De IEV MULO aan 't Tjitaroemplein, Bandoeng DE TRAM De drie eerste klassen broederlijk bijeen Of dat nou gelukkige jaren (mijn schooljaren: 19381942) waren, die wij in dat gebouw mochten doorbren gen, ach achteraf bekeken wel, maar in die tijd, ooohhh in die tijd voelde je je belabberd als je elke ochtend om 6 uur moest opstaan om om 7 uur met de fiets aan de hand het schoolerf op te lopen, door het poortje, over het binnenerf naar de fietsenstalling. Je moest het niet wagen om al fietsende het schoolerf op te gaan, want dan was je de pisang, dat was verboden. Meestal stond onze directeur, de hr Bleeker, ergens op de loer om je te strikken. Indien hij daarin slaagde kreeg je meestal de ge-ijkte straf: om 12 uur schoolblijven en bij de sekolah onder de klok zitten. Dat "onder de klok zitten of staan" was wel de meest voorkomende straf. Ook als je onder de les wat had uit gespookt, waardoor je de klas werd uitgestuurd, dan was het meestal "Ga jij maar onder de klok". Die klok was een gewone gietijzeren bel, opgehan gen aan één van de hanebalken van de meisjes-fietsenstalling, en die door de schooljongen werd geluid als teken dat er een lesuur was afgelopen en bij begin en einde van de schooltijd. Je kreeg dan altijd gezelschap van de sekolah, die je uitnodigde tot een spel letje boter-melk-kaas. Daar was deze man een kei in. Hoeveel keer hij dit spelletje in zijn loopbaan zal hebben gespeeld, ik geloof niet dat dat te tellen is. Goed, om 7 uur begonnen dan de lessen en zat je braaf in die smalle één-persoonsbanken je proefwerk te maken, naar de leraar te luisteren of de lessen, die je de vorige dag met veel pijn en moeite in je hoofd had gestampt op te dreunen. Waren die uren voor velen van ons niet een mar teling? Ik persoonlijk vond de 2 x 3- kwartier gymnastiek wel de aange naamste tijd. Wij jongens kregen dan meestal voetballen van de hr Geurink, die zelf ook meedraafde met zijn lan ge benen en zijn wit kapje op zijn hoofd (de man was nl. kaal en een voetbal kan hard aankomen). Ach, ach, ach, wat hadden wij een moeite om hem te kunnen bijhouden. Onder zijn bekwame leiding boekten wij ook vele successen. Op de foto staat hij op de achterste rij 4e van links, naast de hr Kohlen, die samen met de hr de Jong (op de 2e rij zittend 4e van rechts) ons Engelse les gaf. Op de zelfde rij 3e en 4e van links de heren Winia (wiskundeleraar) en Bleeker (de direc teur). Terug naar de bovenste rij zien we de heer Velthuysen, leraar Frans en steno en ik dacht ook handelsrekenen en boekhouden, hij overleed begin van dit jaar in Bilthoven. Naast hem zien we onze beroemde "boter-melk-kaas"- speler. De hr Bleeker heb ik in 1953 nog ontmoet in pension Zonnestraal bij Doorwerth in de buurt van Arnhem. De hr Geurink, die met mij in het Jap. ge vangenkamp heeft gezeten, is in '43 of '44 overleden. Van de andere leraren heb ik niets meer gehoord. Wie gaf toch les in Nederlands en geschiedenis? Wie herinnert zich niet het V. en W. gebouw, in de wandeling Gedong Sate (dit n.a.v. de toren die op een sate- stok lijkt) genaamd? Als wij 'n vrije les hadden, trokken wij er altijd naar toe om nog even de komende lessen door te nemen of over het e.e.a. te praten of om raaierij uit te halen onder het genot van 'n ijsblok plombière of aard bei van de fa. Tandjoeng Sarie van de fam. Hartelust. Dat ijsblokje kostte ons een kapitaal nl. 2'/2 ct. Kun je je voorstelen, dat die teen- Lang, heel lang geleden, om precies te zijn in het begin van de twintiger jaren dezer eeuw, kreeg de goede stad Soerabaja een tram, een heuse elec- trische en daar waren we niet zo'n heel klein beetje trots op! Ik was er in ieder geval als de kip pen bij om als een der eersten een ritje te maken. Onder luid gebel liet ik me voor een habbekrats vervoeren naar Tandjoeng Perak, terug naar Dar- mo, naar de remise op Sawahan, via Embong Malang naar de stad en toen maar weer naar Tg Perak. Wat een belevenis! Nglentjerrend door mijn oude stad zag ik op Gemblongan, Kramat Gan- toeng en elders de restanten van wat eens de trotse electrische tram was: boven het wegdek nog even zichtbare rails. Glinsterend in de felle zon. Weg gezakt en of weggereden. Telkens overgoten met een scheut teer als er reparaties moeten worden verricht aan de weg. De elec. rijdt niet meer. Niet naar Tg. Perak en niet naar Darmo en nergens heen. Gone! Zittend in het restaurant Delby te genover de dierentuin en genietend van een echte loempia (ik bedoel een echte, dus klein, handzaam, knapperig en niet zo'n taai, plat, pukkelig uit sluitend met tjoekoelan gevuld onsma- gelijk hollands misbaksel) waarachtig, daar kwam gierend en slierend door de bocht met de ontzagwekkende snel heid van wel 10 km per uur, de oude moordenaar op wielen, de stoomtram! Dezelfde gekke oude loc van toen floeher, dezelfde gekke wagons, nog smeriger dan weleer, dezelfde w...i...e ...t...soe...w...i...e...t De moderne elec. kalah njo! Die ouderwetse stoomloc menang! Daar ging ie weer... richting Oedjoeng... sie...w...i...eetttGierend door de bocht. Ik dacht bij mezelf: "Alles is weer Okay". M'n dag is weer goed. M'n loempia smaakte opeens dubel zo lekker! G. H. Bartman agers van vroeger, die allerlei streken uithaalden zoals tonggèrèts in de klas loslaten of met opzet die onhandige twee-potige tekentafels tegen de grond kwakten, dat die zelfde jongens en meisjes nu zelf ouders van kinderen zijn, die beslist ook van die streken in de klas uithalen? G. Petrus 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 21