DE „GAMELAN SHANGHAI Prettige pijn doe jij de mensen, Tjalie, met zulke foto's te plaatsen. Foto's? Weggeborgen stukjes leven! Die opeens weer net zo echt vóór je staan dat je jezelf met al die strijkende en blazende en poekoelende sobats die eens je dagelijkse vrienden waren, vóelt meezweten! Ondanks alle in die NIROM-studio aangebrachte air conditioning. "Tjoema air sadjah", zei orkestbediende Saarin daarvan, met een stille grijns van oor tot oor. En dan veegde hij het zweet van zijn voorhoofd en van de Lustige Witwe, waarvan hij de partijen aan het ver delen was over de lessenaars. (Zie TT 30 aug. pag. 12, foto Nirom-orkest). Hem mis ik, weet je, op deze foto. Zonder de toewijding van de onge ziene krachten die men orkestbedien den pleegt te noemen, kan geen orkest functioneren. Zo'n Concertgebouw houdt er een heel peleton van die sjouwers en bouwers op na, het Nl- ROM-orkest deed het met Saarin. Na druk op deed s.v.p., want dit orkest gaf een bést nummer muziekmaken weg. Maar je kunt ook zeggen: Saarin deed het met het NIROM-orkest. Als hij de partijen voor de musici had uitgelegd, vooral als het een kluif van een sym fonie was, dan kon hij met een blijde rust je omroepcel binnenkomen en je medeplichtig toevertrouwen: "Seka- rang gampang. Main teroes sampai ha- bis sadjah". Om dan terug te gaan naar zijn vaste plaats tijdens een or kest-uitzending: op een stoel achter de dirigent. Klaar om hem een schoon handdoekje aan te reiken als het eer ste was natgeveegd. Vanwege al dat air zonder conditioning! Intussen is deze foto, die in onze TT van 30 aug. "nog zo onduidelijk" genoemd werd, heel duidelijk afkom stig uit 1940 of '41. En even duidelijk herken ik er de meesten van. Geen wonder, die vooroorlogse NIROM was een genoeglijk bedrijf. Je kende el kaar allemaal. Programmamakers, om roepers, technici, boekhouders, muzi kanten. Bij alle groei slaagden wij er toch in die sfeer van een vrienden kring te handhaven daar aan Konings plein West. Zoiets is alsnog een hoed je-af richting directie waard. Maar nu die foto. Van wat wij onder elkaar noemden onze Gamelan Shan ghai. Omdat er zoveel nationaliteiten in zaten, waarvan een kern inderdaad via Shanghai, via China althans, in Indo nesië terecht was gekomen. Voorna melijk Russen die in 1917 voor de revo lutie oostwaarts waren gevlucht, en die vervolgens de kost hadden verdiend met muziekmaken in hotels, theaters enz. in steden als Charbin, Shanghai, Canton, Singapore. Allengs zuidelij ker afzakkend en tenslotte belandend in Medan, Batavia, Bandoeng, Soera- baia. Spelend in soos- en hotelorkes ten en tenslotte overstappend naar de NIROM. Velen hadden heel die levensreis nog zelf meegemaakt. Anderen waren onderweg geboren uit vluchtelingen- ouders. Maar onder elkaar bleef hun taal Russisch. En tegen ieder ander lag Maleis hun het best. Een mollig Maleis, met zacht slepende s'en en donkere oe's. Van zulke Russen zitten op de foto: de violisten Boris Mariëff en Iwan Fe- doroff. Spreek uit Fjödderof. De laat ste was al vóór de oorlog Nederlander geworden, vooral terwille van zijn zoon. Die zijn naam dan ook uitsprak als Feedorof, en die een veelbelovend journaalfilmer was. Dan cellist Nicolai Varffolomeyef (ik laat het uitspreken verder met rust; als omroeper heb ik er mijn beste huig op verstuikt); klarinettist Nicon Shev- chuck; trompettist Wladimir Gerasi- muk. Een naam als van een ruige ko zak, maar een kereltje dat nauwlijks over z'n lessenaar kon kijken. Op trompet evenwel een djago die ook zonder microfoon Koningsplein Oost haalde. Uiterst rechts achter zit een trombonist wiens naam ik kwijt ben. Een Philippino die altijd breed lachte, zowel met als zonder schuiftoeter aan z'n mond. En wiens schorre commen taren in een tjampoeran van Engels, Spaans en Maleis fnuikend waren voor gastdirigenten die niet op hun qui vive waren. Op eerste fluit zie ik Frederik We- demeyer. Groot, zwaar, vriendelijk, en een fluwelen instrumentalist in wat hij zelf noemde "lieve stukken". Aan de linkse contrabas staat zijn zoon, zo rond zijn 22ste het jongste orkestlid. De andere linnenkast daarentegen wordt bestreken door de oudste van allen, de heer Schreiber. Al die musici tutoyeerden elkaar, wij als omroepers waren ook op jij-en-jou met de mees ten, aangekondigd werden ze als ge bruikelijk met hun voornaam erbij, maar die oude Duitse bassist was en bleef "de heer Schreiber". Bij het ma ken van deze foto was er bovendien iets bijzonders aan de hand, want hij is in overhemd met das! Normaal was hij de djas toetoep trouw als enige en laatste van heel de NIROM. Ach ja en dan... Wrede vent ben jij, Tjalie, om nou net in een latere TT te manen tot kort zijn! Adoe, hoe kén, als jij de mensen te lijf gaat met zulke foto's die bersten van de vriendschap pen, de gekke invallen, de fijne ge baren, de mooie muziek. Maar goed, ik noem nog wat namen. Bij de strijkers, uiterst links, Willem Kramers. Jaren lang vermomd als Roemeen bij de ho- telstrijk van Julien Foorman, daarna NIROM-violist. Naast hem Cor Rijf, samen met zijn broers Theo (meest rechtse cellist) en Rel als Lloyd-trio van de Dempo overgestapt naar Bata- via's koelste terrasje (Capitol, langs de kali) en daarna in NIROM-dienst getreden. Op de voorste rij o.a. nog Phil de Boers, Emiel van Amersfoort en Kopp. Die twee laatsten vormden de merkwaardigste tegenstelling die ik ooit binnen de bangsa indo heb gezien. "Miel" zó mager dat er binnenin niet eens plaats leek voor een geraamte. En altijd zó gespannen spelend dat wij zeiden, die houdt z'n strijkstok stil en strijkt zichzelf met viool en al d'rlangs om er geluid uit te krijgen. Maar wat voor geluid... hij was een orkestviolist van de bovenste plank! Dat was Kopp ook. Maar die was de rust zelf. Je zag hem nauwelijks bewegen. Lekker ach terover, buik in vrije positie, deed-ie schijnbaar zo'n beetje wat in het vage. Maar hij was de betrouwbaarste alt violist die Hinze zich kon wensen. Let wel altviolist. Eerste hoefde niet van Kopp. En z'n voornaam weet ik zelfs nu nog niet. Hoefde ook niet van Kopp. Kopp was Kopp sadjah. Aan de vleugel zie ik niet Richard Schmidberger (ik weet niet wie wél), maar hem noem ik, Schmidberger, om dat hij de vaste pianist van de NIROM was Getrouwd met Batavia-zange- Sorry Bert, maar minstens twee andere lezeressen van ons blad hebben Schmidberger duidelijk herkend. Kijk nog eens goed! 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 12