DE NANGKABOOM STRO IN DJAKARTA De foto van de nangkaboom (front plaat 15 nov.) en de diverse "daken" is m.i. bijzonder en ook wat U er bij schreef getuigt van de visie van een wijs mens, die ongetwijfeld het Iets, dat aan de mens voorbij leeft, kent. Het Onvergankelijke, het Onverstoor bare, het Eeuwige, dat in elk mens aanwezig is, maar dat meestal niet "gekend" wordt. Dat U ook visueel gevoelig bent, bewijst de foto van de nangkaboom. U had de boom meer rechts kunnen nemen, was het huisje rechts niet te zien geweest; U had het dak op de voorgrond kunnen verwaarlozen, etc. Op vele andere manieren had het ge kund. Maar U koos juist deze compo sitie, die de eenvoud en harmonie zel ve is. Maar het allereenvoudigste is het allergrootste, en je ziet het of je ziet het niet! De meeste mensen heb ben geen oog voor het MAGISTRALE. Het was er, zowel in de foto als in de tekst. Veel dank, met vriendelijke groeten, N.L. Omdat ik Indisch ben, maakte deze brief me aanvankelijk wel wat verle gen en legde ik het epistel terzijde. Over het algemeen vinden Indische mensen het nooit leuk in het openbaar een compliment of zo te krijgen. Eer lijk gezegd weet ik niet waarom. Wie weet het wél? Hoe dan ook, pas enkele dagen later drong tot me door dat een zo onver schillige behandeling van de brief on heus was. Omdat het een vriendelijk en weldenkend mens was, die deze woorden neergeschreven had. Toen besefte ik ook pas goed hoe zeldzaam zulke mensen zijn. Dat verreweg de meeste mensen (zoals ik vaak ervaren heb) "niets zien" in bepaalde foto's of artikeltjes en dus van de weeromstuit niet in staat zijn wat aardigs of wijs gerigs of treffends van zo'n foto of artikeltje te zeggen. Om bij deze brief (en dit onderwerp) te blijven: er zijn blijkbaar lezers die evenals ik in de simpele kampongfoto een "magistraal grondpatroon" her kend hebben. Maar als het dus juist is dat ik 'wijs" ben als ik zulke dingen kan waarnemen, dan is het evenzeer waar dat al degenen die hetzelfde ont dekken, óók "wijs" zijn. En dat dus (ongeacht de keuze der adjectieven) mensen met eenzelfde geestelijke aan leg elkaar gevonden hebben. Meer niet. Misschien komt deze gevolgtrekking U bekend voor? Wel, in de inleiding van mijn eerste bundeltje van de "Pie- kerans van een straatslijper" schreef ik al in 1954: "...met zóveel lezers heb ik gecor respondeerd en gepraat over ver leden, heden en toekomst. Zij weten hetzelfde wat ik weet; zij kijken vaak beter uit hun ogen dan ik; zij praten vaak beter dan ik. Kort en goed: dit zijn mijn eigen piekerans niet, maar van iedere andere straatslijper in In donesië'...' Wel, al sinds jaren zeg ik koppig dat het niet Tjalie is die Tong Tong maakt, maar een hele hoop mensen samen die "ongeveer net zoals ik" zijn. Wilt U ze wijs noemen, allright. Maar onthoud dan ook dat het onwrikbaar waar is wat menige lezer(es) in brie ven aan mij getuigd heeft: "Over erg veel dingen denk ik zó precies als U, dat ik ze zelf geschreven zou kunnen hebben". En dat IS zo. Alleen vraag ik me nog steeds af: wie (of wat) is die merkwaardige per soon, die schuil gaat in zóveel ver schillende gedaanten? Hij (zij) is erg ontwikkeld en belezen, denk ik soms, en dan ontdek ik toch vaak opeens dat er enorm veel meer ontwikkelde en belezen mensen bestaan, die noch van Tong Tong, noch van de Piekerans ook maar iets begrijpen! En vaak vind ik onder mijn beste vrienden mensen die helemaal niet breed ontwikkeld zijn, maar door een soort gave of openbaring altijd ineens weten hoe er gens in alle dingen een "magistraal