VAN DE INDISCHE JACHTVELDEN Mijn tweede tijger Enkele maanden nadat ik mijn eerste tijger schoot, TT. 14e jaargang nr. 6, kreeg ik wederom bericht. Deze keer ging het om een grote volwassen kar bouw, die door een tijger gedood werd. De plaats van het gebeuren was in tegenstelling tot het vorige - vlak bij de kampong - nogal verscholen in het jonge secundaire bos. De eigenaar had er zijn pondokhuisje neergezet en hij had er zijn kippen, een hond en twee volwassen werkkarbouwen. Het werk bestond uit slepen van gezaagde boomstammen uit het bos. Eén van beide karbouwen en wel de grootste, werd op een morgen toen de baas even naar de kampong ging, door een tijger aangevallen en gedood. Bij zijn terugkeer ontdekte hij dat zijn karbouw afwezig was. Niet bang zoals vele bosbewoners zijn, trok hij op onderzoek uit. Hij had het idee dat tijdens zijn korte afwezig heid, zijn buffel door een hongerige tijger zou zijn aangevallen, gedood en het bos was ingetrokken, waarna een stuk werd opgepeuzeld. Dat was een toppunt van brutaliteit. Met deze we tenschap spoedde hij zich naar de tangsi, die 7 km. van zijn kampong was verwijderd. Alhier ontmoette hij mij en gaf mij zijn bevindingen. Uit zijn ver haal begreep ik, dat de aanvaller geen kleine jongen was, die door honger bij daglicht zo'n grote en sterke tegen stander durfde aan te vallen, zelfs ook al was er niemand die hem lastig viel. Enfin, vlug "de baas" - luitenant deta chementscommandant - om toestem ming gevraagd en om eventueel de volgende dag, indien nodig - vrijaf te mogen hebben. Hierna nog iemand opgezocht om me te assisteren. Aan gezien mijn jachtvriend, de soldaat Dompas, op patrouille was, moest ik een ander mee vragen. Geen liefheb bers, het was "tida maoe of tida brani." Ik dus alleen op stap met berichtge ver. We vertrokken na de dienst te 13 uur en te 14 uur waren we in de kam pong. De korte tijd die er nog restte, benutte ik om mijn Schoenauer 8 m/m te inspecteren en een proefschot te lossen. Alles verliep naar wens. Intus sen had mijn kampongvriend alles in het werk gesteld om alsnog een klein offer te bewerkstelligen. Veel tijd had den we niet, omdat we vroeg in stelling moesten. De rimau kon immers mis schien al vroeg terugkomen, voor zijn verdere maaltijd. Na een spoeds- kendoeri (offer) vertrokken we met ons beiden. Ongeveer om 15 uur kwamen we in de ladang aan en gingen meteen op verkenning en daarna aan het werk. Het kadaver werd wat verplaatst en met een stevig rottantouw aan een flinke boomstronk gebonden. Om het kadaver werd, een straal van 2 meter het terrein schoongekapt. Op 20 meter afstand werd in een djenkolboom op een hoogte van 4 meter een aanzit gebouwd voor 2 personen. Om 16 uur waren we gereed en na men onze intrek in de boom. Nog enige kleinigheden, zoals camouflage en de zitting- werden verbeterd. Tevens werd uit de boom de omgeving beke ken. Toen er niets meer aan mankeer de, gingen we over tot het roken van ons laatste sjekkie(de weduwe) om daarna stil af tewachten. Nee, niet lang. Het was half vijf - 16.30 uur - en nog puur daglicht dus, toen we werden opgeschrikt. Ik had mijn sjekkie nog maar half opgerookt of daar verscheen in zijn volle gedaante de KONING. Hij begon meteen aan het kadaver te ruk ken en te morrelen, maar kreeg het niet weg (goed vastgesjord). Terwijl hij bezig was, deed ik mijn sjekkie rus tig opzij en bracht dan mijn kanon met 8 m/m soft-point projectiel in stelling. Juist had ik de veiligheidspal omgelegd en het wapen gericht, toen plotseling het beest in mijn richting keek en zijn bek opende om mij zijn machtige en ongepoetste gele tanden te laten zien; edoch geen gebrul. Even wachtte ik, maar nog steeds in de aanslag. Toen zijn bek dichtging was het voor mij HET MOMENT. Een scherpe knal klonk door de stilte, gevolgd wederom stilte. De grote KONING had geen kans om te protesteren. Hij zakte als een bak steen op de grond. Later (bij onder zoek tijdens het villen) bleek, dat de 8 m/m soft-point zijn baan gevonden had via het linkeroog, door de hals naar de borst, alwaar het projectiel uiteen geploft was. Na mijn spuit te hebben herladen (direct na het schot) nam ik mijn weduwe weer tussen mijn lippen en we bleven nog een 5 minu ten in de boom. Nu kwam de moeilijk heid, n.l. het transporteren. De tweede karbouw werd ingeschakeld en voor de slee gespannen. Dicht bij de tijger gekomen werd hij onrustig en moest geblindoekt worden. Met ons beiden kregen we met moeite de tijger op de slee. Voor donker waren we al in de kampong teruggekeerd en om 20 uur zat ik in de tangsi - niet bij moeder de vrouw, want die had ik nog niet - bij de weduwe en de Vrijbuiterjenever (Topi miring). De strappans (dwangarbei ders) begonnen bij het licht van storm- kings, het beest te villen na natuurlijk eerst een portrèt te hebben gemaakt. Het beest mat 3.26 meter van neus tot staartpunt, maar had naar verhouding een korte staart. Het was een prima beest en mooi getekend. Het opvallende van deze jacht was wel dat we zoveel geluk hadden. Mo gelijk dank zij dat kleine offer aan de bosgod, leder mens verlangt GELUK (redjekie) en velen gebruiken voor dit doel een offer. Christenen, Islamieten en anders denkenden doen dit. De één met een klein offer, de ander een groot offer zoals een karbouw bij brui loften. Zelfs mensen werden en mis schien nog worden geofferd (b.v. de Azteken in Mexico). Wie die goden zijn dat doet er niet toe. Ik voor mij vind dat het geen kwaad kan, zo'n klein offertje voor de jacht. Kost nagenoeg niets en het volk is tevreden. Dapet redjekie, banjak trima kasih. Bila tida dapat apa boleh boeat (Indien geluk, heel veel dank; zoniet a la bonheur) In mijn jachtleven tijdens mijn acht ja ren verblijf in Sumatra had ik niet over gebrek aan redjekie te klagen, behalve bij mijn mooiste kans op een olifant solitair in Banko (Djambi). Kreeg ik een kans dan toch maar een kleine kendoerie, ook op hertenjacht. Wasalam! J. KOLMUS. I1 GESPREK Boengkie: "Wat betekent "homo homi- ni lupus"? Bastiaan: "De mens is een wolf voor zijn medemens". Boengkie: "En wat betekent "homo sa piens?" Bastiaan: "De mens is een sapi!" Si Kes Straks is dit beek uitverkochten dan heeft U spijt! 6,25 0,45 porto 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 18