grote zaden hebben, maar het zaadje
dat een mens voortbrengt is met het
blote oog niet waar te nemen. Kan
dus eigenlijk niet bestaan, zoals God
niet kan bestaan voor het ras dat de
eigen kortzichtige ogen als maatstaf
van het heelal beschouwt!)
Is het belangrijk of wij dat persoonlijk
beleven zullen, of niet? Wij zijn im
mers tóch al thuis in het land waar
de geestwind waait waar Hij wil? Waar
respect voor het Leven-alom de adat
is? c
(Nu gaat Roline ver-ziende dingen zeg
gen, waarvoor onze dank Red. T.T.)
Bovendien ben ik persoonlijk van me
ning, dat TT in de (ongewilde?) voor
hoede staat van een nieuw literatuur
begrip, diametraal tegenovergesteld
aan wat actueel voor "progressief" en
"avant-garde' door wil gaan, maar wat
volgens mij niet anders is dan een met
steeds luider geraas ten dale storten
van een lang lang geleden begonnen
verval. Niet van de hele westerse we
reld "en bloc", natuurlijk niet. Maar
van een bepaalde cultuurlaag, een ou
de denkcellenlaag, die, droog en dor
geworden langzaam afgestoten wordt
naarmate de oude (stinkende) zweer
daaronder begint te genezen. Het nieu
we huidje, o zo dun en delicaat, zit
er al onder, doorzichtig roze.
Ik bedoel, ik geloof voor de toekomst
in het op de eerste plaats komen van
een menselijke getuigenisliteratuur;
een vertellen van persoonlijke levens-
en zielservaringen, van lezer tot lezer,
van mens tot mens. Men zal steeds
meer ontdekken, dat de cerebrale fan
tasie het niet haalt bij de onuitputte
lijke fantasie van het Leven-zelf!
Als je denkt aan de miljoenen die be
zig zijn zich uit hun eeuwenlange
"stomheid" te bevrijden en die voor 't
eerst over het schrijvende taai-instru
ment vervoegen (zullen) om zich te
kunnen uiten!
Dan voel je, dat een nieuwe emotio
nele geladenheid aan het opkomen is,
die onder donder en bliksem en ver
frissende plensregens het verrotte li
teratuur-loof zal wegspoelen-
Tong Tong, die voor zoveel geborneer
de geesten een oude holle boomstam
lijkt met een doffe wegstervende stem,
is integendeel voor wie helder ziet een
levend hout vol kleine knoppen en
smaragdgroene blaadjes, die zijn roep
uitzendt met de zachte, maar vérdra-
gende stem (voor realisten: dat ligt
aan de toonhoogte, aan de vibrerings-
frequentie) van alle dingen die een
uiting van het eeuwige zijn.
Poekoel teroes, Tjalie, poekoel rustig
teroes! Het kleine leger van 6000 poe-
koelt dapper mee, ook al vallen er
trouwe soldaten links en rechts.
De alomtegenwoordige ogen zien ons,
leiden ons en beschermen ons. Als de
ogen van een enkele Kidang het ver
nietigende geweld van vuurwapens te
niet kan doen, zouden dan God's ogen
niet tot oneindig veel grotere wonde
ren in staat zijn?
Minta ampoen voor de lange uitwij
ding. Het navoelen van de consternatie
om de plotselinge dood van jullie trou
we medewerkster "Leodie", heeft me
dit geloof ik ingegeven. God behoede
haar goede ziel!
Ik was ook zeer verrast en verblijd
met de publikatie in TT nr. 15 van het
artikel van mijn lieve oude vriendin
Mevr. Trudy ten Bokkel Huinink, de
beste trouwste ziel die ik ooit leerde
kennen. Haar man en mijn vader waren
al prille studievrienden op 't "Poly" te
Zürich. Later, in Nongkodjadjar, sloe
gen zij mijn eerste looppogingen gade,
nota bene! Geweldige vrouw! Altijd
voor anderen in de weer, of het nu
dieren of mensen zijn. Altijd geven uit
een vol hart, ook en vooral in tijden
van eigen armoede (die in haar leven
gedomineerd hebben). Steeds omringd
door haar en andermans honden, kent
ze alle dieren en bomen die "haar"
Aarberger bos bevolken en nu ze al
leen is achtergebleven, wijdt ze zich
ook aan de oude en zieke mensen in
haar stadje. Gezelschap houden en
troostend babbelen over de tiendui
zend dingen van het leven, die voor
haar nooit iets aan spanning en inte
resse verliezen.
Tot slot en zeker tot uw overmaat van
ramp, voeg ik hierbij het eerste dicht-
sel dat ik in mijn leven maakte af
gezien van de lang daarvóór beoefen
de Sinterklaas-dichtkunst natuurlijk.
Dat gebeurde een jaar zowat nadat ik
in Holland gearriveerd was, 15 jaar
oud, als een wolkje heimwee-stoom
dat me onwillekeurig ontsnapte.
Gewoon maar voor in een laadje van
het rariteiten-kabinet, waarin ik toch
ook een vingerafdruk mag achterlaten?
Banjak hormat dan selamat poekoel!
Roline P. Galateri,
alias Si-lnien
Een Chinese calligraaf en schrift
kundige (zo'n man in een stalletje op
het trottoir in de Chinese kota, die op
verzoek brieven schrijft in het Chi
nees), tekende 20 jaar geleden op mijn
verzoek mijn naam Tjalie Robinson in
het Chinees voor me op. Hem vragend
wat die Chinese karakters eigenlijk
voorstelden, vertelde de man mij:
tja lie ro bin ton
tja onderzoeken; lie rechtvaar
dig; ro verzamelen; bin strand;
son nederigheid.
De man kende mij helemaal niet. Hij
herleidde geloof ik zuiver fonetisch-
Anderen vertelden mij later, dat de
man vermoedelijk alleen maar wilde
vleien, en dat bij een iets andere uit-
1NDIE
Daar waar de gouden zonnestralen
Het groen doen schittren als smaragd,
Daar waar de bergen zegepralen
Gekroond met vlammende kracht
Daar waar de bosgeesten heersen,
Ghandar-wa zich wiegt op haar zang,
Waar de War in gin fluistert
De sprookjes van toen, eeuwenlang;
Daar waar de droomvlinders zweven
ln 't eindeloos diep van het blauw,
Waar alle kleuren zich weven
Als 't glanzende kleed van de pauw;
Daar waar de zeewezens spelen
ln 't schuim van koralen strand,
Dat is de plaats waar ik heen wil,
Naar dat gelukzalige land!
Daar is mijn ziel, mijn hunkrend hart.
Daarheen vliegt mijn verlangen,
Daar kon ik vrij zijn, onbenard.
Maar hier, ach hier zit ik gevangen.
Si-lnien
spraak van deze woorden misschien
heel lelijke begrippen te voorschijn
hadden kunnen komen. Als dat zo is,
betreur ik het alleen dat ik de lelijke
versie nooit heb kunnen weten: ik had
er misschien heel wat nuttige zelf
kennis mee opgedaan.
Maar voorlopig -goed of kwaad
heb ik mijzelf vaak in de Chinese ver
taling kunnen hervinden, en nu doet
Roline plotseling vanuit een heel an
dere gezichtshoek hetzelfde! Gek, ja?
Mag in geen Indische boekenkast ont
breken!
BOEKHANDEL TONG TONG
ƒ4,15 0,40 porto
13