OFFICIËLE PUBLIKATIE
MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN
1
HET BUREAU SCHADECLAIMS INDONESIË
maakt het volgende bekend:
De natuurlijke- en rechtspersonen, die menen ingevolge de bepalingen van de Rijkswet van 15
maart 1969 (Stb. 1969/183) deelgerechtigd te zijn in het bedrag bedoeld in de Nederlands-Indonesi
sche Overeenkomst van 7 september 1966 (Trb. 199), omdat zij schade hebben geleden:
a als gevolg van tussen 3 DECEMBER 1957 en 15 AUGUSTUS 1962 door of namens de Indone
sische regering verrichte handelingen of bevolen maatregelen van confiscatoire aard of door deze
regering toegelaten of bevorderde tegen Nederlandse belangen gerichte handelingen of maat
regelen, waarvan feitelijk verlies van rechten het gevolg is geweest,1
b wegens het ophouden van de betalingen op obligaties ten laste van vóór 27 december 1949
wettig bestaande publiekrechtelijke gemeenschappen in Indonesië, bedoeld in artikel 4, tweede lid
van de Overgangsovereenkomst, welke deel uitmaakt van de R.T.C.-overeenkomsten (Stb. J 570),
c in verband met de feitelijke onmogelijkheid om hun rechten uit te oefenen ten aanzien van goe
deren in Westelijk Nieuw-Guinea (West Irian),
moeten, DOCH ALLEEN VOOR ZOVER ZIJ DAT NOG NIET HEBBEN GEDAAN, hun vorderingen,
met uitzondering van die hierboven vermeld sub b, schriftelijk indienen bij HET BUREAU SCHADE
CLAIMS INDONESIË, HOOFTSKADE 1, 's-GRAVENHAGE (tel. 61 49 41).
De hierboven sub b bedoelde obligaties zelf, bestaande uit mantel, talon en niet verzilverde
coupons en voorzien van de definitieve stukkenverklaring, moeten door bemiddeling van een lid van
de Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam, de Vereeniging van Effectenhandelaren te Rot
terdam of de Bond voor de Geld- en Effectenhandel in de Provincie te 's-Gravenhage (d.w.z. een bank
instelling of effectenkantoor) worden ingediend bij de Vereeniging voor den Effectenhandel, Beurs
plein 5 te Amsterdam.
De houders van de obligaties worden geacht met de inlevering bij een bankinstelling of effecten
kantoor als boven bedoeld die instelling of dat kantoor te hebben gemachtigd tot het ontvangen
van de daarop vallende uitkeringen en daarvoor kwijting te verlenen.
De termijn van indiening van alle categorieën vorderingen EINDIGT OP 19 AUGUSTUS 1969.
Vorderingen die niet vóór die datum zijn aangemeld, worden bij de verdeling niet in aanmerking
genomen.
SCHADEN, DIE GELEDEN ZIJN ALS GEVOLG VAN DE OORLOG EN DE NASLEEP DAARVAN,
DERHALVE SCHADEN DIE ZIJN ONTSTAAN VOOR 3 DECEMBER 1957, KOMEN NIET VOOR RE
GISTRATIE EN UITKERING IN AANMERKING.
Het betreft hier derhalve schade, ontstaan door nationalisatie van bedrijven en feitelijk verlies door
genoemde oorzaken van onroerend goed.
Hieronder vallen dus uitsluitend de obligaties, uitgegeven door provincies en gemeenten van het
voormalig Nederlands-lndië voorzover die door Nederlands-lndië zijn gegarandeerd en zij luiden
in Ned. Crt. en/of in Ned. Crt. betaalbaar zijn gesteld.
22