EEN DUBBEL GEZEGEND KERSTFEEST Anno Domini 1678 Door Dr. H. J. de Graaf 'Vf WèSZKf-J C;l|fM -"W Hel stadhuisplein in oud-Batavia. In het midden op de achtergrond het stadhuis, waar het College van Schepenen op Kerstmis 1678 de Bataviase notabelen een "collation" aanbood om de overwinning van Anthonie Hnrdt te vieren. Rechts de Hollandse Kerk, waar een dankdienst werd gehouden. Als men de geschiedenis onzer kerstfeestvieringen nagaat, wordt men een beetje teleurgesteld. Niet alleen dat de Kerk slechts laat en aarzelend tct de viering van Christus' geboortedag is overgegaan zij vond zijn Opstanding belangrijker ook onze moderne kerstgebruiken hebben pas vrij kort geleden een algemene verspreiding gevonden. Sommige zijn zelfs van niet-christelijke herkomst of dragen een neutraal karakter (b.v. lekker eten en drinken) en zijn buiten de Kerk hun eigen leventje gaan leiden. Het vorige jaar heb ik er aan her innerd, hoe laat de kerstboom bij ons populair is geworden. En niet alleen bij ons, doch ook in Engeland. Meestal waren het Duitsers die de lichtboom introduceerden, b.v. in Engeland nie mand minder dan prins Albert van Sak sen Coburg, de geliefde prins-gemaal van koningin Victoria. Nadat hij in 1840 met haar in de echt verbonden was, ontstak hij reeds het volgende jaar december de eerste kerstboom in En geland, en wel in het vermaarde kas teel van Windsor. Reeds 9 jaren later werden honderden kerstbomen op de markt van Covent Garden te Londen te koop aangeboden. Zo begon de kerstboom zijn zegetocht door het Britse Rijk, niettegenstaande het sma len van de romanschrijver Charles Dickens over 'the new German toy", het nieuwe Duitse speelgoed. Naast do traditionele Engelse kerstmaaltijd met kalkoen en plumpudding, had de Duitse kerstboom een vaste plaats veroverd. Ook wij zijn naast de meestal ge- schenkenloze kerstboom al aarzelend begonnen met deze Engelse gerechten, die door de winkeliers ons worden aan geprezen ter bevordering van de "kerststemming" (eigenlijk een afschu- schuwlijk begrip). Zelfs het heidense zonnerad (als hakenkruis verfoeid, doch als kerstkrans toegejuicht), is er weer ingekomen, hetgeen, dit zij vol mondig toegegeven, ook zijn smake lijke zijde heeft. Maar zo ontstaat een Kerstfeest, waaraan iedereen kan meedoen, Chris ten, Jood en heiden, om een ouder wetse term te gebruiken, en vaak ook meedoet: in binnenkamers en restau rants, in scholen en op straat. Dit heeft ten slotte niet veel meer te maken met de viering van het Christusfeest cp de plaats, waar Christus' heilsgeheimen gevierd worden, waar om het eens statig met de oudbakken Tollens te zeggen: Laat dreunen door dit kerkgewelf Laat klinken tot de Hemel zelf Dat Christus is geboren! Helaas kreeg daarentegen onze oud- vaderlandse Kerstfeestviering wel sterk het stempel van de Kerstpredi- catie, welke natuurlijk staat of valt met de gaven van de prediker. Toch sprak men zelfs in het oude Batavia nog van "Kerstfeest vieren". Evenwel, het is tot omstreeks 1640 in Batavia nog de gewoonte geweest om op Kerstdag nog iets meer in de kerk te doen dan alleen maar preken en psalmzingen. Gelijk bekend is het in de kerken van Gereformeerde afkomst gebruik, om vier maal 's jaars het Heilig Avondmaal te vieren. Welnu, in het oude Batavia werd dit driemaal op een zondag ge houden, doch de decemberviering viel aanvankelijk steeds op eerste Kerst dag, ook al was deze géén zondag. Zo kreeg die dag wat meer luister. Doch, misschien onder de toenemende neiging om de "sabbatdag" te eren en te heiligen, raakte deze gewoonte in onbruik en vierde men het vierde Heilig Avondmaal steeds op een zon dag omstreeks Nieuwjaar, zelfs al was deze géén Kerstdag. Toch werden de kerstdagen als zeer bijzondere kerkelijke feestdagen be schouwd, waarop men met vrolijkheid en uitgelatenheid zeer voorzichtig om sprong, want het Calvinisme was ten onzent ernstig van aard. Dit zal blijken uit het volgende ver haal, juist 291 jaar geleden. In de "donkere dagen voor Kerst mis" 1678, die in Indië natuurlijk niet zo duister plegen te zijn, had men 'te Batavia van hccg tot laag flink in de angst gezeten. Op 5 september van dat jaar was na lang aarzelen een grote veldtocht naar het toen nog bijna onbekende binnenland van Java ondernomen. Het ging hier om de grote rebel raden Troertadjaja jonge overwinnaar), die bezig was in Kediri een nieuw rijk te stichten, ten koste van onze bondge noot, de Soenan van Mataram. Daar om trok een Nederlands leger mét de Javaanse troepen tegen hem op. Dit werd een verschrikkelijke tocht! Vele soldaten bezweken door de hitte, door honger en dorst en door tal van ziek ten, waartegenover de geneeskunde toen machteloos stond. Een deel der Bataviase bevolking: Mardijkers, Ma- leiers en Javanen, wachtte vol span ning af, wie hunner geliefden, vaders of broers, die meegetrokken waren, zouden terugkeren. Uiteraard had de Regering meer aandacht voor de be roepssoldaten, die een soort van vreemdelingenlegioen vormden en de kern van het leger uitmaakten. Ook voor de officieren, allen Nederlanders, maakte men zich bezorgd. Er zal menig gebed in het benarde Batavia opge stegen zijn; want wat moest men be ginnen, als dit leger te gronde ging? Doch ook op het oorlogsterrein werd gebeden. Elke zondag, als het enigszins kon, werd voor de tent van de aanvoerder Anthonij Hurdt een schot gelost en dan moesten alle Christen-soldaten: Europeanen en Mar dijkers, zich verzamelen. Ds. Manteau, de veldprediker, hield dan een toe spraak. 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1969 | | pagina 8