Over Natuur-schrijvers en -Fotografen in Z.O.-Azië In de loop der jaren hebben velen, min of meer populair wetenschappelijk of lyrisch de tropische natuur beschreven. Voornamelijk zullen in dit artikel, alleen diegenen worden genoemd, die iets over de natuur in het algemeen hebben geschreven en de fauna hebben waargenomen, beschreven en gefoto grafeerd. De boeken op botanisch gebied, laat ik op enkele boeken na, aan meer be voegden over Een van de eerste natuurvorsers was Ftumphius. Hij is zeker het typische voorbeeld van een Europeaan (in de ruimste zin van het woord) die door de veelvormigheid van de voor hem, tot nog toe onbekende tropische na tuur a.h.w. gebiologeerd werd. Behal ve een fijn waarnemer,, was hij een uitstekend tekenaar. De tekeningen in zijn 2 boeken (verschenen omstreeks 1700) "De Ambonsche Rariteitkamer" en "Het Ambonsch Kruidboek" zijn zelden overtroffen. Helaas zijn deze 2 omvangrijke boeken, alleen aanwezig in grote bibliotheken. Pas in 1871 verschijnt een vertaald werk van de Engelsman Alfred Russel Wallace in 2 kloeke delen "Insulinde, het land van de orang-oetan en de paradijsvogel". Misschien is het velen niet bekend, dat Wallace door zijn prachtige "voorbeelden" uit de Moluk se natuur, Darwin over zijn aarzeling hebben heen geholpen om zijn be faamd werk "Origin of species" te pu bliceren. Tijdens het Engelse tussenbestuur liet Sir Stanford Raffles, zich niet al leen kennen, als een geducht staats man, maar ook als een geïnteresseerd natuurvorser. Naar hem is ook het plantengeslacht Rafflesia genoemd, welke de grootste bloemen ter wereld bezit. In het begin van deze eeuw verschij nen er "mededelingen" van het Depar tement van Landbouw in boekvorm n.l. van Dr. Koningsbergen "De Vogels van Java" in 2 delen met zeer slechte tekeningen en "Java zoölogisch en bio logisch" dit laatste werk is niet geïllustreerd. Het zijn kloeke boeken, die niet voor "the man in the street" bestemd waren en dus ook niet als zodanig bekend zijn, hoewel ze voor iemand, die nog alles moet leren van de Javaanse natuur, een bruikbaar oriënterend vademecum waren. In 1915 verscheen van H. van Balen "De dierenwereld van Insulinde" in 2 forse delen n.l. "Zoogdieren" en "Vo gels". Hoewel velen, talrijke onjuist heden in deze populaire werken, keer op keer hebben aangehaald, heeft nie- 14 mand gedurende de 300-jarige koloni ale tijd, een dergelijk werk gepubli ceerd. Voor iedere natuurliefhebber, waar hij zich ook in deze uitgestrekte archipel bevond, was er nog altijd iets 'eerzaams uit deze goed geïllustreerde boeken te peuren. Meer op de commercie gericht, was zoals de titel het al aangeeft "Land- bouwdierkunde van Oost-lndië" door Dr. Dammerman, dat in 1919 ver scheen. Foto's en tekeningen, waar onder zelfs in kleur, zijn zeer natuur getrouw in dit boek. Ondertussen was in 1911, de Ned. Ind. Natuurhistorische Vereniging op gericht, met in bijna alle grote plaat sen afdelingen, die de liefhebberij voor natuurstudie heeft verbreid en aange wakkerd. Is het niet merkwaardig, dat de leden grotendeels bestonden uit mensen, die niet in dit zonneland wa ren geboren!? Hun tijdschrift "De Tro pische Natuur" verwierf ook interna tionaal een goede naam. Mede door het uitgeven van populaire werken, al len met voor die tijd uitstekende foto's, heeft deze vereniging daadwerkelijk de belangstelling in de natuur gestimu leerd. Onder hun auspiciën werden achtereenvolgens in de 30-tiger jaren uitgegeven: 1. Uit de tropische natuur (Delsman), 2. Vakantie in de bergen (Geerts-Rönner), 3. De Javaanse gif slangen (Kopstein), 4. In tuinen en iangs wegen in de Indische laagvlakte (Engels-Julius), 5. Uit Borneo's wonder wereld (Coomans de Ruyter), 6. Indi sche zeevissen en zeevisserij (Dels man) en tenslotte 7. Uit Java's vlinder leven (Dupont en Scheepmaker) Alle waren in hun soort, uitstekende boekjes met goede illustraties. Hoe was het echter gesteld met het onderwijs in de tropische natuur op onze lagere scholen? Dit was door de boekjes van H. Schroo "In en om de dessah" uitnemend! Tot in deze moderne tijd, zijn dergelijke leesboek jes, voor zover ik kon nagaan, in geen enkel tropisch land, de nieuwe en nieuwste staten in Afrika en Azië mee gerekend, geëvenaard, laat staan over troffen! Zowel illustratief (geïllustreerd door Koekoek) als biologisch, maar vooral didactisch, vormen zij nog steeds een unicum in deze wereld. Bij iedere natuurliefhebber "rondom onze vulkanen" vond men dikwijls de 2 volgende boeken over de planten wereld: 't Indisch tuinboek" van Bruggeman en "Orchideeën" van Dak- kus, beide met heel goede illustraties. Op vele scholen was ook te vinden "Praatjes bij vruchtenplaatjes" een losbladige bundel met zeer instructieve illustraties en tekst. Een opmerkelijk boek, van de eer der genoemde Dr. Kopstein verscheen in 1930 "Een zoölogische reis door de tropen", waarvan sommige illustraties blijkbaar zó goed zijn, dat ze in mo derner boeken, steeds worden over genomen. Inderdaad zijn de foto's van slangen, badjings en boenglons be langwekkend en van prima kwaliteit. Dat de Japanners al lang een oogje op Indië hadden, bleek o.a. uit de in 1936 verschenen 2 boeken van Kuroda "The birds of the island of Java" met artistieke tekeningen in kleur. Van de Ned. Ind. Ver. tot Natuur bescherming verscheen in 1937 een lezenswaardig plaatwerk over de na tuurreservaten getiteld: "Natuur in In dië" met enige faunistische hoofdstuk ken, verfraaid met verrassende foto's. Twee jaren later gaf deze vereniging een boekwerk uit: "3 jaren Indisch Natuurleven", waarin we Hoogerwerff's foto's van bantengs en tijgers in Udjung Kulon kunnen bewonderen en ook nog Kooiman's foto's van roof vogels. Vlak voor de oorlog, schreef de hr. Sody een boekje over de neushoorns in dit Bantams natuurreservaat. Dit boekje is even zeldzaam, als de neus hoorns zelf, omdat er w.s. maar 12 exemplaren van gedrukt zijn. In die enerverende en ook emotio nele jaren 1939 tot en met 1941 zijn er 3 werken verschenen, die wellicht aan onze aandacht ontsnapt zijn, hoewel ze toch alle 3 het vermelden waard zijn. In 1939 verscheen "Indische vo gels" van Groeneveldt, een heel han dig boekje met foto's naar opgezette exemplaren in het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie in Leiden. De fo to's zijn uiteraard niet "je dat", maar de opzet is overzichtelijk en wat zeker ook een verdienste is, het is geen duur boekje geworden. "Voetsporen aan de kim" verscheen in 1940, geschreven door Hybride. Een merkwaardig boek, merkwaardig omdat het vulkanologie, archeologie en biolo-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 14