<:lTleiójeókerinneringen uit 'Lancia
Als kind van 4 jaar ben ik al met
m'n ouders, broertje en zusje in Indië
gekomen. Dat was in 1891. M'n vader's
eerste standplaats was Soebang (Pa-
manoekan Tjiasem-landen). Na een
paar jaar gingen we naar Djocja en
toen ik 8 jaar was, werd pa over
geplaatst naar Banda Neira. Een be
levenis, die reis per K.P.M. naar de
Molukken! En wat hebben we daar een
heerlijke jeugd gehad. We woonden in
een mooi huis aan de aloon-aloon en
keken over de aloon-aloon op de baai
van Banda. Aan de overkant van de
baai lag Groot-Banda. Links van Neira
lag de Goenoeng Api, een mooie sta
tige vulkaan. De school van pa lag aan
de Bovenstraat (je had een Boven-,
een Midden- en een Benedenstraat).
Ik ging naar de meisjes-school. Ik
herinner me nog verscheidene Banda-
se familienamen, ook al door de
schoolkinderen. Bekende namen wa
ren fam. Bouvy, Delmaar, Brantz, Ver
steeg, Rijkschroef, Herrebrugh, Mul
der, Sauerbier, Brouwerius van Nideck,
allemaal echte Banda-namen. Dan had
je nog bij het onderwijs, Mej. van
Santwijk, mej. Schubart, mej. Stroot-
man, de heer Knappert, van Heek en
Stada. Van de officieren herinner ik
me nog kapitein Wetmar, ook al door
de twee zoons. Verder de handelsman
Abdullah Baadillah.
Op Groot-Banda groeiden de pala-
bomen. Op onze aardrijkskundeles
leerden we dat 't eiland in 21 perken
was verdeeld en ieder perk had als
hoofd een perkenier. Ik heb ook wel
Oranjehoogtijdagen werden op Banda
altijd uitbundig gevierd. Zo was ter
gelegenheid van de inhuldiging van
Koningin Wilhelmina in 1898 de Goe
noeng Api geillumineerd met een grote
gekroonde W.
In 1894 reeds was deze tweede gou
den tijd alweer voorbij tengevolge van
prijsdalingen en concurrentie uit ande
re streken. De meeste perkeniers wa
ren hierdoor genoodzaakt hun oude
familieperken te verkopen aan hun
grote crediteur, de Handel- en Crediet-
mij Banda. Velen verlieten Banda om
elders een nieuw bestaan op te bou
wen, anderen bleven als opzichter of
beheerder van de perken, die vroeger
hun eigendom waren geweest, een en
keling wist zich als perkeigenaar te
handhaven. De vroeger zo drukke en
vrolijke hoofdplaats Banda-Neira werd
een dode stad.
Nog heden ten dage leven afstam
melingen van de oude families vaak
onder moeilijke omstandigheden op
Banda, het land, waar hun voorvaderen
zich, nu meer dan drie eeuwen gele
den vestigden. Ch. Manders
Litteratuur: Nederlandsche Oudheden
in de Molukken, V. I. van de Wall.
eens aan de "achterwal" bij een per-
keniersfamilie gelogeerd, de familie
Pinège. Met onze baboe ging ik in
een boot, die geroeid werd om het
eiland heen naar de achterwal, waar
de zee flink te keer ging, terwijl 't in
de baai altijd stil en kalm was.
Onze meisjesschool lag, zei men, cp
een onderaardse gang, die 't oude fort,
dat links lag, verbond met het nieuwe
fort "Belgica", dat rechts op een heu
vel lag. Ons was op school geleerd
"met één, opstaan, tel twee naast de
bank, tel drie de deur uit". Dit moest
gebeuren bij aardbevingen; je hoorde
dan van tevoren al 't gerommel (bij ons
boven die onderaardse gang, 't eerst).
Op een dag hoorden we gerommel en
vóór de jufrouw "één, twee, drie" had
geroepen, waren wij al de deur. uit
gestormd voor niets!! 't Was de
grote hond van de familie Delmaar,
die de kinderen altijd van school kwam
halen en die dag blijkbaar moe van het
wachten, maar wat aan de deur had
getrommeld.
De meeste huizen op Banda hadden
een aardbevingshuisje achter op 't erf,
dat primitief maar volledig aangekleed
(lamp met petroleum boven de tafel
en de aan de wand vastgehaakte) kast,
wat duurzame etenswaren, dus volko
men klaar om bij aardbeving in te
vluchten.
De K.P.M. kwam 1 x per maand.
Eens was er met de boot een zending
dameshoeden voor de enige Holland
se toko aangekomen. Alle dames koch
ten zo'n hoed (matelot met gekleurd
lint versierd). Met de eerste komst van
de K.P.M. ging iedereen naar boord,
de heren voor het potje koud vatbier,
de dames met de hoed op, om zich
te laten bewonderen! Ja, men wist op
Banda van feestvieren!
Toen Wilhelmina jarig was, speelde
de militaire muziek op de aloon-aloon
en op de Goenoeng Api had men mid
den tegen de bergwand een reuzen
grote W van flambouwen gemaakt. Die
tlambouwen zijn een week lang, iedere
avond aangestoken, zodat je een
prachtig verlichte W kon zien. Verder
herinner ik me nog dat Seroeanezen
van 't eiland Seroea dikwijls met hun
grote schuiten (orambaai noemden ze
die) vol klappers naar Banda kwamen.
Die kerels hadden soms Papoea ba
by's aan boord, die ze verkochten voor
5,per stuk. Die kindertjes werden
vaak verkocht en aangenomen als
eigen kinderen, maar ze kregen slechts
een deel van de familienaam of de
omgekeerde naam! Ik weet nog dat
een jongen Joris Berouw heette en een
zoon was van fam. Berouwerius van
Nideck. Men zegt dat de naam Ver
meer ook verdraaid is tot Remrev. Ik
heb ook gehoord dat een familie (hij
moet bij de waterstaat gediend heb
ben) twee kinderen heeft aangenomen,
die bijzonder intelligent bleken te zijn
en later op de H.B.S. te Semarang te
recht kwamen. Die Papoeaatjes waren
er nog niet zo slecht aan toe!
In '1900 gingen we met verlof naar
Holland, zodat dit nog herinneringen
zijn van de 19de eeuw! Ik weet ook
nog dat Pa op zijn middagcursus Ali
Baadillah had, een zcon van Abdullah.
Toen ik jarig was, kreeg ik van hem
vijf parels cadeau! Z'n vader had ook
een grote parelvisserij.
J. Oostwald - Stada
Respect voer mevr. Oostwald - Stada
om herinneringen van de vorige eeuw,
bijna 70 jaar oud, op te halen! Jammer
genoeg vertelde ze ons niet wat de
"achterwal" eigenlijk is. Maar mis
schien kunnen andere lezers van Ban
da daarbij helpen, want Banda is toch
werkelijk een té mooi gebied om te
vergeten, ja? Red.
De oude Hervormde kerk van Banda-Neira. In bet interieur bevinden zich Wapenborden
en grafstenen van bekende perkeniersfamilies.
15