grondpatroon" verborgen zit. Ze noe men zich vaak "Boeng" en spreken mij ook aan als Boeng, en zeggen meestal weinig. Maar hun "accoord" in de vorm van een korte groet of een sprekende daad is het hele jaar aan wezig als kleine kameraadschappelijke klopjes van aanmoediging of begrip. Ik denk dan aan mensen zoals Ton van Wijlen of Si Klaas Pfaff of Gel- sing. En er zijn verbazingwekkend veel "ras-echte" Totoks bij (ik geloof zelfs meer dan Indo's!). Soms van mensen van wie je het nooit zou vermoeden. Zeelui b.v. of gepensioneerde fuse liers of mensen die je in een stereo type gedaante in Indië gekend hebt, die blijkbaar genoeg was voor het maatschappelijke leven daar. Neem nou b.v. Hoogewoud (sorry, kerel, daar ga je tóch voor een enkele keer!), die ik al heel lang kende (dacht ik) als "een Blanda uit de handel" zoals ik hem wel eens heb horen noemen, of "een voetbalscheidsrechter". Allebei aanduidingen, die in al hun simpelheid of algemeenheid juist zijn, maar hier in Holland heb ik hem leren kennen (uit de verte, want ik ZIE hem NOOIT!) als iemand met een zó ruime geest, een zó onophoudelijk attent vriend, hij is gewoon "een stukje warm en goed klimaat in Holland". En al schijft hij nooit wijze of knappe woorden, je voelt uit de wijdheid en trouw van zijn be hoedende menselijkheid, dat hij wijs IS. Maar nu in het algemeen iets. Het aantal "wijze" brieven, en woorden en daden van wijsheid, neemt in de laat ste jaren op verbazingwekkende wijze toe. Zo neemt onder andere ook toe het aantal en soort complimenten voor de géést in Tong Tong. Massa's lezers zien al lang door het dunne vliesje heen van "speciaal Indische menselijk heid", maar ontdekken er breder uni versele waarden in. Veel anecdoten, ervaringen, grapjes, worden herkend als een mantel van veel diepgaander gedachten. Om tot slot nog éénmaal terug te keren bij de nangkaboom: uit onze In dische vriendschap groeit een "magi- straler" vriendschap waarvoor ik nog geen juiste naam heb kunnen ontdek ken om het U duidelijk te maken. Maar waarvan ik weet: als dit het mosterd zaadje is waartoe de ontzaggelijke som van Indische ervaringen die wij gehad hebben, teruggevallen is, en als wij verder intuitief weten dat wij erin geslaagd zijn het geheim van ons In dische leven in dit mosterdzaadje be waard te hebben, dan weten wij ook dat onze taak volbracht is. Als een mosterdzaadje zal ook menige jaar gang van Tong Tong nog heel lang en verborgen kunnen leven, vergeten en vergeeld op zolders of in beschimmel de bibliotheken, maar op een dag zul len wij herontdekt worden. En gelezen en begrepen. En kan het leven terug keren in nieuwe enorme bomen van vriendschap en rijkdom. Tot ziens dus, lezers van ^vele jaren later, in een Nieuwe, Betere Wereld! T.R. Onder een foto uit Indonesië van demonstrerende studenten schrijft een groot Nederlands blad het volgende: "Met bundels stro en strooien hoeden demonstreren Indonesische scholieren voor het ministerie van Financiën in Djakarta". Vluchtige blik op de foto: "Lo! Nie mand heeft een strooien hoed op; wél in de hand!..." En die bundels stro, waarom zo dun!...overigens: waar haal je in Indonesië stro vandaan? Tegen wil en dank kijk je langer. En merkt dat die z.g. bundels stro sapoe lidi's zijn! En die strooien hoeden zijn...peng- kie's! Opeens snap je de foto beter: dit is een demonstratie van "Sapoe!" Ruim op, maak schoon ("wantoestan den). Met al die "voorlichting uit het Oos ten", nou nou, ze maken er vaak ook een potje van, hoor! 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 16