PIEKERANS BIJ EEN MAT BIJ DE VOORPLAAT De omslagtekening van dit kerst- en nieuwjaarsnummer werd door Rogier Boon vervaardigd uit twee motieven van matten van de Tabaroe's van Hal- mahera. Een ster-motief en een motief van drie mannetjes, die dus de Kerst ster en Drie Koningen in onze gedach ten kunnen brengen. Wie Rogier met dit werkje bezig heeft gezien, weet dat de tekening gewoon een stuk handwerk is gewor den: eindeloos dezelfde simpele streepjes naast elkaar. Met net zoveel geduld en eenvoud alsof het het vlech ten van een echte mat betrof. Ook wa ren de decoratieve figuren net zo sim pel alsof ze door een onontwikkelde mattenvlechter ergens aan een veraf gelegen strand of rivier waren ont worpen. In vergelijking met de pracht en glo rie waarmee in de laatste decennia kerst-versieringen doorgaans worden gemaakt, steekt de eenvoud van deze omslagtekening wel erg af. Het lijkt wel alsof de eeuwenlange ontwikke ling van artistieke en typografische technieken in één dag werken aan deze omslagtekening vergeten is. Waardeloos is. En het lijkt alsof daar mee ook de hele moeizame ontwikke ling van het christelijke denken, ia zelfs van het religieuze denken in het algemeen, opzij gezet is. Denk maar aan de (soms duizeling wekkende) glorie van de eerste de beste kerst- en nieuwjaarskaart van de Hema, aan de met zorg gekozen bijbelteksten die op zo'n kaart het toe passelijke geestelijke voedsel moeten verschaffen! Denk aan de studie van de artist met zijn arsenaal van kleur- stiften en inkten, penselen, tubes verf, zijn opleiding tot artist. Denk aan het enorme apparaat van de veelsoortige drukkerijen en verkoopagenturen, die deze briefkaart distribueren over tien duizenden, ja millioenen kopers. En denk daarna aan zo'n matten vlechter (of -ster) ergens in een uit- noek van Indonesië in een eenzame kampong of aan een verlaten strand: een mens op de grond met een stapel riet. Die in vele dagen alleen maar één mat maakt. Zelfs geen dak boven zijn hoofd. Alleen de hemel. Geen boekenkasten met tekenmodellen en naslaglectuur. Maar alleen planten, in secten, vogels. Mensen even primitief als hij. En misschien, als de avond begint te vallen, een ster. Hoe kan zo iemand nog de inspiratie vinden of de artistieke vorming om een mat sierlijk van figuren te voorzien? Toen ik in Borneo aan een van de grote rivieren woonde en een kunst- of gebruiksvoorwerp zocht dat typisch Borneoos was, merkte ik tot mijn ver bazing dat dat niet mogelijk was. De beschaving was al te ver doorgedror gen langs de rivieren en de Dayaks hadden haast niets meer van zichzelf. Door nijvere Maleise en Chinese koop lieden was elk modern gerief, elke kunst, van de grote pasars tot in het verste palendorp doorgedrongen, van vishaken en zakmessen af tot plastic bekertjes en transistors toe. Was er dan zelfs nergens vlechtwerk meer? Iemand op de pasar wist nog wel een ouwe vrouw die wel eens matten vlocht. Misschien. Ook was het niet veel zaaks natuurlijk. Ik ging er naar toe. Het was een oud, eenzaam en arm mensje, verdord en gekromd en nogal onthutst om die Europeaan die iets van haar wou hebben, waar ze nauwe lijks voor haar eigen gemeenschap iets produceren kon van waarde. Ja, ze had ergens nog een mat. Een kleine. De laatste die ze gemaakt had. Een ge woon ding. Het kwam onder veel stof en vodden vandaan. Ik had wel vaker Dayakse siermotieven gezien. Waar dus het motief van de loot van de va ren domineerde, U weet wel, die spi raalvormige krullen van ontluikende varenbladeren. Op kunstige wijze zijn deze figuurtjes vaak gearrangeerd in oneindige motieven of sierranden. Men zoekt er symbolen van ontwakend le ven, van vruchtbaarheid, of van de creatieve krachten in de schepping. Ik heb me vaak afgevraagd: wat lééft er van deze ideeën nog bij de simpele Dayak? Net zoals: wat lééft er van de "Ster van Bethlehem" nog bij de mil joenen briefkaartkopers in Europa? Toch trof deze mat, deze laatste mat van dat ouwe vrouwtje, me door een ongewone en haast symbolische ONAFH. IND. TIJDSCHR. 