Fonteijn Co - <2)e ontjom van Wet mulo - meióje KROK Vlamingstraat 5, Den Haag, Tel. 11 66 77 v/h te DJOKJA GOUDEN schakelarmbanden krintjing slangen colliers (6 tot 100 gr.) toesoek konde peniti kabaja van 22 karaats goud BRILJANTEN markiesringen hangers oorknoppen gezet in 22 karaats goud MIDO 22 Karaats verlovingsringen polshorloges SEBELAH ROTAN ARMBANDEN VAN 24 KRTS GOUD (mas kertas) Komt U van BUITEN Den Haag? Wij betalen, bij aankoop vanaf f 200,de reiskosten voor één persoon geheel terug I I In TT No. 20 pag. 16, wordt in het artikel "Stem uit Bandoeng" door T.R. een noot geplaatst, die onjuist is, So- bat Ot schrijft nu: Tjalie, de naam "Ontjom Mulo" voor het gerecht is correct en heeft inder daad wat te maken met de MULO. De uitvindster van dit gerecht is n.l. een Sundanees MULO-meisje van de Java-Mulo (Mulo-school aan de Java- straat te Bandung) en in haar vrije tijd produceerde zij dit gerecht. Haar eettentje had ze staan aan de Grote Lengkongweg, voor 't huis waar ze woonde. Naast de ontjom verkocht ze ook soto-babad en andere snoepe rijen. Men moest het gerecht toch een naam geven en omdat zij een MULO- meisje was, noemde de Sundanees dit produkt "ONTJOM MULO". Aangezien de meeste Sundanezen MULO voor MILO uitspraken is deze naam blijven bestaan om voor eeuwig "ONTJOM MILO" te heten. Ik heb er zelf regelmatig soto en ontjom gegeten en si-eulies (verkorting voor si-geulies) vaak bezig gezien. Voor de vele Bandungse jagers was dit product onmisbaar geworden tijdens de posteer en drijfjachten. Dat "si-EULIES" nog lang moge le ven en nog vele duizenden "ONTJOM MILO'S" mag bakken. De bekendste soto-tent in Bandung was van "UHO" (uit te spreken Oehö), naast het hoogspanningshuisje op de hoek van Kebon Kawoeng en Pasir Ka- likiweg. Haar soto was onmiskenbaar overheerlijk. Op de tweede plaats kwam Restau rant MADRAWI, met zijn soto Madura, gelegen aan de aloon2 te Bandung, tegenover Sectie II van de Bandungse Politie. Voor Tjimahi spande "KADRAN" aan de aloon-aloon de kroon. Ik was daar ook een regelmatige bezoeker van, vooral na een drijfjacht op zondag. Saté kambing van YAT LIE aan de A.B.C.-straat (Bantjeuj) was wel de al lerbeste. Verder had je nog de goede saté tentjes langs de aloon-aloon te Bandung. "Sek Bah" met oetjoes muda van restaurant SIN AH aan de Pasar Baroe hoek Suniaradjaweg. Tjalie, laat mij er niet aan denken, het water loopt me zowat uit de mond. Ik zou zo urenlang bezig kunnen zijn over die heerlijke eettentjes te babbe len en de mooie omgeving die Bandung had. Poppie heeft er toch al zoveel moois over verteld, het hoeft dan niet meer. OT. geulies Soendanees voor lief, lieftallig. We zijn "Ot" (een zeer sym pathiek sportsman en jager) zeer er kentelijk voor zijn watertandende uit wijding over diverse eettentjes. Tjalie kan zich wel voor het hoofd slaan, want in de vijftiger jaren vaak door Ban doeng op stap met de schilder Oemar Basalmah, heeft hij natuurlijk ook Si- Eulies en haar heerlijke producten le ren kennen. Dat een mens zoiets ver geten kan! Ik word oud, Peh! Veel Indische meisjes zouden de combinatie Mulo-studie en ontjom mis schien hoogst denigrerend vinden. Want voor de Europese wereld bete kende het "eind-Mulo" hebben nog al tijd: belangrijk méér gestudeerd heb ben dan "school djongkok" sadja. Het adagium "Ein-Milo" was gewoon een status symbool. Daarnaast hoefde men niets meer te leren! Maar Si Geulis was een "praktische meid" en naast die schoolse studie pakte ze flink aan in het restauratiewezen. Haar ontjom- Mielo werd een soort status-symbool omhoog: niet ontjom van een gewoon meisje, maar van een Mulo-meisje! In 1965 in Bandoeng vertoevend, leerde ik dat haar ontjom ook in de "mass- production line" verkocht werd: in vaste zakken met gedrukte opschriften. Tja, ze was een soort eenvoudige Soendanese Mildfed Pierce. Ben be nieuwd hoe het haar nu gaat. mmmi l WEGGEEF-ADRESSEN Jajasan Pa van der Steur Matraman 77, Djakarta, Indonesia L Jajasan G.I.K.I. Foundation I djl. Pemuda 64, Surabaja, t Indonesia Emmaüs-Communité t Eikstraat 14, Haarzuilens, l tel. 03407- 15 40. (historisch) Bep de Gr. was indertijd commandant van de Veldpolitie op Sumatra's Oost kust, toen hij op zekere (kwade) dag bezoek kreeg van een pang-long Chi nees. Bep: Ada apa Koh? Chin.: Toean, saja minta toeloeng ja? Tati ata satoe ollang toetie toetie pie ling sekalang tita ata-a-a-a!H! Wat was er nou gebeurd? Een Chinese houthakker was aan de kalikant bezig z'n bord te wassen (tjoe- tjie piring) en toen kwam er een kro kodil, neen die beet 'm niet in z'n b...l, maar die vrat de hele Chinees op! Met huid en met haar! Pieling inclusief! Een paar dagen later slaagde ons Bep erin het inderdaad kanjeuse beest met een paar schoten uit een Mauser (ik meen me te herinneren een 10,75) dood te schieten. De krok werd opengesneden en men vond het stoffelijk overschot van de Chinees. De zaak was "rond", opge lost, terang! G. H. Bartman Tadi ada satu orang tjoetjie-tjoetjie piring, sekarang tida ada. Zonet zat iemand borden te wassen en opeens was-ie weg! In onze grote Tong Tong familie weten wij allemaal dat deze grappen niet be doeld zijn om Chinezen uit te lachen, want in ons internationale Indische mi lieu vertelden Chinezen zulke grappen bulderend van het lachen even graag. Massa's ethnische en psychologische geestigheid zouden met "keurige" taal geheel verloren gaan. Er bestond in heel Oost Azië een Engels brabbel taaltje dat Pidgin heette. Welnu: het Chinees van grote steden als Batavia en Soerabaja was door zijn rijke men ging met Nederlands en diverse Indo nesische talen een heel apart Pidgin- Chinees op zichzelf. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 11