H.B.S. Soerabaja 1929
Foto van de leerkrachten van de FI.B.S. te Soerabaja, genomen bij het afscheid van de directeur
Both, ongeveer in 1925.
Zittend van links naar rechts: (Namen voor zover mij nog bekend): Brouwer (leraar schei
kunde), Ir. Bato (Onderdirecteur filiaalBoth (scheidende directeur), van der Endt (leraar
Engels), Mej. Mulder de Graaf, Mej. Wille (lerares Engels).
Staande van links naar rechts: Brunt, Hommes, van Oosten (in toetoep jas, leraar biologie),
onbekend, Mej. fagtman (lerares Frans), daarachter: Heinsius (leraar geschiedenis), Franken
(leraar natuurkunde), Meter (met bril, zijn vrouw was tandartse), daarachter: Koppelman
(leraar Duits), man Reek (leraar wiskunde), van Meir (leraar wiskunde), daarachter: Gootjes,
Mej. Murray, daarachter: onbekend, Slothouwer (in toetoep jas), mijn vader, W. C. 't Hart
(leraar Frans), Dr. de Graaf (leraar geschiedenis) Dr. Tielrooy (leraar Frans), onbekend,
van Hoven van Genderen (leraar wiskunde), naam ontschoten, Mej. Timmermans (lerares
Nederlands, bijgenaamd het Kipsapparaatonbekend, onbekend.
De oudste in dienstjaren was toen v. d. Endt en de op een na oudste mijn vader. De nieuwe
directeur werd daarna de Heer Zijp.
Die, zoals U weet, reeds lange tijd medewerkt aan Tong Tong.
Hierbij nog een aanvulling op het
verhaal van de Soerabaja-H.B.S. (T.T.
15-10-'69) met in de kop een foto van
de klas 4B uit 1929 met daarbij als
leraar Frans mijn eigen Vader.
U kunt zich wellicht mijn verrassing
en die van mijn vrouw voorstellen en
ik heb dan ook met groot genoegen
naar die foto van meerdere oud-klas-
genoten van mij gekeken.
Ik wou dan meteen de schrijfster,
Mevr. Karin Perkins-Kunst, die ik zelf
niet gekend heb, wat aanvullingen en
toelichtingen verstrekken.
Mijn Vader is vanaf 1911 tot 1930
leraar Frans aan die H.B.S. geweest,
zowel op het filiaal in de buurt van de
stadstuin als op het hoofdgebouw te
Ketabang.
Wij woonden tot 1920 in de Palmen-
laan en na zijn verlof vanaf 1923 eerst
in de Baudstraat en later tot 1930 in
de Celebesstraat.
Eerst moet ik even melden, dat mijn
Vader niet de voorletter J. had, maar
de namen W(illem) C(ornelis).
Zoals de oud-leerlinge Karin Kunst
en vele anderen wellicht weten, is hij
op de nog jeugdige leeftijd van 49
jaren in 1931 in Den Haag overleden
en ligt hij vanaf die tijd op het kerk
hof Eik en Duinen begraven, waar ver
der vanaf 1957 zijn vrouw, mijn Moeder
dus, samen met hem ligt begraven.
Verder staat op deze foto links bo
ven, mijn oud boezemvriend M. Roes-
ke. Die heeft na de oorlog inderdaad
in Australië gewoond, is ook enkele
jaren in Nieuw Guinea (Hollandia) ge
weest, heeft nog een reis gemaakt
naar West-lndië en is daarna naar Ne
derland terug gekomen. Zijn gezond
heid was na een zware verwonding,
opgelopen als reserve-officier bij een
politiëele aktie in Indonesië, een heel
stuk achteruitgegaan. Helaas is hij
daaraan verleden jaar op 55-jarige
leeftijd in november te Nijmegen over
leden. Mijn vrouw en ik zijn bij zijn
crematie te Dieren geweest.
Verder kan ik over Johan Meyerink
vertellen, dat hij niet in de Javazee is
omgekomen, maar dat hij sedert enkele
jaren mijn collega is bij dezelfde dienst
bij de Gemeente Rotterdam. Helaas is
hij sedert het begin van dit jaar ernstig
ziek, heeft in februari een hersen
tumor-operatie ondergaan en ligt se
dertdien thuis in Barendrecht vrijwel
steeds in bed, aan een zijde lichtelijk
verlamd. Volgens de laatste berichten
is hij geestelijk vrij ernstig achteruit
gegaan, zodat hoop op herstel erg mi
niem schijnt te zijn.
Pierre Eggermont, ook een oud-klas
genoot van mij uit een lagere klas, is
leraar oude talen aan een gymnasium
in Schiedam. Dick Verschuur heb ik
ook nog een keer ontmoet, terwijl ik
vele andere oud-klasgenoten op die
foto heb herkend.
Van de leraren heeft mijn vrouw
ook een oud-leerlinge van mijn
Vader nog een keer ontmoet Van
Zoonen, tegenwoordig meen ik direc
teur van een of andere school. Verder
had volgens ons niet Heinsius ook
toen ontmoet de bijnaam Zeus,
maar de toenmalige direkteur Zijp,
vanwege zijn baard.
Wie de beledigende lerares was,
zouden wij niet kunnen zeggen, al
denken wij daarbij aan mej. Scholten,
die wij echter niet als zodanig gekend
hebben.
Mijn vrouw Jacoba de Vos
heb ik door onze gezamenlijke vriend
M. Roeske in 1938 in Bandoeng leren
kennen, waar wij in 1939 zijn getrouwd,
waarbij hij b.a. mijn getuige was.
Ikzelf ben tot en met de kursus 1928
op die H.B.S. geweest en heb er ook
les gehad van de toenmalige mej. Jagt-
man. Wat men echter over het alge
meen niet wist, was dat haar z.g. vuri
ge ogen een gevolg waren van het
feit, dat ze soms ineens niets kon
zien, zodat wij vermoedden dat ze wei
eens bella-donna gebruikte om haar
pupillen dus te vergroten. Later is ze
nog getrouwd en woonde toen in Ba
tavia, waar wij haar nog eens opge
zocht hebben.
Mijn vrouw Cobie had ik in
Indië nooit ontmoet, maar door onze
vriend Mart, die ik in 1938 bij de Es-
compto in Bandung ontmoette, heb ik
haar daar leren kennen en door de
verschillende herinneringen hadden wij
al gauw kontakt.
L. E. 't Hart en
J. 't Hart - de Vos
I-
-I
HEB JE HEHOOR?
Hij staat weer in de krant, hoor,
Charlie Robinson! Sla de bioscoop pa
gina's maar eens op! Nu samen met He-
di Leonore en The Cavegirls in de film
"Nudes on the Rocks". Helaas zijn het
niet Tjalie's avonturen in Borneo of
Sumatra, maar betreft het andermans
"Liefde in het stenen tijdperk".
Indische vertaling op dit "Bloot op
de Stenen": adauw-adauw!
"Domheid werkt aanstekelijk, wijsheid
nooit".
"Liefde is blind, maar jalouzie heeft
argus-ogen".
"Wie aan allen welgevallig wil zijn,
moet zich zeer veel laten welgevallen".
8