PUZZLE
czAdioó vrucktentyd
Sawoh, ananas, delima, de laatste vruchten die U met
naald, draad en wat fantasie op kussen, wandlap of thee
muts kunt vereeuwigen.
Een lieve dame die ik ken, maakt van de vruchtenserie
een wandlap voor haar eethoek.
"Je moet nog plaats openlaten voor 3", zei ik haar van
de week. "Van mij mag je nog een half jaar doorgaan met
die vruchten", zei ze energiek, "dan maak ik er nög een
kleed bij!" Ja, deze 12 vruchten zijn immers maar een piep
klein gedeelte van de hoorn des overvloeds van Indische
vruchten. Later maar, lieve dames, later!
De kleuren kent U allemaal nog? Sawo heel zacht bruin,
ananas donker oranje en de schubjes in donkergroen en
bruin omtrekken. Delima buitenkant eigenlijk onooglijk roes
tig groen, maar binnenin een schat van de zuiverste eetbare
robijnen!
Voor ik weer lyrisch ga worden: adios Indische vruchten!
Op nu naar hazel-, para- en walnoten!
Ik moet ineens denken aan die jongen in mijn klas die
aan mijnheer vroeg:
"Mijnheer, zijn insecten ook dieren?"
"Natuurlijk, alleen noemen we het soort anders".
"En zijn noten ook vruchten mijnheer?"
"Zeker, alleen noemen we het soort anders".
De jongen keek naar zijn la vol opgeraapte kenaries en
zei filosofisch:
"Ik geloof, kenaries zijn de insecten onder de vruchten!"
Betoel piekiran roewet deze! Als ik die jongen nu ergens
tegen het lijf zou lopen zou ik hem vragen of hij de peper
noot nu het insect onder de koekjes zou noemen!
Lilian Ducelle
met romp en armpjes staken nog bui
ten de slangekaken, zijn rug was al
bont en blauw gezwollen. De kikker
wuifde naar me, zijn ogen puilden uit
zijn platte kop en hij riep duidelijk:
"help!". Op mijn gehuil kwam de djon-
gos aanrennen. Zo maar ineens had
hij een gespleten bamboe in zijn hand
en plaatste die handig achter de slan-
gekop. Van schrik viel diens mond
open, de kikker sprong er uit en weg.
Kan je nagaan. Maar ach, met die
gewonde rug zal hij wel niet ver ge
komen zijn en misschien heeft hij het
thuis toch niet na kunnen vertellen.
Laatste herinnering aan een ontmoe
ting met slangen was heel anders,
vond plaats op het patjolveld buiten
het kamp. De eerste dag dat we er
heen moesten werd van ons verwacht
dat we met kappen en ontginnen van
de bush bush zouden beginnen. Ietwat
lummelig en niet goed wetend waar en
hoe en wat, aangevuurd door Jappen in
alle rangen en standen, begonnen de
stoersten onder ons maar met iets.
Het duurde dan ook niet zo heel lang
of alle vrouwen op een bepaalde
plaats, renden voor hun leven.
Angstige gillen van "Oeler, Oeler!"
grote consternatie. Maar toen! On
ze beschermers galloppeerden rinke
lend van de kettingen en zwaarden
naar de plek des onheils en ja hoor,
na enige tijd toonden zij trots een me
terslange python. Met zulke bescher
mers om je heen toog iedereen vol
vertrouwen weer aan de arbeid.
Enige weken later was het weer mijn
beurt om te gaan patjollen. Nu werd
mijn noeste arbeid onderbroken door
vreugdegehuil van enige dames een
eind verderop. Zij patjolden zo fana
tiek dat het niet gewoon meer was.
En lachen! Nu renden alle vrouwen in
de buurt er op af. De buit? Een grote
sawah slang, lekker dik.
In de middagpauze zag ik een paar
gelukkige dames, knus om een vuurtje
gehurkt zitten. Tevreden roosterden zij
stukjes opgepende slang-satee oeler!
Heerlijk. Ach je went aan alles en nog
dikwijls ben ik met jaloerse blikken
langs dergelijke boffers gelopen. Later
stonden ook kikkertjes op het menu.
Het rook zalig. Dat wel. R.N.
I-
Terkata tingi kena apa pendek?
Terkata pandjang kena apa
boender.
Terkata banjak kena apa tjoema
satoe?
Ra-ra, hoe zit dit in elkaar?
Het lijkt wel roewet, maar toch is het
eenvoudig.
Oplossing
Het is een kwestie van taai-verschil.
Tingi
maleis hoog
javaans wandluis (dus pendek)
Pandjang
maleis lang
javaans rond porceleinen eetbord
uit Djokjakarta, tijdens de
w. oorlog 1914/1918 door
de Jap. concurrentie ver
drongen, heet pandjang
Banjak
maleis veel
javaans gans
een gans satoe banjak
D.
13