Herinneringen
Uit Bandoeng
Europees Bandoeng
En Het Ravijn
Het was in de jaren 20.Ik werd door
de Padvinderij van Soerabia naar Ban
doeng gezonden om een opleiding te
ontvangen aan de Grillwell cursus op
Dago. Een mooi gelegen terrein bij de
waterval. Eigendom van de heer Die-
mont, die zelf hier woonde in een hou
ten huis naar eigen ontwerp.
Hij had hier uitgestrekte bezittingen;
een hotel en het bekende theehuisje.
In dat hotel hebben we kennis gemaakt
met de grote man uit India: Rabindra-
nath Tagore. Verder logeerden we in
Bandoeng bij een medecursist, luite
nant Maurenbrecher. Heb hem later in
Holland één keer ontmoet als gene
raal. Kort na zijn pensioen zeilde hij
naar Australië en verongelukte hij daar
in de buurt. Later kwam ik weer in Ban
doeng als leerling van de 3e klas van
de Technische School (toen nog geen
Dick de Hoog school).
De directeur was toen Asjes, later
opgevolgd door Agerbeek. Bekende le
raren waren de potige heer van Dende
ren, praktijk leraar en de leraar elec-
trotechniek, de heer Kapteyn. Verdere
namen ben ik helaas vergeten. Deze
school was voor mij een openbaring.
Na de zwoele sfeer van de Soerabai-
ase K.E.S. (nu waarschijnlijk modern
genoemd) was de ontspannen omgang
en de kameraadschap tussen de leer
lingen onderling en de leerlingen en
leraren zodanig, dat je hier met genoe
gen naar school ging.
Ook aan sport werd hier veel gedaan.
Niet de gespannen wedstrijd sport,
waar ik in Soerabaia maar lauw tegen
over stond, maar een sport echt als
ontspanning. Ik was hier lid van het
Bandoengse Sportveld en liep hier
's morgens vóór naar school te gaan
een paar blokjes, om te rennen voor
louter genoegen.
Verder was ik hier lid van de Pad
vinderij. Hoogste in de lande was hier
hoofdcommissaris van de Padvinders-
bond, de H.C. dus hopman Ranneft,
bijgenaamd Hasjëe. Mede padvinders
voortrekkers waren: Dick Asjes, zoon
van mijn directeur, dezelfde, die later
naar Holland ging en een opleiding
ging volgen als vliegenier. Deed mee
aan de Melbourne-races met een Pan
derjager. Halverwege kwam er echter
bij het opstijgen een tractor in zijn
baan, waardoor aan zijn mededingen
abrupt een eind kwam. Werd later
hoofd van het vliegveld Soesterberg
en toen ik al in Holland was, onder
directeur van Verolme. Zit nu, geloof
ik, in Zuid-Amerika.
Verder was er de student Wouter
Cool. Wat van hem is geworden, weet
ik niet. Dan Koper, leerling ijker en
nog enige anderen, waar ik de naam
van kwijt ben. O ja, de student Santo-
so, fanatiek nationalist, maar een pracht
kameraad. Met deze samen woonde ik
bij de heer Kosyjungan, ambtenaar
P.T.T.
We zaten allen samen in de voor-
trekkersgroep van Hopman Diemont.
Als zodanig zwierven we van Dago
uit, de bossen en bergen in, bezochten
de Sterrenwacht van Lembang en het
graf van Junghuhn op de Tangkoeban
Prahoe en de zwavelbronnen in die
buurt.
Heb eens mijn veldfles in mijn on
schuld gevuld bij één van die bronnen
en poogde een slok te nemen tot grote
hilariteit van mijn tochtgenoten.
Verder hebben we nog van bamboe,
zó dik als ik voordien en ook later niet
gezien heb, een brug over de Dago
waterval geslagen en bezochten de
2e en 3e waterval, die minder bekend
waren. K. F. Ottenhoff
Ik woonde als jongen in een nieuw
Bandoengs huis, modern gemeubileerd,
met heide- en duinlandschappen aan
de muur, in de leesportefeuille Het Le
ven en Illustrated London News; op
tafel vijf dagen per week Hollands e-
ten.
Thuis sprak ik keurig Nederlands.
Aan de overkant van de straat hield
de stad op. Daar was een ravijn. Aan
de overzijde begon een ander leven.
