MANDI TEMPO DOELOE <ÏDe tip waó een Moeniioel, Kalitaman, Blabak. (§obang waard n.v. Azië Zwitserland Technisch Bureau HENNEMAN Handel Mij. Sinds 1916 Nog een herinnering aan een heerlijk zwembad. Terloops zij opgemerkt, dit naar aan leiding van uw artikel in het vorige blad, dat de badplaats Moentioel in derdaad bij Ambawara lag of ligt (het zal er nu nog wel zijn). In mijn jeugd stonden er 3 of 4 grote volgegroeide waringinbomen op heuveltjes (gevormd van op en naast elkaar gestapelde ste nen) midden in het kristalheldere wa ter. Maar nu badplaats Kalitaman, in Sala- tiga. Wij, mijn 2 broers en 2 zusters en ik waren op Salatiga "in de kost" bij een Friesche familie met 3 kinderen. Hij was veearts in Rembang en kwam ieder weekend thuis en mevrouw had een kosthuis in Salatiga. Er was nog een ander, een meisje, behalve wij, daar "in de kost". Mevrouw ging elke middag klokslag 3 uur met ons zwemmen in Kalitaman. We moesten circa 20 minuten lopen door de koele straten van dat berg- stadje tot we aan hotel Kalitaman ge legen aan het kerkplein, kwamen. Voor het hotel stonden aan weerskanten van de straatweg tandjung-bomen, waarvan we de afgevallen bloemen en passant opraapten. Ook de vruchten, ontdaan van hun vruchtvlees, de pitten gebruikten wij bij ons spel. De zg. getjiks weet u wel? Twee getjiks op elkaar leggen en dan slaan, welke eerder kapot? Naast het hotel Kali taman stond de soos. Schuins daar tegenover woonde de oude mevrouw Swaving met 3 kleinkinderen. En dan begon het stenige pad naar beneden, naar het zwembad. Even voor het zwembad stond links van het pad een kemuningboom en daaronder zat elke dag een oude be delaar met zijn klappermandje gebe den te prevelen. Hij kreeg iedere dag van ieder van ons een cent Recht van de ingang tot het bad stond een njam- plong boom. De vruchten hiervan hol den wij uit, schil eraf, een biting in de schaal gestoken en we hadden een miniatuur siwur (tjiduk). Als je het zwembad naderde rook je al de geurige frisheid van het water. Onze zwembaden in Indië hadden die onde finieerbare geur, die je al op een af stand rook, vindt u niet? Het zwembad zelf was langwerpig, men ging langs trappen naar het water. Er dreven deels losse, deels vastgemaakte bambustammen in ten gerieve van de minder bedreven zwemmers. Aan de linkerkant van het bad groeide een grote bos "kruidje-roer-me-niet" en aan de rechterkant stroomde het hel dere water in een dikke straal in het bassin. In het water zwom een hele school grote tombro's waarbij één blinde, die we gemakkelijk konden pakken tijdens het zwemmen en dan weer loslieten. De mandoer zeide, dat de tombro's heilig waren en zo slim, dat ze zich niet lieten vangen met de hengel. Nou, dat geloofden wij kinde ren niet. Op een dag brachten wij ge woon sterk touw mee met haken van kromgemaakte spelden en brood. Aan de mandoer vroegen wij "Boleh tjoba pantjing?" "Boleh" zei hij met een glunder gezicht, in de vaste overtui ging, dat de vissen zich toch niet lie ten vangen. Eerst gooiden wij kleine stukjes brood in het water tot er een hele school vissen was. En óf ze aan het brood hapten. Toen ging weer een handvol brood in het water met daar tussen de haken met brood. En na tuurlijk vingen we er een paar. Ik zal nooit dat beteuterde ontgoochelde ge zicht van de mandoer vergeten. "Teta- pi, soetjie, tida boleh dimakan", zei hij. ("Maar ze zijn heilig, ze mogen niet gegeten worden"). Dat waren we ook niet van plan en gooiden de vissen terug Mevrouw zwom altijd heel kalm zonder eenmaal te rusten, 10 x het zwembad rond en dan moesten we er onherroe pelijk uit, vaak met tegenzin. We troostten ons echter met de gedachte, dat we er "morgen" toch weer zou den zijn. En bij onze thuiskomst kregen we ie dere dag een heerlijke schotel dam pende ketella pohon en ketella pen- dem (rambat) met gula djawa, dat na tuurlijk verrukkelijk smaakte. Ketella pohon noemden wij "roti soemboe". Ik herinner me ook de badplaats Bla bak, bij Djokja. Het was tamelijk klein, het water was zeperig wit en warm door de aanwezigheid van warme bronnen. Maar wij kinderen hadden een beetje angst om er gewoon te zwemmen als in andere zwembaden, we dachten dat er misschien een kra ter in het midden was en we bleven dus veilig aan de kant baden en stoe ien. Mevr. F. Retel Helmrich Op een kleine plaats leerde ik een echtpaar kennen dat niet zo jong meer was. Ik noemde hen Oompie en Tan- teke, want ik was toen pas 28 jaar. Zij mochten mij heel erg en ik genoot ten volle hun vertrouwen. Hoewel Oompie reeds helemaal grijs was, was zijn gezicht nog rimpelloos en zijn vrouw had behalve een nog gladde huid ook nog zwart haar. Vaak ging ik met Oompie op varkensjacht, daarbij op de fiets door de blubber zwoegend, het geweer op de schou der. Hij was bovendien ook lid van de plaatselijke voetbalvereniging en speelde tussen jongemannen van 18 t/m 30 jaar Vanwege zijn grijze haren werd hij vaak voor een blonde jongen tussen de zwartkoppen versleten. Het sympathieke echtpaar kreeg gere geld bezoek van een man van onge veer zestig jaar. Op een gegeven ogenblik bemerkte ik echter, dat de trouwe bezoeker niet meer kwam. Ik vroeg Tanteke naar de reden van zijn afwezigheid. Die kreeg ik naderhand te horen, toen we een keer alleen sa men waren. Zij vertelde me, dat de huisvriend reeds geruime tijd toenade ring bij haar probeerde te zoeken, ech ter zonder resultaat. Enige dagen ge leden was hij bij haar geweest om haar te vertellen, dat haar man wei eens op bezoek kwam bij een dame van minder goede reputatie. Na hem zwijgend te hebben aangehoord, haal de zij uit haar oedet (buikband zij droeg nog sarong en kebaja) een go- bang (muntstuk van 21/2 ct) en gaf deze met een hooghartig gebaar aan de roddelaar als beloning voor het over brengen van het bericht, dat ze niet meer dan 21/2 ct waard achtte. De man vertrok zonder te groeten en bleef sindsdien weg. Toen ik Oompie kort daarna op de man af vroeg of de beschuldiging waar was, vertelde hij, dat hij inderdaad eens bij de bewuste vrouw thuis was geweest, omdat een van de voetbal lers met wie hij regelmatig naar huis reed, haar moest spreken en niet wil de hebben, dat hij buiten bleef staan. Zoiets zou hem, bezwoer hij plechtig, nooit meer overkomen! D. ELECTRISCHE-, CENTRALE VERJV ARMINGS- EN SANITAIRE INSTALLATIES, TEVENS GASFITTERS specialisten in onderhoud en vernieuwingen van installaties in reeds bestaande huizen. Volledige garantie, prijs offerten. Atjehstraat 68- 72 Den Haag Telefoon 55 03 00 (3 lijnen)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 13