-■"% SM 'I MA DOER A Dit stukje heejt geen enkele preten tie. Het is geschreven zomaar in een soort opwelling. Uit dankbaarheid aan Madoera en de Madoerezen voor het vele goede dat zij ons schonken tijdens de uren en dagen die wij in hun mid den mochten doorbrengen en welke be hoorden tot de meest aangename van ons leven in de tropen. Behoudens de ieder jaar door de stad Bangkalan georganiseerde Kara- pan-Sapi, een gebeuren dat steeds dui zenden bezoekers trekt, is er verder, althans op toeristisch gebied op Ma doera niet veel te beleven. Geen kunst- of kuituurmanifestaties, er is geen grootse natuurpracht, waar Java en Bali zo rijk mee gezegend is, het is integendeel een arm, heuvelachtig, on vruchtbaar, droog land met een sterk kalkhoudende bodem. En toch! Als wij aan Madoera denken, doen wij dat met grote warmte en sympathie. Waarom? In de eerste plaats om de sober le vende Madoerese mens zelf en zijn uitstekende hoedanigheden, gevormd dacht ik juist door die onvruchtbare bodem. Die hem dwingt zeer hard te werken om eruit te halen wat erin zit, te woekeren met de spaarzame stuk ken WEL vruchtbare grond en zo heeft hij zich ontwikkeld niet alleen tot een kundig landbouwer, maar direct daar naast eveneens tot een goed veefok ker. Dit vee, dat hem helpt bij de be werking van de arme grond, mag ge rust gezien worden. Kijk eens naar de resultaten bij de fruitteelt? Als je op Madoera komt en je rijdt het binnenland in, dan zie je overal in de dalen de djamboe bidji- en mintébomen, djoewet, nangka, pi sangsoorten, waaronder in de eerste plaats de onovertroffen RADJA. Er komt van Madoera veel djeroek ke- prok. De salak Bangkalan is zeer ge zocht. Djagoeng groeit er met een heel kleine kolf, maar is veel en veel sma kelijker dan de Javaanse, grotere soor ten. Echt wat je noemt: klein, maar bijzonder fijn. Van de lombok rawit behoef ik U niets te vertellen. Deze is zoals U wel weten zult nog pittiger dan de kweker zelf. De boemboe Madoera is niet voor niets: Second to None! Karapan-Sapi! Herinnert U het zich nog die ene keer toen tijdens een enerverende ren, de menner kwam te vallen? De teugels loslaten? Hoe komt U daar nou bij! Dat zou toch zijn eer te na zijn? Liever zich over het hobbelige terrein aan flarden laten sleuren, dan opgeven en loslaten! Never! Hij kwam half aan flarden bij de finish, maar met de teugels nog vast in de hand. En als er een span gewonnen had, tandakte de overwinnaar in vervoering, WRlWiJP ...En als er een span gewonnen had, tandakte de overwinnaar... als in trance om zijn prachtige beesten waarmee de zege bevochten was. Een groots gezicht! Van de victorie profiteert niet alleen hijzelf, maar ook de familie, ja de hele desa. De zee. De Madoerees is er vanaf zijn prille jeugd mee vertrouwd. Aangezien het eiland maar smal is, kira-kira 35 km breed, kun je, staande op een kleine verhoging en kijkend in de richting "Lao" of "Dedjeh" (toonloze e's), het "grote water" zien. Hij komt met zijn mooie, kunstig versierde bootjes zelfs tot Kalimantan en Soelawesi1). Tijdens mijn reis heb ik op het strand van Pasir Poetieh goed geslaagde dia's gemaakt, welke tot de beste behoren die ik heb. Madoerese vlerkprauwen op het mo ment dat zij op het strand werden ge trokken. Madoerzen zijn uitstekende vissers. De zee verschaft zout. Ziet U? Hoe of je het ook bekijkt, altijd weer kun je van land en volk alleen maar goede dingen vertellen. Het zijn trouwe mensen, harde wer kers (vraag het maar aan hen die het weten kunnen, Oosthoekers, ex-plan ters, Scheepvaartmaatschappijen) uit stekende