hun toekomst liggen. Vele toezeggin
gen van hulp met raad en daad van
gouvernement's en particuliere zijde,
vooral ook van de Deli Mij, droegen
tot dit besluit het hunne bij, maar mis
schien gaf, een gesprek met een ze
kere mevr. van Renesse van Duiven-
bode, die een soort boarding house ter
plaatse had, maar zich meer bezighield
met literair werk onder het pseudoniem
"Dulcinea", waaronder zij in die jaren
in Indië een zekere bekendheid genoot,
de doorslag.
Na alle zaken in Soerabaja te heb
ben geregeld vertrokken mijn Ouders
naar Medan, waar mijn Vader de voor
malige woning van een kapitein-kwar
tiermeester had kunnen huren, een
houten huis op palen met atap dak,
waar petroleumlampen en een put voor
respectievelijk licht en water moesten
zorgen, maar dat in het centrum van
de stad gelegen was. Op 5 juni, 1898
zetten zij voet aan wal, met (schoon-)
moeder, baby, en een acht-tal Javaanse
bediendes, benevens kisten vol met
wat voor een eerste begin nodig was,
keukengerei, servies, linnengoed en zo
meer. De aanschaf van dit alles, plus
reis- en douanekosten had hun in "cold
cash" een bedrag van tien gulden en
enige centen overgelaten! Terwijl zij
met man en macht bezig waren de wo
ning toonbaar te maken, met o.a. wat
gedekte tafeltjes op de voorgalerij, die
hierdoor tot eetzaal werd gepromo
veerd, kwam reeds de eerste bestel
ling binnen, een diner ter ere van de
eerste steen legging voor het nieuwe
Residents huis. Daar de "barang" nog
niet was uitgepakt, moest de hulp wor
den ingeroepen van enkele vriendelijke
dames, die het ontbrekende servies en
andere benodigdheden in bruikleen ga
ven. Op 9 juni, 1898 waren zij officieel
in bedrijf.
Voorlopig werd de voornaamste bron
van inkomsten gevormd door leveran
ties buitenshuis, met daarnaast een
banketbakkerij, annex winkel, waarin
resp. mijn Vader en Moeder de scep
ter zwaaiden. Ik kan me nog herinneren
hoe een paar maanden voor Sinter
klaas alles op volle toeren draaide om
te voldoen aan de bestellingen van
onze speculaas, die niet alleen in Deli
zelf, maar door heel Indië, ja, ver daar
buiten befaamd was. Het brosse baksel
werd verpakt in vierkante blikken do
zen en zorgvuldig dicht gesoldeerd,
zodat de inhoud na maanden nog niets
aan kwaliteit zou inboeten. Tot in Bang
kok, Singapore, ja zelfs Hongkong
werd de speculaas van de Boer hoge
lijk op prijs gesteld.
der, en dat het aan soliditeit niets te
wensen overliet bleek in 1935 bij een
brand, die in een van die bovenkamers
uitbrak. Terwijl alles en iedereen in
paniek geraakte, nam mijn Vader in
een gemakkelijke stoel op het terras
plaats om de gang van zaken te ob
serveren. "Maak jullie je toch niet zo
druk" zei hij laconiek, "Het gaat heus
niet verder, ik heb het toch onder ei
gen toezicht laten zetten". En hij had
gelijk, de schade bleef tot die ene
kamer beperkt.
Bovengenoemd gebouw vormde de
kern van de daarna regelmatig voort
gaande uitbreiding, totdat het hotel een
honderd en twintig kamers omvatte,
waarvan zeker honderd met eigen bad
en toilet, en daarnaast ruime zalen
voor restaurant en amusement. Ook
het kindertal, dat tenslotte zeven be
droeg, groeide.
Hoe mij Ouders het klaar gespeeld
hebben om naast hun rusteloze werk
zaamheden ons kinderen een heerlijke,
met liefde omgeven en tegelijk leer
zame jeugd te geven is mij achteraf
nog een raadsel. Onder het hoofd
"leerzaam" zou ik even melding willen
maken van de indrukwekkende ver
schijning van de Komeet van Halley
(1910). Nadat aan ons kinderverstand
zo goed mogelijk was duidelijk ge
maakt, wat een komeet was, werden
wij, voor zover oud genoeg, tussen drie
en vier uur in de morgen gewekt om
op de Esplanade het phenomeen te
aanschouwen. Het heeft een onuitwis
bare indruk op mij gemaakt, en aan
gezien ik niet hoop of verwacht de
volgende opwachting van dit hemelli
chaam, in 1985 of '86, mee te maken,
ben ik dubbel dankbaar, dat ik van
deze unieke gebeurtenis getuige heb
mogen zijn. Moge ik dan ook hierbij
van mijn grote dankbaarheid en bewon
dering voor mijn Ouders getuigen!
Mijn Vader, die altijd zijn, door de
avontuurlijke vlucht uit het ouderlijk
huis onderbroken opvoeding had be
treurd, had bij al zijn bezigheden nog
tijd gevonden om deze lacune als auto
didact volledig aan te vullen. Hij sprak
vloeiend Frans, Duits en Engels, was
zeer belezen, en kon zich daardoor in
elk gezelschap volkomen op zijn plaats
voelen.
Behalve pioniers in de letterlijke zin,
waren mijn Ouders ook zeer vooruit
strevend in andere zaken, waarbij de
koppige Friese aard van mijn Vader
zich niet verloochende. Bij een contro
verse met de Electriciteits Maatschap
pij, die weigerde hem een groot-ver
bruikerstarief toe te staan, maakte hij
korte metten, bestelde een Diesel mo
tor, bouwde op het achtererf zelf een
fabriekje en was voor lange jaren zijn
eigen leverancier. Het toeval wilde, dat
juist in die tijd de eerste staaldraad
lampen op de markt verschenen. De
betrokken fabrikant, op de hoogte van
mijn Vader's initiatief, zond hem een
grote collectie van zijn nieuwe gloei
lampen met verzoek deze in zijn zaak
te introduceren. Gevolg: stralende ver
lichting in Hotel de Boer, terwijl de
rest van de stad het nog met de, in
contrast daarmee op gloeiende spij
kers lijkende, kooldraadlampen moest
doen. Tot overmaat van ramp placht
de "officiële" stroom nog al eens uit
te vallen, zodat "de Boer'1 dan de
enige oase van stralend licht in de
duisternis was. Men kan zich voorstel
len, dat meneer de Boer bij genoemd
energiebedrijf niet bepaald persona
grata was!
Het werd er niet beter op, toen hij
om eenzelfde soort strijdvraag een ei-
Lees verder volgende pag.
Door verstandig beleid, en met be
hulp van een binnen enkele dagen vol-
tekend renteloos voorschot, kon reeds
na een paar jaren het eerste perma
nente, stenen gebouw worden gezet,
met beneden ruimte voor het restau
rant en bar en boven zeven logeerka
mers. Van dit eerste gebouw was mijn
Vader zelf de architect en uitvoer-
i w:.
Een kamer in Hotel de Boer, met klamhqebox (een door dit hotel ingevoerde nieuwigheid)
en doorkijk naar de voorgalerij.
7