ERVARINGEN 10 Zij was zestig jaar oud, toen zij dit "geillustreerd vertelboek" begon te schrijven voor haar kleinkinderen. Zij heette Margaretha Amiabel-Keuchenius en heette in haar jongste jeugd "Eetje". Maar ze was toch van een grote en illustere familie Keucheniussen die al vijf generaties in Indië zat en die on der meer een resident en een Minister van Koloniën in zijn gelederen had. En zeer veel kandjeng besars onder de vrije ondernemers. Toch was "Oma Eetje's" vertelboek per sé geen snorkende opsomming van wat er door de Keucheniussen alzo gepresteerd was in De Oost, maar een verhaal in sprookjestrant van haar ei gen Indische leven. En was Oma Keuchenius, toen ze aan haar memoires begon, al sinds haar 44ste jaar in Nederland, toen het plotselinge overlijden van haar man een terugkeer naar haar geboorteland definitief afsneed en ze met haar kin deren een eigen bestaan moest op bouwen, waar ze overigens wonderwel in geslaagd is. Alweer voltrok zich nochtans die merkwaardige geschie denis, die zich bij zovele (en de beste!) Indischgasten voltrokken heeft: hoewel volledige assimilatie en opname in het nieuwe leven onvermijdelijk (en lo gisch) was, vergat ze "Het Vaderland achter de Kim" niet. En toen na vele jaren van hard werken de kinderen "geborgen" waren en zij tijd en rust had voor zichzelf, keerde haar Indische verleden zuiver en kristalhelder in haar geheugen terug en begon ze te schrij ven. Nogmaals: niet een opsomming van prestaties van de Keucheniussen, maar een simpel en sprookjesachtig verhaal van dat wonderlijke en verre leven met palmen en platanen, sarongs en keba- ja's en duizend-en-één- andere onge wone dingen meer, die in de wereld van haar kleinkinderen niet bestonden. En die ze tóch vertellen moest, al zat deze Europese wereld nóg zo vol po pulaire sprookjesboeken en erg nut tige realiteiten. Het is alsof zij zocht wat alle Tong Tongers zoeken: een soort verborgen, maar nieuwe en nuttige waarheid, beter dan alle tastbare realiteiten van het actuële Europese leven. Op zijn minst: een soort "escape" uit een bestaan dat hoe rijk ook de ware rust- essenties mist van een half verlaten Indische tuin, de bedaarde rit met een sado langs een zandweggetje, de voor naamheid van dames in sarong en ke- baja en op slofjes op een houten bank op het erf (inplaats van in gala op een receptie). Enzovoort. Enzovoort. Kan je je dat voorstellen? Op haar hoge leeftijd gaat Oma een sprookjes boek schrijven, dat niets anders is als haar eigen levensverhaal dat hier in Holland een sprookje geworden is? Spreek niet te gauw denigrerend over sprookjes. Denk niet aan moderne sprookjes zoals van Knagelijntje en Ka bouter Bibberzak, maar aan Perrault en Grimm, aan de sprookjes van oude Indiërs, Perzen en Javanen met een diepere inhoud en verborgen wijsheid. Onthoud: zij die waarlijk wijd en diep geleefd hebben, weten té veel om te verwerken in wetenschappelijke of lite raire studies. Die spreken in sprook jes... Als zij in hun rijpheid niet ver kiezen te spreken over het leven van vandaag, maar over het leven in hun kinderjaren, daar vér, geloof me: er móet in dat verre leven méér van waar de zijn dan men nü zo gaarne ontkent. En het is wenselijk dat meer ou-oma's zulke boeken schreven voor hun klein kinderen. DOE hetl Zoals lezer Noordenbos in een brief aan de redactie ook kort en eenvoudig opmerkte: "Overtuigingen groeien op de weg der ervaringen en ze zijn niet door woorden aan anderen over te dragen". Zij die wérkelijk Indië doorleefd heb ben, kunnen niet omgepraat worden door een miljoen critische woorden over Indië ze worden ook zwijg zamer naarmate zij ouder worden en merkten dat ook onder Indischgasten vaak erg veel onbegrip heerst over veel waarden in het Oude Indië, waar door alleen maar nutteloze discussies ontstaan. Wel sta je vaak verbaasd hoe zeer weinig mensen er zijn die in het leven essenties proeven kunnen. Zij die es senties geproefd hebben, laten ze nooit meer los.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 10