Badgewoonten in Oud-lndië Indonesische naamgevingen. DJOKJA 0/&C0 (Antwoorden van de vragen op pag. 5) Herinneringen van een Baru Komt U van BUITEN Den Haag sebelah rotan armbanden van 24 krts goud (mas kertas) 1. In een zeldzaam handschrift uit die periode van de hand van Nicolette Huygens-van Leyden, kunnen wij hier omtrent het volgende lezen: "Eenige dagen later het was een zeer warme middag, had ik het hierdoor zeer benauwd. Ik sloop stil het huis uit, nam stil mijn "sarong of badrok" onder den arm en ging zonder aan iemand te zeggen of aan Mamma per missie te vragen naar de rivier (de fa milie woonde op Pèlorang Pèloran, aan de kali Ngaran Semarangrivier) welke langs ons huis stroomde, en waar wij ons eiken morgen, mijne zus ters en ik, vergezeld van onze meid om ons te helpen, heen begaven om ons te baden doch had Mamma niet gaarne, wij dit meer dan éénmaal daags deden. Dus was het zeer ver keerd van mij". "Spoedig was ik de trap af, ont kleed en in de rivier. Doch toen ik een ogenblik badende was, verbeeld de ik mij, dat het water zig bewoog. Ik stond stil keek naar den oever en, ...ja, het water ging op en neder alsof er iets naderde. Ik keek aan weers zijden de rivier af, die op die hoogte heel regt liep, zag niets, dat naar schuiten of prauwen geleek, baadde mij nog een ogenblik, doch toen werd de beweging zóó sterk, dat ik het water uitvloog en, mij geen tijd gunnende om mij aan te kleden, al mijn goed opnam en zoo agter het huis en onze kamer instoof". Haar broer Jan, die getuige was van dit voorval was hevig ontdaan en riep, "Mamma, Mamma, kom spoedig! Een kaaiman,...een kaaiman op de stoep!" Het monster was blijkbaar het meisje tot aan de achtergalerijstoep gevolgd. Vandaar dus blijkbaar het liedje: "Djangan mandi kali Semarang!" "Kali Semarang banjak boewaja". N.B. Nicolette van Leyden was de dochter van een (Raadsheer) lid van de Raad van Justitie te Semarang, die hoog opgaf over de gulle gastvrijheid van de Indische gemeenschap. 2. Met of zonder plechtige wassingen en selamatans krijgt het borelingske zijn (haar) kindsnaam "nama ketjil" b.v.b. Karno. Als hij (zij) volwassen is en zelf denkt, dat hij (zij) zijn (haar) naam is ontgroeid, dan kiest de per soon zijn eigen "alias" of "Djuluk" en voegt "Soe-" voor zijn kindsnaam, zo dat hij zich thans Soekarno noemt. Wordt hij nu vader, dan benoemt hij zijn zoon "karan anak" Pak Guntur Donder is gedoopt, zodat hij zich naar zijn zoon "karan anak" Pak Gunter mag noemen. Bij de streng-lslamietische Maleiers echter krijgen de kinderen direct va- dersnaam achter hun kindsnaam met de toevoeging van "bin" "zoon van" b.v.b. Hasan bin Jusup, of Zaydah bin- ti (dochter van) Edris. W. F. W. Schardijn De hartelijke groeten uit Lawang Ze groeiden in een lange rij in de volle grond dicht bij het muurtje van mijn gastheer in Lawang: De Hippeas- trum Hybride, meer bekend onder de naam "Amaryllis". "Ajo San, arep tak gowo menjang negoro Londo! Loro jo San!" En Hasan de tuinjongen groef twee bollen voor me op en toen ik weer in het vliegtuig stapte dat me in oktober 1969 naar Europa bracht, zaten ze in mijn koffer. In mijn huis kregen ze ieder een potje en nu 22 februari 1970 is er een van "uit". Aan een forse lichtgroene steel pronken twee meer dan schitterende warmrode Amaryllisbloemen. Als ik er naar kijk zie ik in gedachten de grote tuin in Lawang waar ze van daan kwamen, het muurtje met links de groepen pisang ambon- en radja bomen, het witte huis met rood dak, scherp afgetekend tegen de blauwe, machtige Ardjoeno... Lawang! G. H. Bartman Hoewel wij U nooit ontmoet hebben, bent U voor ons als een familielid, dat we zeer waarderen. Elke keer, als de Tong Tong komt, zijn mijn man en ik aan het vechten! Wie het eerst lezen mag. Gelukkig komen we beiden aan on ze trekken, vooral de artikelen door U geschreven. Mijn man is in Surabaja geboren in 1918, waar zijn vader onder wijzer was aan morgen-, middag- en avondscholen. Hij gaf ook nog privéles in Engels. Hierbij een paar foto's (zie pag. 18) waaruit blijkt, dat hij in die tijd (1917-1932) één was met al zijn leerlingen. Helaas is hij in 1933 over leden, zodat mijn man al op 14-jarige leeftijd in Holland terug was. Hij is in 1947 gaan werken bij de Factorij in Djakarta, waar we als jong getrouwd paar gewoond hebben. Toen ik daar als "baru" aankwam, had ik het gevoel daar eerder geweest te zijn en kon meteen alles vinden. In geen enkele andere stad ben ik ooit zo thuis ge weest en als ik terug denk is het altijd aan: Djakarta. Ik zwierf vaak alleen op de fiets door de stad en ben nooit onheus bejegend of nageroepen. Het was voor mij daar de mooiste tijd, ondanks inwoning en duurte, etc. We hopen eens onze spaarcentjes te gebruiken om daar eens terug te komen. Onze kinderen, 4 stuks, zijn daar geboren in de Oost en kunnen zich nog wel veel herinneren. Er wordt ook veel over gepraat en veel nasi gege ten Nogmaals veel waardering voor Tong Tong en we hopen, dat we het blad nog lang mogen lezen. A. Huizinga Slechte sprekers praten lang. Bijna alle zonnen vertonen vlekken. Denk aleer ge doende zijt; zijt ge doen de, denk dan nog. Wie tegen de wind spuwt, maakt zijn baard vuil. Doe niet geleerd, wees wijzer. Het leukste van het uit gaan, is het thuiskomen. leder brengt zijn eigen stof mee. Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 1166 77 BRILJANTEN markiesringen hangers oorknoppen gezet in 22 karaats goud MIDO GOUDEN schakelarmbanden krintjing slangen colliers toesoek konde peniti kabaja van 22 karaats goud polshorloges Wfj betalen, bij aankoop vanaf f 200,de reiskosten voor één persoon geheel terug I I 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 11