De Brug n.v. Azië Zwitserland Technisch Bureau HENNEMAN Op een druilerige dag pakte ik weer eens dat prachtige platenboek "Tanah Air Kita" uit de boekenkast (een da meskennis herdoopte het in een nos talgische bui eens in "Air Mata Kita") en al bladerend stuitte ik op de foto van de "Brug in de Z. Smeroe-weg". Ze is waarschijnlijk niet eens de mooiste of kunstigste uit het aan dit soort kunstwerken rijke Indië, maar de foto maakte een stroom van herinne ringen bij mij wakker. Ik zag de moei zame voorbereidingen van haar ge boorte en veel later zag ik haar terug in volle wasdom. Mijn vroegste herinnering stamt uit 1930. Ik was tijdens een schoolvakan tie bij een broer gelogeerd op een aangrenzende koffieonderneming. De djoerang (ravijn; steilwandig dal) be reikte je na een flinke tippel via de hoogste tuinen en een stuk bos. Na de hitte in de tuinen werkte de koelte van het bergbos als een verkwikkend bad; je zoog de longen vol met de pittige, pure lucht, ietwat bitter door de planten, die je vertrapte. Je kruiste een ondiep beekje met glashelder wa ter, ijskoud, dat je rustig kon drinken; ofschoon als je het als stadsmens niet gewend was, kon je er weieens een buikpijn van overhouden. Dan, vrijwel zonder enige overgang, ston den we weer te knipperen tegen het volle zonlicht aan een opengekapt tracé en een ravijn, waarover een noodbrug van bamboe en rottan. Aan de andere kant nog meer kaal ge kapte grond en naakte rots en een wriemelende menigte bezige figuur tjes; daar werd de westelijke toegang tot de brug, die nog moest komen uit de rots geblazen. De Hollandse op zichter begroette ons uit de verte met een brede armzwaai, nadat zijn hond hem met een waarschuwend geblaf op onze komst had attent gemaakt. Het beest, een witte, zwartgevlekte gla dakker, kwam ons daarna welwillend kwispelstaartend tegemoet. Zijn baas was een joviale kerel met een bier buik, die werd geaccentueerd door zijn shorts en een vervaarlijk dolkmes, dat er potsierlijk midden-voor aan zijn broekriem bungelde. Er was juist een nieuwe serie dynamiet-patronen aan gebracht en de mandoer kwam mel den, dat hij de lonten had aangesto ken, twaalf totaal. De baas gaf hierop drie snerpende fluit-signalen, op welk teken de hond als een schicht het bos instoof. Alles zocht een veilig plaatsje op. Toen kwamen de explosies, weer kaatsend tegen de bergwanden. Grote stofwolken spoten omhoog, even later gevolgd door het geruis en gebonk van vallend gesteente om ons heen. "Alle twaalf", zei de opzichter en floot één langgerekt signaal. Allen kropen uit hun schuilhoek, ook de hond. Onze brug was weer een stapje dichter bij haar geboorte. De tweede episode valt een jaar of zeven later. Ik was toen te Djember geplaatst en moest de brug regelmatig passeren. Hoe fijn en sierlijk lag ze daar temidden van de torenende mas sieve bergruggen; maar hoe sterk en betrouwbaar ook overspande ze het ravijn en de in de westmoeson woest bruisende stroom beneden. Deze streek was de aantrekkelijkste in mijn rayon en als mijn baas voor zijn perio dieke bezoek uit Soerabaja over kwam, bewaarde hij het bezoek hier aan altijd als kostelijk hapje voor het laatst. Deze, puur-Hollander, kende geen grotere verrukking als de prille ochtend in de tropische natuur. Als ik hem om zeven uur aan zijn hotel af haalde, had hij net zijn ochtendwan deling volbracht en begroette hij me met een welgemutst "Zo, ben je ook eindelijk wakker?" Als