0J0K1A O/&CO Komt U van BUITEN Den Haag sebelah rotan armbanden van 24 krts goud (mas kertas) de. Ze opereerden dan op de geberg ten nabij de Foein-rivier en Ton-Ton Moa. Andere stammen zoals de Ber- rick en Beo zouden dan voor hun re kening nemen de gebergten nabij de Boe, o.a. de Djaar, Wempkin, Wompkin enz. en de oostelijk gelegen streek van de Bodem, waar formidabele forse Gom-copal-bomen groeiden. Voor deze campagne had ik nl. mee gebracht wat vuurwerk, het zg. peta- san djepang, dat iets groter was dan de ons bekende tjabé rawit. Ahmad, een Ternataan, die de taal van de Berrick sprak en die ik mee gebracht had voor assistentie, legde de mensen de bedoeling van het vuur werk uit. leder kreeg een handjevol petasan met de instructie om indien ze in hun zone van damarverzameling kwamen bij tussenpozen een petasan- tje te ontbranden, zodat we voeling met elkander konden houden. Ook zou het knallen andere mensen, die kwa lijke bedoelingen hadden, ervan weer houden om een eventuele agressie te riskeren. Er ontstond onder de mensen na die uitleg een vrolijke stemming, die plotseling verstomde toen een tam varken, dat meegebracht was, het kamp binnenstormde. De gedachte aan een overval bracht een hele op winding te weeg. Een gewir-war ont stond en de korano's gaven overal bevelen. Vrouwen grepen naar hun kinderen, die op de para-para lagen, renden naar de rivier toe, waar het water in verband met de langdurige droogte zeer laag stond en verdwenen aan de overkant in de bush-bush. En kele vrouwen grepen in hun haast de kinderen te onvast waardoor de klein tjes op het daaronder nog smeulend vuur vielen. Vrouwengegil, pijnlijk kin- dergebler. De mannen haalden hun pijl en boog te voorschijn, deden hun strijdversierselen van gekleurde kraal tjes om hun voorhoofd en klaar voor de strijd voerden ze hard stampend met hun voeten op de grond de dans uit met de pijl en boog gespannen voor zich en daarbij uitdagende kreten uitend naar de vermeende vijand. Meestal werd een overval in de schemering uitgevoerd, zo in de mor gen tussen licht en donker. Bij zo'n actie werden de pijlen snel afgevuurd en gedurende de ontstane verwarring werd tevens indien mogelijk de gele genheid benut één of meer vrouwen te grijpen en te ontvoeren. Dat is iets normaals in deze wereld, want onze voorouders en z.g. beschaafde men sen deden dat ook in een nog bar baarser oorlog, waar miljoenen man nen, vrouwen en kinderen omkwamen. Het binnenstormen van het varken, concludeerde ik, werd niet veroorzaakt door een ontmoeting met vreemde mensen buiten het bivak. Om de mensen wat gerust te stel len loste ik met mijn voorlaadgeweer, een erfenis nog uit de paradijsvogej- jacht-tijd, een schot in de lucht en vlug de bush in rennend, gebaarde ik de krijgers mij te volgen. Behoedzaam volgden de mensen mij een poos om daarna mij voorbij te rennen en met hun pijlen vurend op iets in de lage kruin van een boom. Noerbesi, de ko- rano van Béo trok met alle kracht iets uit de boom en met een plof viel zo waar een python op de grond. Spoedig was de kop van het beest afgekapt. Nadat de slang kronkelend zijn laatste stuiptrekkingen maakte, werd het beest joelend naar het bivak gedragen. Zo, de oorzaak van het binnenstor men van het varken was nu opgelost. De vrouwen met de kinderen kwa men uit de bush-bush te voorschijn en overal werd nu vrolijk gepraat en gelachen. De slang werd in mootjes gesneden, op een para-para gelegd en gefoefoe (geroosterd). Een van de vrouwen bood me een stukje aan en ik moest bekennen: het smaakte prima. Het was een delica tesse. Toen Ahmad zag dat ik smakelijk het stukje slangenvlees opat keek hij mij met afkeurende blikken aan en zijn ogen hemelwaarts richtend zei hij: Allah illalah, barang haram, soesah kah, bawah tjilaka nanti. Ik vermoedde toen niet dat zijn voorspelling bewaarheid werd. De volgende dagen werd inten sief gewerkt en de damar stapelde zich in het bivak op. Bij mijn terug keer van de Bodem, waar we buiten gewoon veel gom-copal hadden ver zameld, hoorde ik reeds van uit de verte een geklaag en geween. Een Béo-man vertelde me dat een lid van zijn stam door een oelar bisa was gebeten en overleden was. In het bivak teruggekeerd beweerde Noerbesi posi tief dat het geen slang was (ze kon den geen slang vinden) doch een "Soewangi" de man had getroffen. Soewangi is zwarte Magie, een soort verderfelijke goena-goena, die we ook op Java kenden en daar door z.g. 'doekoens" bedreven werd. De man die Soewangi bedreef, maakte vaak gebruik van simpele voorwerpen, b.v. een stukje touw, dat hij "bewerkte" en daarna liet hangen aan een takje van een boompje nabij een bospad. De ar geloze voorbijganger werd dan "ge troffen", werd kort daarna ziek en ging vaak het hoekje om. De papua's geloofden dat de bedrijver van de Soe wangi zichzelf kon veranderen in één of ander beest. Meestal was dat een slang, oelar bisa, daar haar beet de tegenstander effectief kon uitschake len. In de streek van Manokwari, bij de Arfakstammen, heerste het geloof zelfs dat de man van de Soewangi zich zodanig kan veranderen in iets, dat hij zelfs in de anus van zijn sla pende tegenstander kon kruipen en zo hem in zijn ingewanden kon treffen. Daar zaten we nu mee! Een dode en een stapel zakken vol met kostbaar gom-copal, die niet getransporteerd konden worden daar de Boe door heersende langdurige droogte te on diep was om met prauwen en gotjè- fahs (vlotten) te bevaren. Er moesten plannen worden ontworpen om snel iets te ondernemen voordat het lijk begon te ontbinden en het voedsel uitgeput raakte. Maar zoals altijd: "Als de nood het hoogst is, is de hulp na bij". De nacht zou wel uitkomst bren gen, dacht ik en maakte me klaar om na een vermoeiende dag te slapen. Aan goed slapen viel die nacht niet te denken daar enige korano's in mijn bivak kwamen en mij om tabak vroe gen. Ze wilden de gehele nacht op blijven en dansen om "regen te ma ken Ze kregen tabak en wat vuur- (Lees verder volgende pag.) a Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 11 66 77 BRILJANTEN markiesringen hangers oorknoppen gezet in 22 karaats goud MIDO GOUDEN schakelarmbanden krintjing slangen colliers toesoek konde peniti kabaja van 22 karaats goud polshorloges Wij betalen, bij aankoop vanaf f 200,de reiskosten voor één persoon geheel terug I I 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 11