Een afdeling Pradjoerits van de lijfwacht van
de Sultan van Djokja trekken op hel feest
van Garebeg Moeloed op naar de aloen-aloen.
De uniformen doen denkeu aan de Napoleon
tische tijd.
terse muziek toch de inlandse wereld
binnen. Daaraan danken wij de Bata-
viase ronzebons, die bij de overgang
van oud naar nieuw concerten gaf voor
de voorgalerijen der burgerij. Zou de
ronzebons nu nog bestaan?
De westerse dans kon de Indonesiër
evenmin erg bekoren, behalve en
dat is weer de uitzondering in de
Molukken. Daar danst men nog vrolijk
de lintendans, die N.B. ook in West-
Indië populair is. De gemeenschappe
lijke oorsprong moet wel de oud-Ger
maanse Meiboom geweest zijn, die bij
ons nu nagenoeg uitgestorven is. Onze
vriend Ad. Hitier heeft nog eens ge
poogd hem nieuw leven in te blazen.
Hij was intussen al door niet-Ariërs
overgenomen.
Verder hebben de Ambonezen in de
18e eeuw de Franse quadrille nage
volgd en katredji gedoopt. Een "dans
meester" geeft er kommando's bij,
echt in het "Frans". Ik zag eens een
uitvoering op een feest der Ambone
zen. Het werd een reusachtig succes!
Wat de Europese spijzen betreft,
deze werden slechts bij uitzondering
genoten. Ze zijn nu eenmaal moeilijk
te krijgen, dus duur, en bovendien voor
het tropische klimaat ongeschikt. Toch
nuttigde de Soenan in 1686 met smaak
een broodje met echt Hollandse kaas.
Brood is er echter nooit ingegaan,
tenzij als snoeperij. Het komt vaker
voor, dat wat in het éne land hoofd-
voedsel is, in het andere bijgerecht
wordt. Wat werd van onze heerlijke
Indische nasi in Holland? Rijst met
boter en suiker, of met krenten! Brrrr!
Populairder waren onze alcoholische
dranken, die zelfs de Moslims wisten
te verleiden. Men leerde drinken op
elkanders gezondheid en bezigde de
daartoe gebruikelijke termen. In de 17e
eeuw: a vous! (door de grote rebel
radèn Troena-Djaja in Soera-Baja), in
de 18e eeuw: a la condition de M...
(verbasterd tot koendisil), in de 19e
eeuw: op de gezondheid van... (ver
worden tot sontitl). Gevallen van er
gerlijke dronkenschap worden soms
gemeld, doch blijven gelukkig uitzon
dering. De Javanen kennen andere we
gen dan drankmisbruik, als ze zich
eens te buiten willen gaan.
Gretig nam men daarentegen de ge
duchte wapens van het Westen over.
Kanonnen waren daarom als geschenk
zéér welkom. Reeds de Portugezen
brachten ze. Bijna al het huidige kra-
tongeschut is geschonken, doch het
dient nu slechts tot sieraad, tot status
verhoging. Eén stuk, njai Setami, is
zelfs heilig verklaard, terwijl we zeker
weten, dat het een Portugees kanon
is. Slechts de ingewijden mogen het
zien. De Djokjase Kraton is naar Euro
pees voorbeeld van bolwerken voor
zien, die echter zo gebrekkig zijn aan
gebracht, dat ze hun militair doel vol
komen missen.
De kratonwacht is naast pieken
voorzien van ouderwetse geweren met
bajonetten, die bij het passeren van
de spijsbergen op het Garebeg-feest,
worden ofgevuurd: drèl! De officieren
dragen lange sleepsabels. Allen, meer
deren en minderen, zijn van uniformen
voorzien, die soms aan de tijd van
Napoleon doen denken. Men ziet drie
kantige steken, kaplaarzen, waarmee
men zich moeizaam in de hitte voort
beweegt, want de paradepas is héél
langzaam.
De Inheemse architectuur heeft ge
ringe westerse invloed ondergaan.
Slechts in de omgeving der oudste
Nederlandse vestigingen, rondom Ba
tavia, Semarang en Soera-Baja .vindt
men inlandse woningen van baksteen,
die typische zijgevels hebben als de
oude Compagnies-huizen. Slechts een
maal heeft de eerste sultan van Djok
ja, Amangkoe-Boewana I, zich laten
Piekeniers van de kraton van Djokja in 18e
eeuws uniform ter gelegenheid van de viering
van Garebeg Moeloed.
verleiden om naast zijn Kraton een
fantastisch gebouw op te richten, het
z.g. Waterkasteel. De Javaanse archi
tect moet Batavia bezocht hebben, wat
hem het hoofd op hol bracht. Hij was
verrukt van de baksteen- en pleister
techniek en fabriceerde daarmede bo
gen en gewelven. De meeste zijn thans
in dit land van aardbevingen ingestort
en het geheel vertoont een schilder
achtige ruïne.
Slechts zelden werden Hollandse
gebruiken geïmiteerd. Toch had ik in
1949 het voorrecht een officiële huwe
lijksreceptie bij te wonen, van een toe-
kang listrik bij de radio, en een jon
gere vrouw. Nadat Ik mij de richting
van het feestterrein had laten uitleg
gen, begaf ik mij per fiets op weg. Het
vinden van de route werd vergemak
kelijkt door aangebrachte "transparan
ten", grote papieren lantarens, met
vriendelijke opschriften, b.v. een zon,
een maan of een ster met de woorden:
Slamet dateng tamoe2 enz. Ook deze
transparanten waren in de 18e en het
begin der 19e eeuw bij ons in Europa
in zwang, bijv. bij Oranjefeesten.
Spoedig vond ik nu het feestgebouw,
een gewoon inlands huis, uitgebreid
met pendapa, waaronder een tafel, be
laden, neen overladen met lekkers.
Daar ontmoette ik de bruidegom, die
nadat ik mijn gelukwensen in mijn
beste Maleis gestameld had mij uit
nodigde toe te tasten van alle uitge
stalde heerlijkheden. Het was in één
woord vurrukkulluk! Daarna werd ik
naar binnen geleid, naar de kamer van
de bruid. Deze jonge dame was ge
zeten op een soort troon, versierd met
lichtpaarse tul Ie. Aan haar voeten za
ten een paar kinderen, de speelnoot
jes. Ook het met bloemen en tulle
versierde bruidsbed moest ik zien. Dit
alles was je reinste survival of the
past. Het was of ik twee eeuwen terug
in het oude Batavia zat. Want zó vier
de men destijds de bruiloften in de
statige huizen aan de toen nog deftige
kali Besar. Een tiental jaren geleden
heeft het Rijksmuseum een aantal te
keningen van een 18e-eeuwse domi
nee uit Batavia gekocht en één stelt
precies dat voor, wat ik in die kam
pong van Kramat in 1949 gezien heb.
De kleine man in Batavia heeft dit
ceremonieel van de grote heren en
dames dus afgekeken en is er tot op
heden mee doorgegaan, terwijl ónze
manieren anders zijn geworden.
Ik had misschien nog iets kunnen
zeggen over het overnemen van tech
nische of wetenschappelijke resultaten
van het Westen, doch het lijkt mij
beter dit voor een volgende keer te
bewaren. Een bruiloft is altijd een goed
einde van een roman, en ook een best
slot voor een korte beschouwing als
deze.
Oordeel niet te vlug, spreek je nooit
te snel uit. Weet je het? Zwijg dan.
Zo is het goed.
Maria Dermoüt
8