VROUW - VANDAAG Nederland even vóór 1970. Op de grens van weideland en duinen verrijst een laboratoriumcomplex. Geen enkele gebogen lijn; verticale en horizontale lijnen. Grijze vlakken onderbroken door een horizontale aaneengesloten rij vensters. In dit laboratorium worden instrumenten getest voor technisch-wetenschappelijk onderzoek. Telefoontoestellen, een licht-geluid oproepsignaalsysteem, een inter comsysteem, een walkie-talkiesysteem maakt iedereen bereikbaar. Computers zoemen, rekenmachines ratelen, schrijfmachines duiden aan, waar een vrouw werkzaam is; telextoestellen, punchcardmachines laten hun karakteristiek geluid horen. Op 20 mannen personeel is er één vrouw. Telefonisten, typisten, steno typisten, secretaressen, telexisten, ver pleegsters, analysten, administratief personeel werken hier. Vrouwen uit sluitend aangenomen indien zij over een intense beroepservaring van enke le jaren beschikken. Hoewel verschil lend van type en werkzaamheden, heb ben zij vele dingen met elkaar gemeen; zij verdienen behoorlijk, kunnen auto rijden of sparen er voor één, verloofd of jonggetrouwd, bewonen flats, com bineren werkkring en huishouding. Zij zijn positief ingesteld tegenover hun levensplannen, hun toekomst, hun (a.s.) echtvriend en op elkaar. Er is een eer lijkheid t.o.v. elkaar gebaseerd op el- kaars werk en karaktereigenschappen, die door dit werk tot uiting komen, loyaliteit, Maar ook de jaloezie, ver schil van mening, harde be- en ver oordeling kent deze vrouwengemeen schap. Ook zij houden van sier, bloe men, en bekijken met dezelfde aan dacht modeplaten als hun moeders en grootmoeders het hebben gedaan. La ten we er eens één uithalen, die niet zo jong meer is. Een vrouw van 1925... In haar contract staat "secretaresse" gebaseerd op een grondige vakoplei ding en 20 jaar beroepservaring. Zij werkt bij een hoofdingenieur, wiens taak het is het gehele complex van gebouwen, terreinen en installaties in goede staat van onderhoud en func- tionnering te houden. Is deze vrouw temidden van dit technisch-wetenschappelijk materiaal vrouw gebleven? Zij heeft het zich vele malen afgevraagd. Zij vindt van niet haar chefs vinden dat zij vrouw is: Oor deel zelf. Zij heeft een kamer, die rechthoekig is. In deze kamer staan aan de ene kant 5 archiefkasten van elk 4 laden (grijs staal), een koelkast, een grote kast (grijs staal) en een lage kast (grijs staal). Een grijze telefoon. Aan de an dere kant een schrijfbureau (grijs staal) 'n typebureau (grijs staal) een schrijf machine (grijs staal). De muren zijn witgeverfd, de deur grijs in blauwe lijst gevat. Twee grijze prullenmanden. Aan de andere kant valt het licht door de vensters. De golvende lijn van de duinen is iedere dag even mooi. Met Kerstmis en Nieuwjaar was het witte kleed over de duinen een waardige afsluiting van het vorige jaar. Nu en dan rent een haas door het struikge was. In de lente kruipt ook het groen over de heuvels. Voor het middelste raam staat een vaas van blauw kristal van Zweeds makelij; en de kleur komt terug in een foto van de hemel en Parijse Eiffeltoren, die de chef aan haar heeft cadeau gedaan als hulde voor het feit, dat zij een keurig secre tariaat heeft ingericht. Even verder aan de wand prijkt zijn foto met de ma quette van het gebouw, dat onder zijn leiding uit de grond is verrezen. Een vrolijk gebloemd kussen siert haar kantoorstoel. 's Avonds wordt alles weggeruimd om dat de vrouwen van het schoonmaak bedrijf overal over de meubelvlakken moeten komen om de stof af te nemen. Het artikel van Mevr. M. Korste "Among my souvenirs" in Tong Tong No. 16 (28 febr.), waarin zij aan bet slot meent te moeten concluderen dat "zelfs het vrouw zijn nog slechts her innering is", is niet in goede aarde ge vallen bij inzendster van de volgende reactie, zelf ook uit Indië, maar hier in Europa een nieuwe levensinstelling gevonden hebbend. Het komt ons voor dat iedere vrouw haar eigen opvatting heeft van het vrouw-zijn. Als echter de instelling van inzendster dezes (die om acceptabele redenen niet voluit kan signeren), maat gevend is voor de instelling van de moderne jonge vrouw, dan is het wel goed dat veel "ouderwetse" dames er op zijn minst kennis van nemen. Overdag doen deze vrouwen de huis houding en 's avonds maken zij in groepsverband de kantoren schoon. Soms werkt de secretaresse over en maakt zij met de vrouw, die haar ka mer schoonhoudt, een praatje. Zij ver telt van haar jeugd en de andere vrouw vertelt van haar man. Zij begrijpen el- kaars problemen omdat hun harten spreken en hun verstand zwijgt. Ja, 't secretariaat. Het is haar trots, dat het keurig is opgeruimd. Dat alle cor respondentie up-to-date is. Dat ieder formulier (en dat zijn er vele, want ook Sint Bureaucratius is hier een werk nemer) op tijd en netjes wordt inge vuld. Zij voelt voldoening als iedere brief keurig en zonder fouten wordt getypt en haar vingers snel en lenig op het toetsenbord hun weg vinden. Brie ven over het inrichten van parkeer terreinen, tuinontwerpen, rookopspo- ringssystemen voor het tijdig ontdek ken van brandhaarden, liftkeuringen, de montage van kranen, de inrichting van een medisch centrum, laboratoriumbe schrijvingen, opslag voor stikstof en zuurstof, de werking van een controle paneel, energieaggregaten, allerlei uit vindingen van mannenbreinen, van scheppend vermogen om uit een ver zameling materialen een werkend sys teem te maken. Je moet er natuurlijk van houden. Vorig jaar zat zij op de IBM 72 (schrijf machine met letterbol) in de schrijf kamer en typte wiskundige beschou wingen met allerlei soorten formules. Zij hield van het werk, het deed een beroep op haar typetechnische capaci teiten. Maar de bedrijfsleiding achtte haar capaciteiten voor een hoger ge gradeerde functie geschikt onder het motto "Project experience". Het was een kans en zij gréép de kans met beide handen. Makkelijk was het niet. Avonden en avonden tot 10.30 uur zat zij te studeren op haar secretariaat. Ze wilde zichzelf bewijzen dat zij deze functie beheerste. Met een hartstocht wierp zij zich op het werk en iedereen, die haar kende, vroeg zich heimelijk af, wanneer ze er aan zou sterven...

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 9