ik me dan van de domme hield en informeerde of hij nog moest ontbijten, kreeg ik het ver ontwaardigde antwoord: "Dat heb ik al gedaan, toen jij nog in je nest lag", of iets van die strekking. Daarop volg de dan een gloedvol betoog over de geneugten van het vroege opstaan in de tropen, het wonder van de opgaan de zon, etcetera, allemaal dingen, die ik weer gemist had door mijn luiheid. Ik amuseerde me altijd kostelijk met deze oraties. De eerste etappe van de tocht ein digde altijd in Loemadjang, waar we tegen twaalven in Hotel Mesker af stapten. Na ons te hebben verfrist, was er dan nog mooi tijd om met een koel glas bier de stoffige keel door te spoelen voor we aan tafel gingen. De djongos kwam dan vragen of het makan kentang of nassi moest zijn; het werd steevast nassi. In die tijd telde het hotel onder de vaste gasten een jong onderwijzeresje. De baas keek haar als ze langs kwam altijd goedkeurend aan en na, waarop hij zijn volgende grief tegen mij uitte: "Heb je nu nóg geen kennis met haar gemaakt? Ik begrijp het niet, een jonge ongetrouwde vent als jij!" 's Avonds kwam de djongos vragen, hoe laat de heren gewekt moesten worden en wat er in het lunchpakket moest meegaan. Onder de vele goede dingen, die Hotel Mesker zijn gasten kon bieden, was verrukkelijk eigenge bakken krentenbrood. De baas stelde dus als enige eis "banjak rotti kismis" en wat het wekken betreft, met een schuin oog naar mij "setenga lima". Als ik dan opmerkte, dat "djam lima tjoekoep" was voor mij, kwam er nog achteraan: "tetapi ketok keras boewat ini toean, hoor djongos!" De andere ochtend hingen nog de ochtendnevels. In de dessa's, die we passeerden, kwam er al leven; de geur van een houtvuurtje bewees het en ergens aan de kant van de weg hurk ten een paar figuren, kleumend in de ochtendkilte, kaïn om de schouders, om een vroege koffieventer. Dan, enige kilometers voorbij Pa- sirian steeg de weg en begonnen de bochten en dan aan het begin van een nieuwe bocht de brug. Daar, aan de overkant, was het uitverkoren plekje, waar de baas de auto aan de kant zette. Op de borstwering, met onder ons de diepte, werd het ontbijt pakket en de thermos met hete koffie uitgepakt. Het uitzicht van dit hoogste punt is onvergetelijk: aan onze voeten eerst de wijde vlakte met bossen, koffie- en rubbertuinen in een veelheid van groene tinten. En daarachter, aan de kim, de glinstering op het water van de Indische oceaan, waarover een juist opgaande zon haar eerste stralen uitgoot. Dit was ons leven ginds. P. Stolk Wie zelf nooit eerbied heeft gekoes terd, zal ook niet in staat zijn haar op te wekken. Marie von Ebner-Eschenbach Wanneer je wilt dat men je op waarde schat, ga dan dood of op reis. Perzisch spreekwoord De livrei heeft menig heer de bele diging bespaard, voor zijn knecht te worden gehouden. John Petit-Senn l SANATURN-REKSTOK T versterkt de bulk- en rugspieren. Bestrijdt rugklachten en trage spljsverte- t ring. Verbetert het figuur. J I Overal toe te passen. I f 42,50 f 5,10 B.T.W. - Vraag folder bij: I MEDICOR - Den Haag A2 t v. Hoeylaan 28 - Tel. 070-850093 i Handel Mij. Sinds 1916 ELECTRISCHE-, CENTRALE VERW ARMINGS- EN SANITAIRE INSTALLATIES, TEVENS GASFITTERS specialisten in onderhoud en vernieuwingen van installaties in reeds bestaande huizen. Volledige garantie, prijs offerten. Atjehstraat 68-72 Den Haag Telefoon 55 03 00 (3 lijnen) 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 18