veefokkers, goede landbou wers, zeelieden, vissers, Apa lagi? De Madoerese vrouwen! Weet U, de Europese mens, de Noord-Europese in het bijzonder, kan niet lopen. Zij heb ben het nl. nooit geleerd in de eerste plaats en in de tweede zij hebben nooit de moeite willen nemen het te leren. Wat zij m.i. abusievelijk onder "lopen" verstaan, is in werkelijkheid, net als bij loopeenden niets anders dan een soort voortbeweging middels twee stut ten of kuierlatten, waar zij mee behept en vergroeid zijn en hun aangeboren neiging (let maar 's op) bij dit gaan voorover te vallen, wekt de indruk doorlopend op zoek te zijn naar een of ander zwaartepunt. (Djrog...djrog... djrogbij korte dikke. Bij lange dunne: Tjlong..tjlong..tjlong.111) Vergelijk daarmee eens de kaars rechte houding van de doodgewone Madoerese vrouw, de Oosterse vrouw in het algemeen met haar aangeboren lenigheid en souplesse. Prachtig! Zie je haar lopen, sorry, het is meer een schrijden dat ze doet. Vaak ijskoud met een fles klapperolie balancerend op het hoofd. Moet U eens proberen na te doen! En dan links kijken en rechts kijken, bukken, het hoofd draai en naar alle richtingen, maar die fles blijft waar ze is. Loodrecht op het hoofd! Om iedere enkel een massieve, zilveren bienggel en dat ook stimuleert die statige gang. Als van een vorstin. Maar dan niet de eerste de beste. Wat een hoog ontwikkeld gevoel voor even wicht! Onder de Madoerese meisjes zijn echte "good lookings" beslist geen zeldzaamheid. Vaak ziet men ze met fijne gelaatstrekken; over het algemeen zijn ze tenger maar perfect ge bouwd. Hoe gaat dat echter? Zij trou wen te jong, krijgen op te jeugdige leeftijd kinderen, moeten vaak te lang en te zwaar werken op een zeer sobere voeding en dit alles is niet bevorderlijk voor de schoonheid. Wanneer zij echter ook maar tot enige welvaart gekomen zijn tonen zij dat door zilveren bienggels te dragen, een kabaja met een paar gouden dinar stukken versierd, maar best of all een zware, zilveren haarpen. Nou ja, pen! Laat de vrouw van een Madoerees alsjeblieft met rust, wil je tenminste niet hebben dat een "valse" echtgenoot on middellijk de rechterhand naar z'n gor- rel brengt, om een halve seconde later weer te voorschijn te komen, nu "voor zien" van een blinkend, vlijmscherp ge slepen 6 duim lang stuk staal. (Tjotjoh taboe'naü!2) ih njootje, kijk uit loh); een Madoerese vrouw doet dat anders. Zij grijpt wanneer het vechten gebla zen is naar haar koondé, trekt met een bliksemsnelle beweging die haarpen, nou ja haardolk dan en valt aan! Dood ja dood! Kies maar: zes duim staal of zes duim zilver!! Podo waé! Mensen die zó, met inzet van hun hele wezen kunnen vechten MOETEN goede mensen zijn. Beste luitjes, nu is het jullie beurt om iets van Madoera te vertellen. Schrijf je ervaringen eens op. Over duivensport, hanengevechten, een Ma doerees duel, over al die plaatsen met goed klinkende Madoerese namen: Sembilangan, Sotja, Petenteng, Telang, Soekolilo, Kwanjar, Modung, Kedung- dung, Bangkalan, Soemenep, Kalianget, Poeloe Kambing...(wat klinkt dat lekker hè?) Beuk maar eerst een ordentelijke portie Saté Mbiek... of Soto Adjem...3) en als U "in the mood" bent, ah, dan gaat dat schrijven "vanzelfs". Schrijf een stukje voor Tong Tong. En als we dan genoeg copy hebben, geven we een speciaal Madoera-num- mer uit. Doen? Trèma kasè benjak tjong! G. H. Bartman Ik heb de grote "litiks" voor veever- voer zelfs te Singapore en Kuala Lum pur gezien! T.R. 2) Steek 'm in zijn buik! 3) Mbiek geit; Adjem kip. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 19