Horé, Horéj
Horecava!
12
Mijn instelling op de bedrijfs-econo-
mische vooruitgang en welvaart van
dit lage land is volkomen fout, dat
weet ik al sinds ik voet aan wal zette
in Amsterdam. Mijn eerder af- dan toe
nemende verlangen tot assimilatie
draagt daar sterk toe bij. Van vele
dingen in dit Hollandse leven snap ik
nog steeds niets. Zo'n damesbeurs bij
voorbeeld.
Met een wijde boog loop ik om de
stands heen waar iets wordt gede
monstreerd en waar toeschouwsters
zoete, zure, droge en natte hapjes krij
gen toegestopt. Ik schaam me gewoon
dood om daar als een zeehond gevoed
te worden, vreselijk. Soedah, ik koop
wel die electrische toaster, gehaktma-
chine, bulldozer of cementmenger, als
ik maar niet gratis hoef te snoepen.
Als ik in de krant lees hoe oergezellig
zo'n damesbeurs weer is geweest om
dat horden vrouwen gratis-en-voor niks
de hele ochtend hebben kunnen eten
en drinken dan zie ik in verbeelding
de gefronste voorhoofden van moeder
en grootmoeder die "Rakoes" met
een hoofdletter tot een van de
hoofdzonden rekenden. Wie voor niets,
iets krijgt, wil altijd méér, waar of niet?
Dus staat gratis gelijk aan rakoes; al,
punt.
Nu ben ik begin van deze maand
voor het eerst naar de Horecava ge
weest in de RAI, U weet wel dit is die
jaarlijkse tentoonstelling van alles wat
fabrikanten te bieden hebben aan het
restaurant- en hotelwezen. Dat kan
van alles zijn, van een dienstermutsje
tot een sigaretten-automaat, van ge
rookte zalm tot een geautomatiseerde
tapkast.
Maar de meest voorkomende artike
len waren toch wel de eetbare, in
adembenemende kwanta. Dan moest
ik me af en toe wel realiseren dat ik
illegaal op deze beurs rondliep, want
ik heb geen hotel, motel, kroeg of kan
tine, zelfs geen eenvoudige warong ko-
pi. Wat doe ik dan met zo'n 2 liter
spuitfles ketchup en kerriesaus, of een
literflacon spuitkruiden?
Weet U wat dat zijn, spuitkruiden?
Zo handig! Als je een grill hebt met
tien draaiende kippetjes, dan spuit je
met zo'n bus alle tien tegelijk vol met
een mengsel van zout, peper, paprika
en nog wat. Als een nevel (want de
kruiden zijn vloeibaar gemaakt) daalt
het op de kippetjes neer. En zo heb
ben ze het voor vis, vlees en groenten.
Ik zie mij al thuis met zo'n bus, het
hele aanrecht plus de oven ingekruid,
en als ik de keukendeur niet gesloten
heb, zitten de plantjes voor het raam
in de huiskamer meteen ook ingepe
perd. U ziet het, je moet in dit land
toch óók wel wijd kunnen denken.
Er was zoveel interessants te zien
en te proeven. Deze keer kon ik niet
met een boog om de demonstraties
heen lopen, want het was één en al
demonstratie. Als ik links mijn hoofd
afwendde voor een kopje soep, kreeg
ik rechts mijn mond volgestopt met
crackers-met-dip.
Er was een Infra-rood grill, een won
der van vernuft en heilzaamheid. Een
klein apparaat, zoiets als een uit de
kluiten gewassen wafelijzer. Maar won
deren dat het verricht in een paar mi
nuten!
Zonder boter of olie, biefstuk, saté
of vis gaar geroosterd met behoud van
alle sappigheid. De (Duitse) dames wa
ren onuitputtelijk in het verzinnen van
verrukkelijke hapjes en na het derde
kón ik gewoon niet meer en ging door
de knieën. Mijn fornuis zal de toeko
mende tijd in rust en roest doorbren
gen en alleen worden ingeschakeld
wanneer mijn wafelijzer het opgeeft.
Dat zal dan zijn een dag nadat de ga
rantie verstreken is natuurlijk.