14e JAARG. No. 11-12 Pr. Mauritsl. 36, Den Haag - Telegramadres: Tong Tong DenHaag - Tel. 070-54.55.00/54.55.01 - Giro 6685 Uitgave: Publ. en Handel Mij Tong Tong N.V. Directie en Hoofdredactie: Tjalie Robinson. Verschijnt de 1ste en 15de van iedere maand. Prijs per nummer f 1,Abt. Nederl.: kwart, 5, halfj. ƒ10,jaar 20,Abt. Europa: jaar f 25, Buiten Europa: jaar 30, Abt. (per jaar en per luchtpost): Australië en Nw. Zeeland f 69,—; Indonesië f 64,—; Z.-Afrika en Z.-Amerika f 54,—; Canada en Ver. Staten f 44,Suriname en Antillen f 44, ZOEKT OP BASIS VAN DE NUTTIGE ERVARIN GEN IN DE GORDEL VAN SMARAGD NIEUWE INTERESSEN IN NEDERLAND TE WEKKEN VOOR DE TROPENGORDEL. De directie behoudt zich het recht voor hen die schadelijk geacht worden voor het welzijn van Tong Tong als abonnee te weigeren of af te voeren. ALLE ABONNEMENTSGELDEN ZIJN BIJ VOORUITBETALING VERSCHULDIGD. ADVERTENTIES KUNNEN ZONDER OPGAAF VAN REDENEN GEWEIGERD WORDEN denkvernieuwing. Waarschijnlijk tóch geheel vergeten en aan haar lot over gelaten, niet meer gewend iets te doen waarbij rekening gehouden moest wor den met wat anderen van haar vroe gen, geheel vrij om te doen wat zij wilde .waren haar varenlootmotieven op een fantastische ongebreidelde wij ze uitgegroeid tot ze de hele mat vul den. Van kleine krulletjes uitgegroeid tot ware pauwenveren. Alsof ze zeg gen wilden: al ben ik klein, ik zal de hele wereld omvatten! Ik keek peinzend op het kleine vrouwtje neer. Wat een wijde, een "wereldveroverende" vlucht konden haar gedachten nemen! Hoe intens had in elk geval zij het beginsel van de varenloot begrepen. En hadden de on- rembaarheid de limietloosheid van dit groeibeginsel haar mat een volmaakt nieuw en krachtig dessin gegeven! Overigens bleek uit niets dat ze deze mat bijzonder apprecieerde. Het leek me meer alsof ze blij was dat de een of adere dwaas er nog wat geld voor had willen geven. De koop werd slordig gesloten. Ze keerde naar haar doening terug en ik naar de mijne. En dat was alles. Maar aan deze ervaring denk ik vaak terug als ik mij probeer voor te stellen wat er bij iemand om zou kunnen gaan als hij iets gemaakt heeft dat in ver gelijking met wat anderen maakten, in ferieur is. En stel je dus eens voor wat wij, ontwikkelde Europeanen, van zo'n "mat met kerstmotief" hadden kunnen maken, als wij het dessin hadden mo gen ontwerpen! Sjonge, een mat van vier bij vier meter zou er nog te klein voor geweest zijn. En we hadden vast veel meer kleuren en tinten gekozen! En toch realiseer je je dan opeens ook met een schok dat juist dat gren zeloos vele wat wij tot uitdrukking zouden willen brengen, eigenlijk zou wijzen op onmacht en op leegheid. Want laat ons wel wezen: wat is voor ons een ster eigenlijk nog? Wij, levend in van de hemel afgesloten huizen, met knusse centrale verwarming, met net zoveel kunstlicht als we maar wen sen, wij weten toch niet meer wat ster ren zijn? Sterren zijn "pakweg" sym bolen voor "De Ster van Bethlehem", symbolen van politieke macht op vlag gen, van sensationele uitverkopen op grote affiches, van filmacteurskwali teiten, van rangonderscheidingen bij legers, van kwaliteiten van brandy... Maar dat kleine lichtpuntje aan een donkere hemel, dat kennen wij in al zijn lachwekkende nietigheid niet meer. Daarvoor, weet je, moet je eigenlijk leven als zo'n mattenvlechter In halve Lees verder volgende pag. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 3