PRATEN OVER ETEN
toilj f Ollj
BIJ DE VOORPLAAT
En altijd als er twee of meer Indisch-
gasten echt geanimeerd aan het pra
ten zijn geraakt, is er iemand die nogal
spottend zegt: "Als Indische mensen
bij mekaar zijn, praten ze altijd over
eten!"...waarna vaak een nogal onge
makkelijk lachende pauze ontstaat.
Men voelt zich zo'n beetje betrapt op
een oppervlakkige, materialistische,
nogal ordinaire levenshouding en gaat
ijlings in de dekking.
Waarom eigenlijk!
Wat is er voor minderwaardigs en
oppervlakkigs aan het praten over eten
als het onderwerp die aandacht meer
dan waard is? Zij die behoren tot of
afkomstig zijn van een cultuur waarin
de "cuisine" tot een hoge graad van
ontwikkeling is gebracht (dus b.v. de
Chinese, Franse, Indonesische), hoe
ven zich niet te schamen voor wat be
hoort tot de hoogste uitingsvormen
van die cultuur. Tja! Als je afkomstig
bent uit een cultuur waar men tevre
den is met alleen gekookte knollen of
rauwe vis, dan ben je natuurlijk gauw
uitgepraat en is dit onderwerp zó arm
aan romantiek en fantasie, dat het in
derdaad getuigt van achterlijkheid als
je alleen maar over dit eten kan pra
ten.
Of wordt nog steeds het praten over
b.v. literatuur, godsdienst of politiek
van hoger orde geacht? Dus praten
over de in erger mate toenemende
pornografie of sexlectuur? Dus praten
over "God bestaat niet" en verder
over het grote belang van veranderde
godsdienstvormen, terwijl niemand e-
nig benul heeft van de waarde van
het religieus denkpatroon dat hij met
een paman in Gèkbrong, een Yogi uit
Maharashtra en een Indo- snijvelder
uit Wlingi in alle harmonie kan hebben
zonder dat godsdienst er zelfs in een
flard aan te pas komt? Of praten over
politiek in voortdurend twistzoeken,
kwaaddenken, verdachtmaken, veroor
delen of zwaarwichtig in de ruimte
zwammen?
Laat ons denken aan vele gesprek
ken om ons heen, voor de radio en
TV, en we weten wat ieder mens met
een beetje gezond verstand en nor
male opvattingen van proportie al lang
weet: er zijn geen hogere en lagere
orden van gesprek wat het onderwerp
betreft; alleen van gehalte wat de
geestelijke Ruimte van elk onderwerp
betreft. En dan weten we meteen: daar
zijn we met Indonesisch eten echt in
een oceaan van avontuur beland!
Laat ons kalm vaststellen dat mas
sa's maatschappelijke en geestelijke
waarden in dit geautomatiseerde, "ge
massregelte" Westen al zó tjemplang
en njènjèk geworden zijn (smakeloos
en blubberig) dat je beter met vreug
de en verve kan praten over tahoe
ketoprak en telor petis (om maar met
een twee onsmakelijk uitziende voor
beelden te noemen met een omge
keerd evenredige smakelijkheid), die
niet zo maar gerechten zijn, maar deur
openers naar hele terreinen van West
Javaans of Oost Javaans eten en le
ven!
Het is alsof je na jarenlang blandja
in Den Haag opeens weer in de Rue
de Buci aan St Germain des Prés bent
of in de Rue Lepic aan de Blvd de
Clichy of die schattige pasartjes op
het eind van de Gen. Leclerc bij Pte
d'Orleans met gans andere winkels en
kraampjes en een volkomen nieuwe
wereld van gerechten, die met één
armveeg allerlei beperktheden weg
maaien en nieuwe smul-paradijzen ope
nen. Waar mannen niet met een sullig
gezicht de boodschappenmand van
moeder de vrouw laten vullen, maar
geanimeerd praten met verkopers en
andere gentlemen over kippekoppen,
mirepoix, slakken en ingewanden, waar
men in Holland alleen in afgrijzen of
gêne over spreekt. Waar men niet
vaag praat over een wijntje, maar over
Arbois, Fleury of Vouvray (rang! al
tijd midden in de roos) en het woord
kaas zelden gehoord wordt, zo worden
de tientallen kaassoorten ineens bij
name genoemd.