Al kuierende heb ik ook gelegenheid
gehad om wat folders in te kijken. De
kruiden-aanbiedingen vooral hadden
mijn aandacht. Kruiden zijn "in" wat
je noemt. Eeuwenlang hebben Holland
se huisvrouwen volstaan met peper,
zout en een snuifje notemuskaat en in
eens: de invasie van de Indische Ne
derlanders en daarmee tegelijk het ge
donderjaag van knoflook, trassie en
petis, om maar de ergsten meteen te
noemen. Er zijn minder erge, en zo
lang je die netjes in de mooie kruiden
denrekjes laat, stinken ze niet. Als je
er maar niet mee gaat koken en bra
den. Eten gaat wel weer, maar nog
maals: niet zelf bereiden, uit een win
kel of restaurant halen. En zie, dan
belanden we toch bij de Horeca.
Wat dacht U van gemalen sawie,
patébonen (een kwestie van klinker- en
geurverandering), halamit (dat deed ik
tot nog toe alleen in het aquarium voor
zieke vissen), tjënken, heel en gema
len (ik rook iets van kruidnagel in het
woord), ketjap benteng sedan (sedan
model, 4-deurs?) en clapper (als U een
keer naar de kinderen in Amerika bent
geweest mevrouw, dan denkt U dat U
het als "klepper" moet uitspreken. Mis
poes, het is gewoon klapper, met de
c van cocos en de a van appel!). Ver
der bami-, hoofdkaas- en huzarenkrui
den. En allerlei bindmateriaal, geen
maizena of aardappelmeel bedoel ik,
maar touw. Blindevinken- en slavinken-
garen, rolladetouw en worstgaren. En
katoenkoord. Waarvoor dit laatste?
Om stilletjes voor een deur te span
nen om een collega-kellner aan wie je
het land hebt, met zwaar beladen dien
blad ten val te brengen.
Er was een apparaat om vis en vlees
te roken. In een paar minuten zelfge-
rookte waar! Alles wat je nodig hebt
is een bordje met geprepareerd zaag
sel in de machine, die er uitziet als een
ijzeren kunstlong. De rook blijft erin,
trekt helemaal in, waar het in trekken
moet, en niet in de gordijnen, wonder
baarlijk! Lou van Burg maakt er in
hoogst eigen persoon reclame voor,
als U dat iets zegt. Als U hem niet
kunt uitstaan, is dat geen aanleiding
om het apparaat ook maar aan kant te
zetten. Dat gaat trouwens niet, het is
me nogal een kanjer van een ding en
zwaar ook, net als de prijs, 1000,
Wat me opviel was dat de meeste
technische snufjes Duits fabrikaat wa
ren of Amerikaans patent.
Neen, ik heb heerlijk rondgezwalkt
op de Horecava en me intussen ver
beeld dit ik eigenaresse was van het
grootste Indische Hotel in Nederland.
Links en rechs orders uitschrijvend: 3
grote Würlitzer jukeboxes voor uitslui
tend krontjong en gamelanmuziek, 5
kopi toebroek en sota ajam automaten,
6 dozijn diensteruniformen in vrolijke
batikprint, een electrische es pasra
machine met een capaciteit van 20 por
ties per minuut en 100 ijswaterfontein
tjes met zuiver water.
En nu ik het over drinken heb, weet
U wat het grappigste was van deze
Horecava? Nergens zag ik die hopen
gratis-voor-niks snoepende vrouwen en
mannen. Gewoon, een paar hier, een
paar daar. Waar zaten ze dan? U raadt
het nooit. Netjes aan tafeltjes en aan
bars van de 25 drankenstands, gezel
lig nippend aan likeur, sherry, advo
caat, Jonge, Oude en Middelbare. Om
11 uur 's morgens zag ik al tafeltjes
vol lege glazen. Want ook dranken
moet je proeven, je moet toch weten
wat je straks in de tapkast zet?
Ik heb gelopen tot ik niet meer kon,
tot aan de speeltuin en de fonteinen en
de open bar van een bekende bierfa-
Lees verder volgende pag.