Tussen mais en ketella, bamboestoelen,
de sawah, kamponghuizen.
Wanneer ik maar kon, stak ik het
ravijn over, met zijn kleine, wilde kali.
Daar spreidde bij de pantjoeran een
gelovige zijn kleedje uit en bad lang
en intensief. Voor dat ogenblik was
dit zijn privé-heiligdom, voelde ik en
wachtte, al zijn bewegingen volgend,
tot hij opstond en ik passeren kon,
wat onzeker om het glibberige pad en
om mijn onbescheiden blikken van zo
even. "Selamat djalan.njo!" klonk het
mij vriendelijk na.
Thuis versierde moeder de eettafel
met imitatie-hulsttakjes; de dagen voor
Kerstmis met hun intieme sfeer, nu in
Holland met echte hulst, niet te imite
ren.
Senèn zette de borden neer, voor
zichtig tussen de hulst. Niet alleen met
Kerstmis, iedere dag zette Senèn scho
tels en borden neer, zo, dat één punt
van het bodemrond het tafelvlak on
hoorbaar raakte, dan daalde rustig vlak
op vlak.
Iedere kwak en smak van blanke,
zwartgerokte obers hier, overtuigt mij
nu nog regelmatig van zijn duizendjari
ge beschaving.
Maar toen volgde ik alleen aandach
tig zijn bewegingen.
Het gebeurde wel bij de middag
maaltijd, dat ik onrustbarend weinig at,
om, wanneer mijn ouders zich te ruste
begaven, op bezoek te gaan, daar aan
de overkant, waar onze kokkie in haar
bilik huisje mij stralend onthaalde op
een feestmaal, waar slechts een sendok
bebek, een tikar en het oer-hoffelijke
gebaar der gastvrijheid de entourage
vormden.
Aan de Europese zijde van de kloof
kwam ik eens opduiken met een kisi,
een ongevaarlijk bruin slangetje. Om
de handen vrij te hebben op de dwaal
tocht, had ik het in mijn shirt laten zak
ken, waar het boven de strakke broek
riem rustig kon rondkruipen.
Er was visite. Snel schakelde ik over
op "netjes". Broek afkloppen, handen
wassen.
Men dronk thee.
Toen ik ook een schoteltje vasthield
en in mijn kopje roerde, dacht ik pas
aan de kisi.
Het was al te laat.
Uit het open shirt boog een platte
slangenkop zich nieuwsgierig en heel
ver over mijn thee. De paniek, vooral
bij de dames, was onbeschrijfelijk. Hoe
veel kopjes er zijn gebroken, kon ik
niet meer waarnemen.
Mij werd gelast, mij te verwijderen.
Met slang.
J. Gerretsen.
Somsbï] het onderzoeken van een bepaalde
wantoestand of immoraliteit, ontdek je dat
het verschijnsel veel wijder verspreid is dan
je denkt. Het is om zo te zeggen: een nationaal
euvel. Maar zeg dit nooit te hardop, want
dadelijk gaat een raillerend gehuil op van
"anti-Nederlands!" Of zeg niet (bij een nóg
verder onderzoek)"Het is een manquo van
de hele westerse beschaving!" Want alweer
wordt prompt gejammerd: "Anti-westers! Sla
dood!" Wie nu langdurig en ernstig de men
sen onderzoekt die zo gauw "signaleren" en
jammeren, merkt tot zijn verbazing dat dit
soort niet onder de domme mensen zit, maar
onder de zogenaamde erudieten"Vaak juist
zij die met een dubbel pensioen plus een
vette spaarcent hun establishment "beschermen"
willen zo lang ZIJ duren. Daarna mag de
"déluge" immers best komenSoms kan ik de
jonge doorbrekers heel goed begrijpen....
BRACHT UW VRIJE TIJD IN 1969 OOK 10.000,— OF MEER OP?
Vele van onze medewerkers hebben dit wèl verdiend.
Wij zoeken medewerkers (ook gepensioneerden) die van ons deskundige
hulp en opleiding ontvangen bij het sluiten van verzekeringen en/of
beleggingen.
Wilt U meer weten, zoek dan contact met ons.
SELECTA, Gr. Hertoginnelaan 136 den Haag tel. 070-63 14 82
Vragen naar Hr. Warendorf of Hr. Tan.
10