Ponorogo 1919
Zittend in de winterzon, veilig achter
't glas, ben ik aan 't "omong Kosong"
met Hein Buitenweg.
Hu-uh ja Hein, wat kunnen kleine kot-
ta's toch oer gezellig zijn, als je kind
bent.
Papa huurde een huis recht tegen
over 't station te Ponorogo, toen hij de
drukte en de hitte van Sb. niet meer
verdragen kon. Wij kleintjes gingen "in
de kost" bij Mevr. Meijer in Genteng
Schout, vlak achter onze Genteng-
School. Wij gingen alleen met de grote
vakantie naar huis. Eerst met de "snel"
tot Madioen en dan in "onze" boemel,
eindpunt Ponorogo.
Daar was allang bekend, dat we zou
den komen, dus renden we 't station
üit, koffers en tassen aan de djongos
overlatend, dag dag! in de armen van
onze vriendinnen daar. Anna Jordaan,
onze uitverkorene, de zusjes Berretty,
waarvan Trees dè vriendin van Milly
was en de kinderen Davidsz, Max,
Evelien en Teddy, die naast ons woon
den.
Zolang 't vakantie was, liep ik in
hansop op blote voeten. Je kan toch
niet lekker wippen of bomen klimmen,
of teboeh gappen van de wagons in
een jurk!
Met 't hele stel liepen we naar de
tuin van de resident. Die had een op
rijlaan van manggistan, (waar we niet
van plukken mochten), maar achterin
stond een hele oude djoewetboom met
grote zalige vruchten en heel dikke
takken, waar je makkelijk op staan kon.
Daar bleven we zitten tot we blauw
zagen van 't sap. Intussen was de goe-
laliman al op z'n plaatsje gaan zitten,
naast de ingang van de tuin. Voor een
cent maakte hij alles wat je wou van
die hardrose kleverige substantie Met
Anna gingen we naar de passar "pas-
sar kliwon", omdat 't op die dag ge
houden werd. Anna sprak Javaans als
de beste. Elk met een benggol in de
zakdoek geknoopt, kochten we iets om
te koken, kokentje spelen, en iets om
te snoepen. Ik liep altijd meteen naar
de opak-man en liet hem een hele gro
te dikke opak blazen. 2 Dikkerds voor
een cent of 1 dikke en een snoertje
kleine ringen. Dan ook naar de klapper
olievrouw voor een 1/2 cent "taai min-
jah".
Tussen ons huis en dat van de fam.
Davidsz, liep een brede zandweg recht
naar de aloon2. Daar was op een keer
stamboel! Wij er heen met Tipak, de
ouwe getrouwe, in hansop! Wat er ge
geven werd en wie er speelde, weet
ik niet.
Voor een 8-jarig kind waren alleen
de grollen van Petroek en Semar be
langrijk. En de aloon2 zelfs zo 's a-
vonds, als je allang in bed had moeten
liggen, met z'n lichtjes van de diverse
verkopers en stalletjes. Je rustte niet,
voor je ook wat lekkers kreeg, maar
dan ook zonder pardon naar huis en
naar bed.
Er was geen ander vervoer in Pono
rogo dan de dokkar en daar gingen we
mee naar Oemboelan, waar het water
zwavelhoudend was. Zwommen er de
hele dag en aten nasi goreng in de pa-
sanggrahan. Met de dokkar ook reden
we naar 't meer van Ngèbèl, maar
mochten daar niet zwemmen, omdat je
er makkelijk verdronk, doordat 't meer
trechtervormig was.
Natuurlijk had Ponorogo een soos
met een ronde kletstafel en wipstoelen
er omheen. Papa beheerde de lees
trommel en de soos. Als hij er heen
ging ter inspectie, liepen wij mee en
zaten op de stoelen en zetten ons af
tegen de ijzeren ring om de tafelpo
ten.
Wij hadden een grote tuin rond om
't huis. Links in de voortuin had Papa
een stevige wip laten zetten, waar je
met je zessen op kon, vanwege de
handvaten, die Papa had laten aanbren
gen. De kleinste zat dan in 't midden
als in een stoeltje. Max, die branie,
stond wel eens in 't midden stoer met
losse handen te wippen. Stelten had
den we ook en 't was een gegil en ge
joel, als we krijgertje op stelten de
den. Zo levendig als 't overdag in onze
tuin was, zo sereen was 't op die maan
nacht, dat de "nacht-schone" open zou
gaan.
De cactushaag, die tuin van de weg
afsloot, was vol knoppen en één ervan
stond op springen. Papa wekte ons en
gedrieën gingen we met hem de tuin in
en zagen 't wonder gebeuren. Adem
loos toekijkend, hoe de blaadjes één
voor één loslieten om 't Hart met de
trillende meeldraden te tonen en een
fijne zoete geur te verspreiden.
Een zucht van spanning en we zagen
de maan-overgoten tuin weer. Deden
nog even de ronde langs de rozen en
de gekalkte potten en 't seringen
boompje, dat crèmewit zag van de
bloemen en zo zoet geurde en dan
maar weer in bed.
Drie jaar later stierf Papa en wij ver
huisden naar mijn getrouwde zuster in
Batavia Kramat I.
Een lezer diep "down under" in Perth,
Australië, is Vic Boldy (ex-PHS!). In een
wereldje van uitsluitend "Aussies" die Indo
nesië niet kennen, kan Vic vaak moederziel
alleen zijn. Dus is Tong Tong zijn enige
kontjo. Als wij in het veilige rijke Haagje
nogal wat aan te merken hebben op Tong
Tong, vergeet niet, dat dit blad van honderden
en nog eens honderden Indischgasten over de
hele wereld de enige kontjo-kentel is. Laat Uw
stem vriendelijk zijn in dit blad.
Menig ernstig gesprek in de laatste tijd draait
uit op het signaleren of veroordelen van slech
te toestanden. Waaraan ik daar opgeruimd
een eind aan probeer te maken door te zeggen:
"Laat ons vrolijker dingen opsommen! Ver
vloek de duisternis niet; ontsteek een kaars..."
Met als na-gedachte: "Helaas hebben zoveel
mensen geen kaars!" Waarop Lilian inhaakt:
"Ze weten niet eens wat een kaars is!" Dan
schud je toch wel van het lachen.
We kwamen nooit meer in Ponorogo
en liepen nooit meer in hansop op
blote voeten.
Oenkie
Beelden uit mijn kinderjaren vlieden
als een schaduw heen, maar vergeten
al die jaren, doet geen één.
PAS VERSCHENEN EEN ENIG BOEKJE
"Nederlands-lndië in oude ansichten"
Door Dr. H. J. de Graaf.
Verkrijgbaar bij Boekhandel Tong Tong
17,50 incl. porto.
friendly plane". Ik keek op en zag een Japans toestel lang
zaam boven ons uit vliegen. Er ging even een gelach op over
dit typische staaltje van Engelse humor. We stopten nog
even om de drenkeling op te halen.
De volgende dag stapten we aan land en de gevangenis
van Moulmein in Van toen af begon de Birma-Siam periode,
waarover later meer.
J. J. den Outer
7