<2> ie verkuiód waó
VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD
Gaven, kunsien of bedrog
en hypnose
DE WEDONO EN
DE DJOEROETOELIS
ECHT INDISCHE WOORDEN
restaurant
wijnands v/h ceCii
Als tegenpool van het artikel in Uw
laatste Tong Tong (No 4) nummer on
der dit hoofd het volgende:
In Semarang in mijn bakvisjaren woon
de ik in een pension, dat vele jonge-
mensen herbergde.
Op een zondag, op het platje voor het
huis zittend zag ik een (Brits)-lndier
het erf oplopen. Hij kwam naar me toe
en vroeg of ik een navel van een Ti
betaanse berggeit wilde kopen. Een
navel, die sterk naar muskus rook en
geluk bracht, zei hij. De geit was erg
zeldzaam.
Hij liet me een zacht harig bolletje
zien, vuistgroot bijna, dat inderdaad 'n
heerlijke muskusgeur had. "Ik zal u
laten zien, dat dit iets heel bijzonders
is", zei hij, "roept u maar 7 of 8 men
sen hier".
Ik trommelde toen 8 jongelui, meisjes
en jongens uit het pension bij elkaar.
Wij moesten op een rij staan en elkaar
de hand geven, zodat we een ketting
Een zekere suikerafbriek moest, om
de concurrentie het hoofd te kunnen
bieden, gemoderniseerd worden. Het
nieuwe gebouw moest naast de oude
fabriek staan, die intussen door bleef
draaien tot haar taak kon worden over
genomen.
Vóór het nieuw te bouwen kantoor lag
de begraafplaats van een verdronken
employé. Niemand was ertoe te be
wegen het graf naar elders over te
brengen. Met de ombouw van de fa
briek moest tevens een zijbaan van de
spoorwegmaatschappij waarlangs
de suiker afgevoerd werd verlegd
worden. Daarvoor werd de hulp inge
roepen van een opnemer, die zich
weldra met zijn instrumenten bij de
administrateur meldde. Deze besprak
met hem de moeilijkheden in verband
met het over te brengen graf.
De opnemer was zeer op de hoogte
van de zeden en gewoonten van het
volk en kende hun mystieke opvattin
gen. Hij had weieens gelezen, dat heel
vroeger in Europa men zich niet met
open mond wilde laten fotograferen
omdat men vreesde dat maag en dar
men daarbij op de gevoelige plaat
vormden.
Ik moest het bolletje in mijn hand ne
men en de Indiër vroeg toen aan de
laatste van de rij om aan zijn hand te
ruiken. Deze zei: "ja, waarachtig, mijn
hand ruikt ook naar muskus". De mus
kusgeur ging dus door ons allen heen.
Ik vond dit ding zo merkwaardig, dat
ik het bolletje haar kocht voor 10,
De man verdween daarop en ik depo
neerde het haarbolletje in de kleerkast,
om de kleren geurig te laten ruiken.
Drie dagen later echter, toen ik de
kast weer eens opende, rook ik een
vieze lucht.
Nagezien, constateerde ik, dat de na
vel stonk en aan bederf toe was. Ik
gooide het onding weg en concludeer
de, dat ik er weer eens heerlijk in
gevlogen was door iemand, een hyp
notiseur misschien, die zijn kunsten
of gaven, zo u 't noemen wilt, ten
kwade gebruikte.
F. Retel Helmrich
zouden worden vastgelegd. Zo wist hij
ook, dat de eenvoudige javanen meen
den, dat men met een kijker dwars
door alles heen kon zien en zelfs on
zichtbare geesten en demonen kon
waarnemen. Dit laatste indachtig, ver
zekerde hij de administrateur het zaak
je wel te kunnen opknappen.
Na afloop van zijn werkzaamheden
richtte de opnemer zijn kijker naar het
graf en volgde toen een denkbeeldig
spoor naar de waringin, die dicht bij
het oude fabrieksgebouw stond. Daar
bij mompelde hij zachtmaar toch
hard genoeg om gehoord te kunnen
worden in het javaans: "Die me
neer ligt er niet meer, hij is uit zijn
graf verhuisd naar de waringinboom".
Waarop hij een van de koelies hoor
de fluisteren: "Vermoedelijk was hij
kwaad, omdat hij zo ver van de oude
fabriek, waaraan hij erg gehecht was,
begraven werd".
De administrateur was de opnemer
zeer dankbaar voor zijn tussenkomst
en behoefde zich geen hoofdbrekens
meer te maken over het verleggen van
het graf. D.
In vroegere jaren werden de wedono's
gerecruteerd uit personen, die zich
flink gedroegen en die uitmuntten in
het opsporen van misdaden en andere
delicten. Zij behoefden hierbij niet
eens te kunnen schrijven.
Zo was ik eens op bezoek bij een van
deze wedono's. Hij had alleen geleerd
zijn naam te schrijven voor het geval
zijn handtekening vereist was. De man
was reeds heel oud en wanneer men
hem naar zijn leeftijd vroeg, antwoord
de hij: "Niet ver van de 100".
Hurkend en schuifelend naderde de
djoeroetoelis met een map in de ene
en een pen en inktpot in de andere
hand, onze tafel. De map bevatte een
spoedrapport voor de resident, dat
ondertekend moest worden.
"Endi, lis, endi?" (Waar moet ik teke
nen, schrijver waar?). Met de an
dere punt van de penhouder wees de
djoeroetoelis waar de handtekening
geplaatst moest worden, doopte de
pen in de inkt en reikte hem aan de
oude wedono. Met beverige hand nam
deze de pen over en... een klodder
inkt kwam in de plaats van een hand
tekening!
Mogelijk was mijn aanwezigheid de
oorzaak van dit ongelukje, te oordelen
naar de verwijtende blik in mijn rich
ting van de djoeroetoelis, die weg
ging om het rapport over te schrijven.
D.
Hoe geestig! En toch ook: hoe droog!
En hoe écht! Onze complimenten,
D.! Red.
Echt Indische woorden (dus géén
krom gesproken Hollandse of Indone
sische woorden) zijn er eigenlijk erg
weinig. Ik ken er maar twee, die in elk
opzicht "keurige" en duidelijke woor
den zijn: soeten en teruggeld. Wat
soeten is, weet iedereen. En ook wat
"teruggeld" is: geld dat je terugkrijgt
als je met groot geld betaalt. Alleen
"soeten" is onvertaalbaar: er is geen
eigen Indonesisch of Hollands woord
voor. T.a.v. "teruggeld" kunnen mis
schien puristische bedenkingen aange
voerd worden, maar het is een effi
cient, zelfstandig en niet mis te ver
staan woord. Hou het vast!
HOLLANDSE en INDISCHE KEUKEN
Hoogstr. 12 - Den Haag - Tel. 600712
Dir. M. WIJNANDS
v/h Grand Hotel, Makassar
15