Het zoölogisch museum te Buitenzorg J. M. VAN EXEL's WIJ VERGETEN INDIE NIET! SPRAAKVERWARRING Majoor P. A. Ouwens, van 1905 tot 1921 conservator van het Zoölogisch Museum te Buitenzorg. Wie wel eens in 's Lands Plantentuin is geweest zal vermoedelijk ook het Zoölogisch Museum hebben bezocht. In hoofdzaak is het geëtaleerde ver zameld geworden door de gepension- neerde Majoor P. A. Ouwens, bijge naamd "den Majoor", die van 1905, vier jaren na de oprichting, tot 1 juli 1921 conservator was van het Museum, "zijn" museum mag men haast wel zeggen. Vele van de opgezette dieren had hij nog lange tijd in leven gehouden en met weemoed dacht hij vaak terug aan die tijd, toen hij de dieren nog lief koosde en verzorgde. Hij bezat een kleine dierentuin, eerst in Soekaboemi later in Buitenzorg. Als gepensioneerde woonde hij te Soekaboemi, waar hij in zijn vele vrije tijd grote collecties had aangelegd, die hij gedurende zijn militaire zwerftoch ten had verzameld. Zijn verzameling zoogdieren, slangen, vogels, vissen, koralen, insecten, schelpen enz. kwa men later aan het Museum. In 1916 verscheen van zijn hand een fraai ge ïllustreerd werk over de voornaamste gifslangen van Ned.-lndië. Hij bracht van Celebes mee een paartje van de "nieuwe" gemsbuffel, die hij Anoa quarlesi noemde iets kleiner dan de Anoa depressicornus van Celebes waarvan het hem ge lukte een aantal jongen te kweken. Van Sumatra bracht hij mee ver scheidene soorten apen en een paar exemplaren van de Sumatraanse berg- antilope. (Nemorrhoedus). Vermakelijke verhalen kon hij doen over de moeilijkheden, die hij had on dervonden om al die dieren veilig en wel in Buitenzorg te krijgen. Hoe hij had moeten vechten tegen douane ambtenaren en de spoorbeambten die tegen het transport bezwaren hadden. Dat het onderhoud nu niet bepaald op hartelijke toon werd gevoerd van majoors zijde daar kon men zeker van zijn. De bezoekers van het Museum zul len zich ongetwijfeld nog herinneren, dat zich op het achtererf onder een èmpèran een geraamte van een kolos sale vis een walvis bevond. Einde 1916 was deze walvis aan de Preanger-zuidkust aangespoeld. Zo iets zeldzaams liet de majoor zich niet ontglippen, onmiddellijk begaf hij zich erheen. Na talloze moeilijkheden het was westmoesson, en de gezamenlijke beenderen, totaal vuil gewicht bijna 6400 kilo, moesten worden getranspor teerd over vrijwel ongebaande wegen en over een bergrug van meer dan 1500 m bereikte het vrachtje Garoet, waar het op de spoor geladen werd met bestemming Buitenzorg. Oud-Bogorianen zullen zich nog wel herinneren hoe daar de "botjes" wer den aangebracht en de aandacht trok ken zij 't niet uit wetenschappelijke be langstelling, dan toch wel door de "geur", die het niet schoongemaakte gebeente verspreidde. Dit 27 m. lange walvisskelet behoort tot de grootste die in Musea aanwezig zijn. PATEH Schoenhandel alleen Reink mstraat 29 Den Haag - Tel. 33 21 17 Specialist in exclusieve dames schoenen met hoge of lage hak in de allerkleinste maten. vanaf maat 32 Vele nieuwe modellen miiiiiiiiiiiinHHiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiniiiiiiiiiinnnnniimiiiiv HORECA-BEDRIJF Aangeboden met automatiek en terras. Uniek gelegen in hartje van Den Haag. Uitermate geschikt voor verkoop van o.m. Ind. snacks. Zonder contanten onnodig te reflecteren Telefoon: 070-65 46 96 Ook Indië bracht tienduizenden offers in de lie Wereldoorlog. Vergeet ze niet! STORT OP GIRO 253.000 - COMITÉ 15 AUGUSTUS 1970, VIVIENSTR. 68, DEN HAAG. Het gebeurde in de onwezenlijke tijd, dat in Europa reeds lang gevochten werd; maar in de Pacific, was het toen nog rustig. Nu ja, rustig! Frankrijk was gevallen. Even daarvoor had tout Batavia ge defileerd langs het huis van de Franse gezant om uitdrukking te geven aan ons aller bezorgheid en medeleven met de heroïsche strijd van zijn volk. De gezant stond met een krijtwit ge zicht kaarsrecht, met al zijn onder scheidingen de hulde in ontvangst te nemen. Hij wist wat wij nog niet wisten, dat Frankrijk zich had overgegeven. Dat hoorden wij pas uit de radio bij thuiskomst. Indo China had de partij van de nieu we Franse regering gekozen en zich dus geschaard bij de vijanden van de geallieerden. Op een morgen werd in Straat Soen- da een Frans schip door de Koninklijke Marine aangehouden en naar Priok op gebracht. Het kwam van Saigon, met een volle lading cokes. Schip en lading werden door de Ned.-Indische regering in beslag ge nomen, zijnde vijandelijk bezit. De la ding moest worden gelost en wij kre gen opdracht daarmede te beginnen. Voor die tijd werd de Franse vlag nooit gezien in onze havens. Ik klopte aan bij de gezagvoerder, die alleen zijn eigen taal bleek te spre ken. Ik geef toe, dat mijn tong wat roestig was geworden wat die taal be trof, maar na een half uurtje ging het al vlotter en vlotter. Mijn hoofdman doer, Sanip, had buiten bij de deur van de kapiteinshut op orders staan wachten. Hoeveel koelies hij moest leveren en andere bijzonderheden. Toen ik hem een en ander had mede gedeeld, vroeg hij: "Apa toewan bitjara tadi sama toe- wan kaptèn?" Ik deelde hem mede dat dit nu Frans was. Oh, zei hij opgelucht: "Saja pieker tadi toewan omong se- parti orang Kling". v. Noortwijk

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 7