar aanvaard, want eiwit in de vorm van vlees ontbrak nog al eens op het menu. Toch hadden we het zo slecht nog niet, dank zij Isah, die in de dapoer aan het toveren was. Van paarse terong bijv. kon ze een gerecht maken, dat smaak te naar geroosterd vlees. Ik wou, dat ik het recept wist, want het was heer lijk! Behalve Jappen, die op zoek waren Lees verder volgende pag. 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 12