VREEMD JACHTAVONTUUR IN NIEUW GUINEA Maar heel weinig is hekend van het pionierswerk van zoveel Indo's in Nw Guinea, vaak onder verschrikkelijke omstandigheden. Waarom zijn h.v. de Deta-jongens vergeten? Hier een erva ring uit een andere fase in het pio nierswerk. Nw Guinea-mensen vertel len zelden van hun ervaringen, of maken zich er met een grap van af. "But nobody knows the troubles they have seen..." Vanuit Sarmi (1 nacht varen westwaarts van Hollandia) vertrokken de damar-zoekers, die jn 1949 op dit plaatje vereeuwigd werden. V.l.n.r. Th. Samuels, de Rooy (overleden in 1951 aan zwartwaterkoortsj en D. A. Tessensohn. Op de voorgrond: H. Samuels. Nabij het bandjir-beekje Djaar, dat in de Boe uitmondde, een zijriviertje van de Thor werden de bivakjes op getrokken, vanwaar werd geopereerd om het gewonnen gom-copal op te zamelen. Het Gom-copal (Agathis), in de volksmond damar genoemd, werd gevonden op de lage gebergten o.a. Wemken, Womkin, Djaar en de laag vlakte van de Bodem. De bivakjes van de Berrick- en Béostammen stonden in een halve cirkel om mijn eigen bi vak heen, welk vooruit geschoven was en wel om eventuele aanvallen van de vijandige Ar-Matistammen te kunnen opvangen. Voordat er naar de Djaar werd opgetrokken waren voordien aan de jungle-papoea's lege goeni-zakken verstrekt met afgifte van de ruilgoe- deren en tevens de nodige tembako- lempeng. Na die voorbereidingen werd dan gezamenlijk de tocht naar de damar- gebergten ondernomen met medene ming van de vrouwen en kinderen. De oudjes bleven achter om de dorpen te bewaken. Ook de varkens gingen mee evenals de biggetjes, die door de vrouwen werden gedragen en met de baby's samen de borst kregen. Nadat de bivakjes waren opgetrokken, gin gen de mannen met de vrouwen de gebergten in om het gom-copal van de bomen af te schrapen en de opge spoorde damar-tanah op te graven, waarbij vooral de jacht op zwijnen, casuari's en en lou-lou's (kleine soort kangoeroes) niet vergeten werd. Doch de jacht leverde, hoe onge lofelijk het ook klonk, niets op en al dagenlang kreeg men maar geen en kel beest onder schot. Dat vonden de papoea's erg ongewoon en op hun jungle-manier trachtten ze de oorzaak van hun pech op te sporen. Een som bere en geprikkelde stemming heerste in het kamp en het leek of de sfeer met een doem beladen was. Meestal werd de vrouw daar de dupe van. Na de warmte overdag was het in het kamp in de avond erg koel. De vuur tjes werden dan extra gepord, een werkje dat door de vrouw werd ver richt. Naast het vuurtje strekte ze zich uit terwijl de man op de para-para bo ven haar behaaglijk zich uitstrekte en daarna in slaap viel. Indien de vrouw in slaap viel en het vuurtje begon te doven werd met een kreet manlief wakker van de kou en gaf met een stok driftig de vrouw beneden hem een dracht slagen met als reactie boze kreten van de geslagene, die het vuur tje weer opporde. Tot op een middag Noerbesi en Jacob, de kepala's perang, naar mijn bivak gingen en mij vroegen of ik met hen wou meegaan naar een van de hutjes. Ze brachten mij naar een bi- vakje waar op de para-para een jon gen lag. In trance. Noerbesi streek het jongetje over het hoofd en het jongetje begon langzaam te spreken. Hij noemde mijn naam en beschuldig de mij de wai-boom te hebben ont- eerd. Nopens die boom ging het ver haal rond dat eens in het bos een jager plots een wit zwijn tegenkwam. De jachthonden bleven stokstijf met staande haren staan en oogden slechts het zwijn na instede van heftig aan te vallen. De jager schoot een pijl af en trof het dier in de rug. Het zwijn drentelde kalm verder en ver dween zowaar in een wai-boom, een soort boom waar de paradijsvogels hun romantische dans wiegelden om de wijfjes te lokken. Nadien werd zo'n wai-boom in ere gehouden door de grond daar om heen schoon te hou den. Nou dan, ik was gedurende de ver moeiende tocht zo'n boom tegenge komen en had er een plasje gedaan. En dat nam de Bosgeest, de genius van het wild, niet. Vandaar de pech dat de mensen hadden gedurende de jacht. Mij restte niets anders dan mijn spijt te betuigen en mijn verontschul digingen aan te bieden. Een genadige lach kwam om de mond van de in trance geraakte jongen. Hij zei daar na: "Morgen bij het krieken van de dag moeten de mannen naar de eer ste drie tandjoengs gaan en daar zul len zij in iedere tandjoeng een groot zwijn aantreffen". Na deze woorden werd de knaap wakker en keek ieder een wazig aan. De volgende morgen in de vroegte trokken troepjes man nen met pijl en boog zuidwaarts naar de tandjoengs. Na circa een ander half uur kwamen ze met veel gejoel, vreugdekreten brullend, het kamp bin nen, ingehaald door fanatiek dansende kerels. En met 3 zwijnen! Van damar zoeken was vanzelfspre kend geen sprake meer, voorlopig. En kort daarna rook het gehele kamp naar daging foefoe (geroosterd vlees). De jagers, die de zwijnen hadden ge dood, mochten evenwel volgens hun adat niet aan de smulpartij deelnemen op straffe van eeuwigdurende tegen spoed. Nou viel de pech op mij, door dat ik hen voor een paar dagen zo maar voor pertjoema in de kost moest nemen. Derhalve mij stellig voorne mend in het vervolg beter uit mijn ogen te kijken. DATE SANATURN-REKSTOK versterkt de buik- en rugspieren. Bestrijdt rugklachten en trage spijsverte ring. Verbetert het figuur. Overal toe te passen. f 42,50 4. f 5,10 B.T.W. - Vraag folder bij: MEDICOR - Den Haag A2 v. Hoeylaan 28 - Tel. 070-850093 wtt 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 16