TJAMPOERDARAT Wonderlijk meer, 50 jaar geleden CHEMO PHARMACIA H.O. van de man aan Indonesië of door zijn optie) kunnen, na één jaar verblijf in Nederland een kennisgeving doen tot herkrijging van het Nederlanderschap. Voor haar geldt echter niet als voor waarde, dat zij onmiddellijk voor het huwelijk al Nederlandse was. Dus b.v. een Indonesische vrouw, die in 1930 of 1948 met een Nederlander is ge trouwd en daardoor ook het Neder landerschap verkreeg maar dat weer verloor doordat haar man voor de In donesische nationaliteit opteerde, kan zo'n kennisgeving doen en wel of binnen een jaar na het overlijden van haar man of nadat zij tenminste een jaar in het Koninkrijk heeft gewoond. Zo'n kennisgeving kan natuurlijk niet worden gedaan door een vrouw, wedu we geworden vóór 27 december 1951 (let wel einddatum optietermijn), die zelf voor de Indonesische nationaliteit heeft geopteerd. Zij zal naturalisatie moeten vragen. Gescheiden vrouwen. Voor gescheiden vrouwen geldt het zelfde als voor weduwen. Duur van de naturalisatieperiode. Doordat naturalisatie bij de wet ge schiedt, is daarmede geruime tijd ge moeid en wel ongeveer 1 a 11/2 jaar, als er tenminste geen moeilijkheden zijn b.v. doordat op verzoekers of ver zoeksters gedrag ernstige aanmerkin gen kunnen worden gemaakt. Kinderen. Minderjarige kinderen (d.i. jonger dan 21 en ongehuwd) delen in de na turalisatie van hun vader. Zij moeten in het Koninkrijk verblijven en vermeld worden in het verzoekschrift. Als de kinderen geen vader hebben, delen zij in de naturalisatie van hun moeder, als deze zelf ook genaturali seerd moet worden. Wat nu als de moeder zelf al Neder landse is, maar haar kinderen niet? Dit kan immers het geval zijn als de moe der, weduwe geworden of als onge huwde moeder hertrouwd of getrouwd is met een Nederlander. Zij kan dan, zodra zij met deze kinderen tenminste een jaar in het Koninkrijk woont aan de Koningin verzoeken (ongezegeld papier, in briefvorm) om aan haar min derjarige kinderen het Nederlander schap te verlenen. Dit geschiedt bij Koninklijk besluit, duurt drie maan den en is kosteloos. Van der Linden Ten zuiden van Toeloengagoeng (een regentshoofdplaats in Oost-Java) be vindt zich het meer Tjampoerdarat. Het meer beslaat een vrij grote oppervlak te, waar menig suikerkapitalist met ge noegen zo nodig een flink kapitaal in zou steken om dit droog te leggen en om te zetten tot suikerrietplantages met de nodige suikerfabrieken. De drooglegging kon worden verricht, door de Trenggaleh rivier, die zijn water in dit meer deponeert, middels een ka naal rechtstreeks af te voeren naar de Brantas rivier. Verstoken van deze watervoeding zou het peil aanzienlijk dalen en kleinere kanaliseringen ver der droogleggen. Een tweede moge lijkheid is een korte tunnel naar de Indische Oceaan te bouwen. Geen van beide plannen mochten echter tot uitvoering komen, hoewel dit meer voor de lager gelegen kotta Toe loengagoeng wateroverlast bezorgde. De motieven voor deze weigering door de overheid waren ook zeer begrijpe lijk vanwege de belangrijkheid van dit meer als natuurlijk waterreservoir van de uitgestrekte lager gelegen sawahs met de talrijke suikerfabrieken langs de gehele Brantas rivier. Midden in dat meer bevonden zich twee eilandjes, die door de plaatselijke bevolking heilig waren verklaard. Zij die geen islamiet waren zagen zij lie ver niet deze eilanden betreden. Langs een riviertje zocht ik naar een prauw (uitgeholde boomstam) van het bestaan waarvan ik op de hoogte was, om dan stilletjes naar de eilandjes te varen. Terwijl ik bezig was om het zich daarin aanwezige water uit te scheppen hoor de ik achter me "slamet pagi padoeka" (goede morgen meneer). Het was een mij bekende oude Ja vaan. Voor mij bleef het een raadsel hoe die oude man van mijn voorne mens wist. Mij zien over een grote af stand was niet mogelijk daar 't terrein met glagah was begroeid en buitendien woonde hij immers meer dan 4 km. er vandaan? Een leugen verzinnen kon ik tegen deze man niet, want hij vertrouw de mij immers volkomen. Hij vergezel de mij op mijn ontdekkingsreis en werd tegelijkertijd mijn gids. Onder het ge boomte op het eiland lagen op een rij een stuk of zeven graven, die afge dekt waren met een rieten dak. Vol gens mijn vergezeller waren het de graven van islamitische handelaren "Dampoe-awan" die door een ramp waren overvallen (wat het was...? Na het bezoek aan dit eiland roeiden we verder en meerden aan een beek die ook in dit meer uitmondde. Naast dit beekje liep een pad. Dit pad vol gend kwamen we in een klein gehucht je bestaande uit 40 bamboe huisjes. Mijn metgezel bracht mij naar de oud ste inwoner van het gehucht. Naast een ruwe houten bank bezat de man nog twee ruwe stoelen en een tafel (ook ruw). Voor de stoel waarop ik zat kreeg ik een plank toegeschoven van wege de natte vloer. Het gehele ge hucht was 'n grote drassigheid. Langs het pad waar ik langs kwam, waren links en rechts greppels gegraven waarin vissen leefden. Ik gebruik het woord leefden, omdat de greppels wel nat waren maar geen water bevatten en er toch vissen leefden, die zich langs die greppels voortschoven. Ook schildpadden kropen langs en over de paden. In het bovenomschreven bamboe huisje waar ik als gast werd ontvangen kropen deze dieren of zij daar thuis hoorden rond, en hadden niet de min ste eerbied om mijn schoenen droog en schoon te houden. Op mijn vraag of deze dieren - ook de vissen - door de bevolking geconsumeerd werden, legden mijn gastheer en mijn metgezel mij uit dat dit niet gebeurde, want eeuwen geleden werd dit gebod eens overtreden en er volgde toen 'n ramp. Ziekten teisterden het gehele gehucht en de een na de ander moest ten grave worden gedragen en er restten nog slechts twee gezinnen die overleefden. Had men tóch behoefte aan vis, dan werd deze gevangen in het diepere gedeelte van het meer in het midden. Ik heb sindsdien nooit meer wat van dit meer gehoord. D. Dampoe-awan naam van een soort NV in familie-bezit, voor de han del overzee. Astma-Bronchiiis patiënten U kunt direkt verlichting en zelfs veelal genezing vinden door aanschaffing van de „CHEMO" Handverstuiver Fijne verstuiving Onbreekbare lichtweren de medicijnhouder. Ook In ELEKTRISCHE UITVOERING verkrijgbaar voor zware patiënten I Vraagt inlichtingen bij: (Dir. Th. E. Bendien) FRED. HENDRIKPLEIN 6. DEN HAAG Telefoon (070) 55 26 47 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 5