Moeder Lila (Marijke Sleevensz) en dochters Lola (Curly Monod) en Lulu (Joy v.d. Woude) stellen zich voor. een gemeenschap en stand te blijven houden als gemeenschap, dat is ge loof ik het moeilijkste dat er bestaat. In Amerika, land van hard werken, succes hebben en geld verdienen kun je al je tijd wel op aan die bezigheden. "Mijn kinderen hebben het zo goed daar", zeggen de ouders hier tevre den", ze hebben net een groter huis gekocht en mijn zoon verdient nu al bijna tweemaal zoveel als het hoogste salaris dat ik ooit had!" Met de Indo's in Californië waar ik toen ook bij hoorde, ging het niet eens zo goed, vond ik. Je hoorde van ern stige ziekte bij die, lay-offs bij de an dere. Van huiselijke moeilijkheden daar. Hoe kan dat nou, dacht ik, waar om denken ze daar in Holland dat we in ons geld verdrinken en dat er hele maal geen piekerans zijn. En toen ontdekte ik ook dat het kwam omdat we "bij elkaar" waren en dat we van eikaars soesah wisten. Dat was goed, niet "het goed hebben ie der voor zich". Dat aanpassingsprobleem is geen punt, nergens geloof ik. Het enige probleem is de aanvaarding van je aanpassing. Als die aanvaarding niet plaatsheeft blijft er een gevoel van onbehagen en soms ook van wanho pigheid. Dit nieuwe leven, Amerika, blijkt toch niet te zijn wat ik zocht, denk je. Vreselijk die keiharde manier van leven, die schijn-happiness, hoe hou ik dat vol? Is niet vol te houden gewoon, niet voor Indische mensen met altijd weer het verlangen om bij elkaar te zijn en kleine intieme vreugdes met elkaar te genieten. Al was het maar het eten van een portie roedjak. Wie begrijpt iets van roedjak en nasi rawon in de Sta tes? En zo is de Soos ontstaan: samen iets van een eigen cultuur bewaren. Ontwikkelen als het kan, samen op groeien en samen delen. Niet alleen samen een charter-vliegtuig betalen om Pa en Ma in Holland op te zoeken, maar iets maken HIER in dit enorme land waar nog zoveel vrijheid braak ligt. Braakliggende vrijheid, ik geloof dat dat de beste definitie is voor Ame rika. Alleen zien de meesten het niet zo, veel Indo's ook niet. Het is met die Soos in Pasadena en later in Los Angeles niet allemaal koek en ei geweest. Up, up, up en toen down, down, down. Zoals altijd met alles waar veel mensen bij betrokken zijn. Wat dat samenleven betreft kun nen we nog veel leren van dieren ook al worden we niet graag tot kudde dieren bestempeld. Het nuttige van een vereniging is, vind ik dat de parasiteerders er toch wel gauw afvallen als er niets meer te pa rasiteren valt. Je hebt dan alleen nog last van kletspraatjes, verwijten en wat roddelarijtjes en dan zie je ze nooit meer terug. Dat was het ook bij de Soos. Want toen de bodem te zien was, bemerkte men dat het beste was blijven liggen. En met dat "beste" draait de Indo Community Center De Soos nu dapper verder. De vrouwen "Zouden de vrouwen zelf niet wat kunnen doen, iets beginnen naast het gewone Soosplan?", zei ik eens tegen Marijke Steevensz. Zo kwamen de vrouwenkoempoe- lans, soosvrouwen onder elkaar. Als je elkaar door en door kent, als er niets meer te denken of te verdenken valt van elkaar, dan kom je eindelijk op de basis waarop je kunt bouwen. Soosvrouwen dachten plannetjes uit om meer te doen voor en in de Soos; de young Indo's (tieners en twenners) gingen een moeizame weg, maar welke vrouw wil niet young zijn en young denken? En zo kwam mèt de vrouwen een samenwerking tot stand die de Soos nieuwe levensmoed, nieuwe planning schonk. Creatief denken en creatiever zijn. Het ging ze gemakkelijker af dan men dacht. Je hoefde niets te imiteren, je mocht gewoon Indisch zijn, praten, denken. Als je maar DEED. Punt. Hoe oud zijn de Indo's van de Soos? Het heerlijke van Amerika vind ik nog altijd de rekbaarheid van de leeftijds grens, ook al bestaat daar óók de AOW-streep. Je bent oud of jong, het (zie volgende pag.) Open doek voor Deetje Dapoer (Ine de Feniks, 3e van links hurkend) Prins Piet (Jur v.d. Woude rechts van haar) en alle andere leden van de cast. Hartelijk applaus voor het enthousias me en de concentratie waarmee zij als amateurs zo'n topprestatie konden leveren. Jammer dat in de tv-uitzending van Godfried Bomans een jaar terug niets over de werkelijke activiteit van deze emigranten tot uiting kwam. 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 18