HERINNERING
AAN RUIMTE
KtoUOOA 0/&C0
Komt U van BUITEN
Den Haag
sebelah rotan armbanden van 24 krts goud (mas kertas)
Wie langs het zeestrand loopt, on
dergaat altijd weer dat "gevoel van
verte", waarschijnlijk veroorzaakt door
de wijde horizon. Toch heeft het strand
hier in Nederland bij mij niet die stem
ming kunnen oproepen die ik lang ge
leden onderging o.a. aan Java's Zuid
kust.
Dat was in 1932. Ik diende destijds
bij de compagnie Wielrijders te Ba-
toedjadjar ("Wielrijder-strijder" noem
den ze je daar). Een militiegenoot van
me, Gaal, beschikte over een motor
fiets, hetgeen hem de mogelijkheid
bood om weg te komen wanneer hij dat
maar wilde, in vrije uren althans.
Zo besloten wij eens een weekend
door te brengen aan het strand bij
Pameungpeuk. Vraag niet: "Waarom
juist daar?" Het kwam gewoon bij één
van ons op. Dus reden we op een
zaterdagmiddag, na het appèl, weg.
Eerst naar Bandoeng, dan richting Ga-
roet. Onderweg kwamen we bekende
namen tegen o.a. Rantjaèkèk (was dit
vroeger niet het snippenjachtterrein?)
- Tjitjalengka - Nagrèk (wie schepte
niet op over het "nemen" van de Na
grèk?) - dan de vlakte van Lèlès.
Bij Garoet rechtsaf naar het Zuiden.
Deze, niet zo brede weg slingert zich,
langzaam stijgend, naar de pas tussen
de Papandajan en de Tjikorai. Bocht in,
bocht uit, rotsen rechts, dicht begroeid
ravijn links. Bergen, heuvels en bossen
als coulissen in steeds andere opstel
ling. Onvergetelijk!
We kwamen weinig verkeer tegen.
Een enkele auto van een of andere
onderneming in die streek en wat des-
sa-lieden. Boven, op het "zadel" tus
sen de genoemde bergen, was het kil
en nevelig. Wij huiverden op de motor
fiets in ons "groen".
Over de pas zakken we weer af naar
de hete kustvlakte. Wij moesten toen
nog wat eten zien in te slaan, maar
de streek leek wel onbewoond. Geen
kampong, niets!
Maar plotseling stond daar ergens
aan de weg in de open vlakte toch
een warong. Voor wie eigenlijk? Wie
zou hier een bordje rijst eten of een
mok koppie toebroek komen drinken?
Hier zou een bord moeten staan: "Laat
ste warong vóór de kust". We kochten
er rijst met empal en tempeh goreng.
Weinig verscheidenheid dus, maar voor
ons voldoende om 's avonds en de
volgende morgen onze maag te vullen.
Aan zee vonden we een goed plekje,
hoewel, we konden het strand over
kilometers lengte rustig ons privé
strand noemen. Geen mens te zien.
Een imposant gezicht die Indische
Oceaan. Je wist dat er naar het Zui
den, duizenden en duizenden zeemijlen
ver, niets meer was dan zee en lucht,
tot aan de Zuidpool toe. Je stond daar
aan de rand van een onvoorstelbaar
grote en diepe watermassa, waarvan
de oppervlakte eeuwig in beweging is.
En wat zou zich allemaal wel afspelen
in de geheimzinnige diepte daarvan?
Aan de kust schenen de golven wel
huizenhoog te zijn. Als ze tot op enkele
tientallen meters genaderd waren leek
het strand zich schrap te zetten en
weerstand te bieden. "Tot hier en niet
verder!". Dan krulden de golftoppen
zich, niet rekenend op zulk een ver
weer, sloegen om, en schuimbekkend
raasden dan de watermassa's, als in
een laatste poging, het strand op, om
echter even later, als het ware uitge
blust en futloos op het zand voort te
kruipen en te eindigen in dunne ge
bogen water -en schuimlijntjes.
Als dit de uitdaging was van de
Godin Njai Loro Kidoel dan vond ze in
ons gewillige slachtoffers, want onze
kleren waren al gauw van het lijf en
als stormridders liepen we de afge
zanten van Loro Kidoel tegemoet. Je
had echter weinig in te brengen. Je
voelde je als een veertje opgenomen
worden, omhoog gedrukt, omgeslagen,
rond getold om tenslotte als een vod
op het strand gespoeld te worden.
In de verte was de wit-schuimende
branding, in dit geval een bijzondere.
Omdat de drempel daarvan waarschijn
lijk schuin liep ten opzichte van de
lengterichting van de golven, braken
deze niet in één keer over de hele
lengte maar in opeenvolgende stukken
van rechts naar links. Dat gaf de bran
ding het effect van golvende manen
van een galopperend paard. Ik meen
dat deze branding in de volksmond
ook "het hollende paard" genoemd
wordt. Ik weet het niet meer. Het was
in ieder geval een prachtig gezicht.
Na iedere run leek het alsof "het
paard" onder water terugzwom naar
het punt van uitgang, daar weer boven
kwam om dan opnieuw in volle galop
van rechts naar links te trekken, on
vermoeid en altijd met dezelfde snel
heid.
Na het spel met de golven lieten
onze magen zich voelen. O, wat smaak
te toen die droge koude rijst met em
pal en tempeh. En er kwam vork noch
lepel aan te pas.
's Avonds legden wij ons ter ruste
op het zand. We hadden het bekende
biauw-wit gestreepte moltontje bij ons.
We voelden ons geheel alleen op de
wereld. Geen tekens van menselijk le
ven in de wijde omtrek, geen lichtje,
geen geluid van stemmen, geen motor
geronk. Ik lag daar op mijn rug en keek
in het niet. De maan stond reeds hoog
aan de hemel en zond dat zachte, stille
licht uit. De hemelkoepel leek een on
eindigheid en ik voelde me als een
stofje, opgenomen in een immense
ruimte, aan niets gebonden. Vrij!
Dan weer werd ik teruggehaald door
het eeuwige geluid van brekende gol
ven het suizen van de wind de
rauwe kreten van de als maar heen
en weer fladderende nachtvogels. En in
de verte de silhouetten van de klapper
kruinen als wachters in de nacht.
Ik liet dit alles geheel op me inwer
ken, liet me volkomen openstaan. Dan
smolten alle geluiden weer samen en
dwaalden mijn gedachten af in fanta-
siëen van avontuur en romantiek
en ten slotte niets meer tot ik de
volgende morgen weer wakker werd,
met kilometers privé strand voor mij
en mijn metgezel Gaal.
Wordt nu eens wakker op een strand
in Europa; horden mensen, velen ge
wapend met transistor radio's.
Geef mij dan maar "het hollende
paard". K. E. Dik
Vlamingstraat 5, Den Haag,
Tel. 11 66 77
BRILJANTEN
markiesringen
hangers
oorknoppen
gezet in 22 karaats goud
MIDO
GOUDEN
schakelarmbanden
krintjing
slangen
colliers
toesoek konde
peniti kabaja
van 22 karaats goud
polshorloges
Wjj betalen, bij aankoop vanaf f 200,de reiskosten voor één persoon
geheel terug I I
11