Om kort te zijn: pas wie met de
Parijse cuisine kennis maakt, kan de
Indischman begrijpen. Want daar (en
in Indië) is eten niet gewoon maar
eten, maar het intreden in een andere
en boeiende wereld! Het gaat niet om
eten sadja, dat after all elke koe ook
doet, maar om het beschavingspatroon
van het eten, en wie dan meer dan
gras eet, spréékt ook meer over eten.
Kijk maar eens naar de voorplaat
van dit nummer. NIET de foto van een
grootse selamatan of sedekah voor
een belangrijke gebeurtenis, maar
doodgewoon wat wij in Europa een
"buffet" zouden noemen bij een fami
liefeestelijkheid: een huwelijk of een
besnijdenis of zo. Bij ons is zo'n feest
een familie-aangelegenheid, maar daar
is het een affaire van de hele buurt, ja
de hele kampong, ledereen brengt wat
mee. Daarom zult U als U goed ziet,
op deze plaat zoveel taarten zien staan
en dan verder allemaal kleine bordjes
met een apart gerechtje, aangebracht
door Agoes of Hasan of de vrouw van
Djamien of het gezin Moekrie. Die
allemaal gaven wat ze missen konden,
maar alles samen werd toch een heel
groot en feestelijk buffet zoals je ziet
op recepties bij de ambassades of zo.
Of bij die leuke Pot-Luck dinners in
Amerika, waarbij iedere deelnemer een
eigen gerecht meeneemt en ieder eet
van een ander. Leuk ja? En rijk! En
niemand is erdoor op hoge kosten ge
jaagd. En er blijven altijd erg veel rest
jes over die gebracht kunnen worden
naar armen of zieken of vrienden die
niet aanwezig konden zijn. Mooi, ja?
Wel, en is dit geen aardige maaltijd
om uren lang (en telkens weer) over
te praten? Anders zou het zijn als deze
feestende familie voor het voeden van
dertig gasten een teil met nasi en een
emmer met sajoer klaar gezet zou
hebben. Dan had iedereen óók "ge
geten". Maar eten is in andere be
schavingen vaak een levenskunst, een
facet van een religieus gebeuren, een
visitekaartje van ruim sociaal leven.
Tot in de kleinste kampong toe. Tot
bij de eenvoudigste Indo Boeng en
tot in het huis van de chiqueste "im
port Totok". De vreugde en de rijkdom
van de goede tafel zijn in Indonesië
niet het klasse-eigendom geworden
van de rijken alleen. Zoals men hier
voor een indrukwekkende dure tafel
boven zijn culturele stand moet leven
of leentje buur spelen bij andere vol
ken.
De Indonesische tegenhanger van
de Franse "bouquet garni" is te vin
den in elke kampong, in de simpelste
dapoer, met een oud beschuitblik daon
salam, sereh, ketoembar, djinten, ke-
miri, koenir, enz. enz. enz. Laat in die
dapoer een kati babad achter, die je in
Holland niet eens de hond zou toe
gooien. Laat Tante Prul erbij achter
en kom na een paar uur terug. (Ja
zeker, óók met een Franse chef de
cuisine, want die wéét wat hij proeft!)
En je vindt dan een soto babad, me
neertje, een soto babad!!...
Snap je nou, waaróm we zo vaak
over eten praten? En waarom dat goed
is?.
Saluut! T.R.
ONAFH. IND. TIJDSCHR. Me JAARGANG No.8
Pr. Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tong
Tong DenHaag - Tel. 070-54.55.00/54.55.01 - Giro 6685
Uitgave: Publ. en Handel Mij Tong Tong N.V.
Directie en Hoofdredactie: Tjalie Robinson.
Verschijnt de 15de en 30ste van Iedere maand
Prijs per nummer f 1,Abt. Nederl.: kwart, f 5,
halfj. f 10,—jaar ƒ20,—. Abt. Europa: jaar 25,
Buiten Europa: jaar f 30,
Abt. (per jaar en per luchtpost): Australië en
Nw. Zeeland 65,—; Indonesië f 60,—; Z.-Afriks
en Z.-Amerika f 50,—; Canada en Ver. Staten
f 41,Suriname en Antillen 35,
ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN
GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE
INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR
DE TROPENGORDEL.
De directie behoudt zich het recht voor hen die
schadelijk geacht worden voor het welzijn van
Tong Tong als abonnee te weigeren of af te
voeren.
ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ
VOORUITBETALING VERSCHULDIGD.
ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN
REDENEN GEWEIGERD WORDEN
2