REGEN! NGERIEK DJANGKRIEK Xu DJOÜA CO sebelah rotan armbanden van 24 krts goud (mas kertas) Komt U van BUITEN wy betalen, bij aankoop vanaf 200,de reiskosten voor één persoon Den Haag 9eheel terug 11 Herinneringen kunnen zijn als een ver geten dia. Je haalt hem weer te voor schijnprojecteert hem op het scherm, even scherp instellen en daar zie je het allemaal weer helder vóór je. Het is ook niet als een verhaal, met een duidelijk begin en einde. Het is een beeld, dat je weer bekijkt en al kijkende analyseert. Door het hoge raam keek ik in een loodgrijze lucht, waaruit een gestage eerste herfstregen neerdrensde. De bomen, nog in volle tooi, met toch al geelbruine bladervleugen, waren reu zen, die mismoedig hun schouders lie ten hangen onder de loodzware last van hun doorweekte kledij. Toen klonk een bel en een schooldeur zwaaide open; een vloed van kleurige, dartele figuurtjes golfde naar buiten en over spoelde met vrolijke kreten het eerst zo triest-lege plein. Wonderlijk, die kinderen; ze aan vaarden het feit, dat het regent of sneeuwt net zo gelijkmoedig als zon neschijn, dacht ik. Ze hebben pauze en kunnen zich even uitleven dat is wat telt. En ik begon te peinzen, hoe ik dat nu, heel vroeger, in mijn Indische jeugd had ervaren. Gek, maar op hetzelfde ogenblik verscheen het beeld van één bepaal de dag, zo'n kleine vijftig jaar geleden, voor mijn geestesoog. Ik moet toen een jaar of zeven zijn geweest. Ik stond klaar om naar school te gaan, maar het góót! Het goot, zoals het alleen in de tropen kan gieten in de westmoesson, met stralen en continu, uren achtereen. Ma keek bedenkelijk en confereerde met baboe, die mij moest brengen. Baboe's kijk op de zaak was simpel en praktisch; vóór sinjo het erf af was, zouden zijn kousen en laarsjes door weekt zijn. En als sinjo dan de hele dag in die natte spullen op school had gezeten, was hij tanggoeng de volgen de dag ziek. Hij kon dus beter op blote voeten er door heen. Zij, baboe, zou kousen en schoeisel in haar mand bergen bij lei en griffeldoos en boter ham, droog onder de pajoeng. Ma weifelde, dacht aan Pa, die over dit schandelijke idee zeker het "on aanvaardbaar" zou hebben uitgespro ken. Pa was echter al naar kantoor en ma na een laatste blik naar bui ten gaf haar consent. Baboe kreeg nog een oude hand doek mee en daar gingen we. Ik vond het allemaal toch wel een tikkeltje gênant. Ook was ik vies van de vuile modderplassen en -beekjes, vermengd met paarden- en koeienvuil en wat niet al, waar ik doorheen moest. Maar eindelijk waren we er toch en bereikten via een verlaten schoolplein de even verlaten gaanderij voor de lokalen, want de school was door alle oponthoud natuurlijk al lang begonnen. Gode-zij-dank waren alle matglazen deuren dicht, evenals de "anti-uitkijk- deurtjes" in de ramen (noemden we ze daar ook horren?), want nu schaam de ik me toch werkelijk voor m'n blote bemodderde voeten en ik was doodsbenauwd, dat één van de kinde ren of onderwijzers me zó zou zien. Baboe spoelde behoedzaam mijn be nen schoon onder de regenpijp, wreef ze droog en trok me kousen en schoe nen aan. Het was een moeizaam kar wei, want ik kon er vanwege de nattig heid niet bij gaan zitten en alles ging even onhandig en te langzaam naar m'n zin: verbeeld-je, zo dadelijk kwam er misschien tóch nog iemand naar buiten! Eindelijk was ik dan weer een net aangekleed jongetje. En toen kwam de zware gang naar de klas. Ik was nog nooit te laat gekomen en voelde me hoogst onbehaaglijk. Na een snelle run tot voor de deur moest ik even moed verzamelen vóór ik die opende en mij meteen ge vangen wist in de blikken van al m'n klasgenootjes en die van juf op haar hoge stoel, waar ik nu op af schuifel de. Deze juf had niet mijn sympathie. Ze was chronisch verkouden, waardoor haar spitse neusje altijd rood zag. Niet dat dat nu de reden was, waarom ik haar niet aardig vond; het was wel een bijkomende factor. Mijn pa kon me de nieuwe dag niet grondiger vergallen dan door mij te wekken met de woor den: "Opstaan! juffrouw Pimpelneus wacht op je!" Een deprimerend beeld, omdat ik er haar van verdacht inder daad te wachten, namelijk op een voorwendsel mij een draai om m'n oren te geven. Nu stond ik voor haar en moest na tuurlijk uitleg geven van mijn laat-zijn. De klasgenoten, blij met dit intermezzo, luisterden geïnteresseerd mee. Het was een overbodige vraag, vond ik, want buiten ruisde de regen onver minderd voort. Maar het Gezag, dat daar op mij, weerloos wezentje, neer keek, verwachtte een antwoord. Ik zal me er wel van af hebben gemaakt met een bedeesd "door de regen". Ver volgens moest juf weten, wat ik had in de grote katoenen streepjeszak, die aan het koordje aan mijn arm bungel de. "Knikkers". Zo, dat wist de klas dan ook. En toen eindelijk! mocht ik naar mijn plaats en uit het voetlicht. P. Stolk Een "belangstellende lezer" wist n.a.v. de djangkrik die niet meer kon njerik de volgende aanvulling: el ders wordt het liedje ook zo gezon gen: "Waarom is het dat mijn djangkriek Hij wil niet meer njeriek-njeriek? Omdat zijn chuis kebandjiran zijn kop die totol ajam, het is daarom dat mijn djangkriek hij wil niet meer njeriek-njeriek." Toch hoop ik dat de djangkrieks onder onze lezers straks in de winter als ze gebandjird worden en zich gepatold voelen in zoveel politieke en culturele ruzies straks zullen blijven njerik! In elk geval in Tong Tong, ja? iniitiiiiiuoiiniiiinuiiiiiiiBuiiisnnDnaininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuititiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 11 66 77 BRILJANTEN markiesringen hangers oorknoppen gezet in 22 karaats goud MIDO GOUDEN schakelarmbanden krintjing slangen colliers toesoek konde peniti kabaja van 22 karaats goud polshorloges 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 11