VOETSTAPPEN IN ANDERE WERELD De nini towok Rare abonnees Iri de jaren 1912 tot '23 of '24 woon de ik met mijn familie in Kali-Bening bij Jajaman (een paar km van Mage- lang) dat in die tijd het bezit van mijn ouders was. Wij kinderen gingen dan met een deleman naar school in Mage- lang. Ik bleef het langst daar, omdat mijn zusters door hun huwelijk eerder weg gingen. Het was daar bij de bevolking ge woonte om bij volle maan dat Nini Towok feest te vieren. Ook mijn moe der deed eraan mee. De Nini Towok pop maakten ze van een visfuik van bamboe, het hoofd van een siwoor (gajoeng van klapperdop met lange bamboe steel) de armen van stroo en de haren van padihalmen. Ogen, neus en mond werd op de bolle kant van de klapperdop met kapoersirih ge maakt. Verder kreeg ze een kain om, en om haar middel vier stagèns, (smal le stevige buikbanden) aan de acht uiteinden waarvan tijdens het spel vrouwen trekken. Ik denk dat daardoor de pop dan op en neer wipt. Zodra ze mooi aangekleed en met bloemen behangen is, brengen de vrouwen haar naar een heilige (angker) plaats, meestal een kerkhof, maar bij ons hoefde het niet aangezien voor ons erf aan de andere kant van het dessaweggetje een beekje stroomt met een holle loboom volgens 't volk erg angker, waarin de pop geplaatst wordt. Tegen 6 uur in de vooravond bren gen de vrouwen dan de pop, die vol gens hun al bezeten is onder luid ge zang van kinderen naar ons achtererf, tussen hoofd- en bijgebouwen. Op het erf zijn dan intussen een paar tikers (matten) gelegd en aan één kant daarvan een rij stoelen voor de Nederlandse gasten, officieren en onderofficieren van het KNIL uit Ma- gelang. Zij komen dan om dat vreem de onbegrijpelijke en toch zo boeiend schouwspel te zien. De pop wordt dan midden op de tiker geplaatst met aan elk uiteinde van de buikbanden één of twee vrou wen en de zingende kinderen erom heen en daar achter de andere belang stellenden. Vóór de pop staat een grote emaille kom met water en bloe men erin zoals rozen, kenangga, kan- til en niet te vergeten de melaties, met aan de voorkant naar de pop toe een handspiegel, want deze dame is ijdel en links van de kom haar kindje, een ronde, lange stenen vijzel (gandih) waarop ook met kalk een neusje, mond en wenkbrauwen getekend. Rechts van de kom een kleine anglo met branden de menjan (wierook). Zodra de vrouwen aan de banden trekken begint de pop te dansen ter wijl de kinderen onophoudelijk vrolijke speciale liedjes zingen. Dan gaat de pop hoe langer hoe hoger springen en dansen, bekijkt zich in de spiegel en slaat met haar batok kop in de kom met het bloemenwater; het wordt dan een heel gespetter maar iedereen is er blij mee. De vrouwen staan dan op, nog steeds aan de banden trekkend, en zodoende maakt de pop een ronde dans buiten de kring. Zodra het zover is moet iemand het kindje wegpakken. Ik herinner me nog heel goed, dat het eens mijn oom Paul en neef Harry het deden. Zodra de pop dan op haar plaats terug is en haar kindje mist, gaat ze boos dansende tussen 't pu bliek door om de dader te zoeken. En toen ze bij mij ook kwam sloeg ze met haar kop een paar maal flink tegen mijn oom, wat iedereen deed schateren van de lach. Intussen heeft mijn neef de stenen baby weer op z'n plaats gezet. De pop komt dan weer terug, ziet haar kindje en is verder tevreden. Het hele feest duurt zowat één tot anderhalf uur. De vrouwen werden daarna door mijn moeder getracteerd op alle mogelijke droge inheemse gesuikerde en onge suikerde gekleurde koekjes en ieder een kom dawet of wat tjendol en nog wat centen toe. Daarna gaat iedereen tevreden naar huis, ook de KNIL-officieren met dank en verzoek aan Ma of ze een volgen de keer weer mochten komen. Het was voor hun, maar ook voor ons kinderen een waar raadsel van de dansende en kwaad wordende bam boepop met haar hoofd van klapper dop. Natuurlijk was iedereen bij de vol gende volle maan weer welkom bij ons. Co van Wijlen - Poetoehena Ook andere inzendingen ontvangen, die misschien later worden geplaatst. Red. Evenals elk blad heeft ook Tong Tong rare abonnees. Er is er één met de wonderlijkste handtekening die we ooit gezien hebben. Overigens zien we die handtekening maar erg zelden, want meestal komt hij zelf op bezoek. En altijd als hij komt, geeft hij geld. Kleine bedragen. Een tientje hier, twee tientjes daar. Soms voor de Bruine Bus en soms voor Tong Tong zelf. Soms toegangskaarten voor de Pasar Malam, enz. enz. Altijd heeft hij er enige reden voor: hij heeft dan "een of ander financieel buitenkansje ge had". Als je dat zo al jaren meemaakt, sta je toch wel verbaasd over al die bui tenkansjes die één persoon alsmaar gelukkig treffen. Verder ontdek je ook dat hij op bezoek komt de dag dat Tong Tong bij hem in de bus is ge gleden. Of een dag later. Altijd schijnt hij dus iets gelezen te hebben, wat hem op de een of andere manier treft en dankbaar stemt. Dan gaat hij even mampir bij Tong Tong. En stapt gauw weer op, kennelijk ge sterkt en gesticht. Wonderlijk, ja? Later ontdekten we dat deze abon nee eigenlijk een enorme zwerver is en in Den Haag "iedereen kent'. Daar door weet hij "alles van iedereen" en zou dus een fantasties roddelaar kun nen zijn. Maar merkwaardig genoeg spreekt hij nooit kwaad van andere mensen. En bijvoorbeeld van mij ge noeg gehoord hebbend om me op het stoepje te roepen (want dat mag hij) of een onwaar roddeltje te signaleren "om me te waarschuwen", zegt hij nooit iets. Ook heeft hij niet die ty pisch ontwijkende blik van mensen die "iets van U weten" en ijverig doen of ze niets weten kent U wel, ja? In tegendeel: hij is zó kalm "ge woon" dat het gewoonweg verfrissend aandoet in een maatschappij waarin iedereen overdreven pro of overdre ven anti meent te moeten zijn ten aan zien van alles! Hij is betoel raar, ja? Eens vertelde hij me dit: "Als er een Grote Boeng dood is, ga ik altijd kijken naar zijn begrafenis, weetje 'Lie". "Waarom?" "Want ik kijk uit naar de eerste volgwagen na de Lijkkoets". "Waarom?" "Omdat daar de brandkast met geld op staat, die hij in zijn leven verdiend heeft en nu meeneemt natuurlijk. Maar ik ben altijd erg teleurgesteld, weetje 'Lie!" "Waarom?" "Omdat er nooit een volgwagen is met een brandkast..." Rare abonnee, ja? T.R. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 19