Djojobojo's Indonesië
door
ROBERT
HAUSMAN
Geschreven geschiedenis van de Indonesische archipel dateert
van bijna twintig eeuwen terug. Java is een ware schatkist van
oude monumenten, beelden en manuscripten. De culturele er
fenis houdt in geschiedenissen van de opkomst en val van vele
koninkrijken. Een van deze, het koninkrijk van Kediri van 1150
A.D. heeft een mysterieus en spiritueel legaat achtergelaten dat
de eeuwen overbrugt. Het heden en de toekomst van Indonesië
zijn vervlochten met de naam van Koning Djojobojo, de heerser
van Kediri.
Iedere man, vrouw en kind in Java en vele mensen op de andere eilanden
hebben van Djojobojo gehoord en kennen hem als een wijze en een waarzegger
die een ongelooflijk juiste voorspelling heeft gemaakt. De geleerden zeggen ons
dat Djojobojo zo iets nooit heeft gedaan, maar ja, geleerden maken ook wel eens
vergissingen. Zij vertellen ons dat Djojobojo met de melodieuze naam een lite
rair man was. Hij gaf zijn dichters de opdracht om een deel van de Mahabharata,
geschreven in Sanskriet te vertalen in Kawi, de taal van de Javaanse hoven.
Ik vermoed wel dat hij niet de moed
heeft gehad om een vertaling van het
hele dichtwerk te eisen, omdat dat uit
meer dan honderdduizend verzen be
staat. Zelfs voor de gemakzuchtige tij
den waarin de koning leefde, ongeveer
1150 A.D., zou dit teveel zijn geweest.
Het deel dat vertaald werd, de Bharata-
joedha, geeft het relaas van een ge
vecht om een oude stad weer en is
bevolkt met Javaanse mythologische fi
guren die de Indiase helden vervangen
hebben. De verhalen van de Bharata-
joedha zijn erg populair en samen met
de Ramajana, een ander beroemd
episch gedicht, vertaald uit het Sans
kriet, vormen zij het repertoire van de
wajang toneel stukken die nu nog
steeds worden opgevoerd in ontelbare
dorpen en gehuchten van heel Indone
sië. Het is wonderbaarlijk dat Koning
Djojobojo niet bekend is om de Bhara-
tajoedha, behalve bij geleerden, maar
wel om een voorspelling, die zijn naam
draagt.
De echte auteur van de voorspelling
niemand kent zijn naam leefde
in de 18e eeuw. Hij "leende" de naam
van de koning om zijn dichterlijke cre
atie een autoritaire tint te geven. Het
is mogelijk, dat hij gebruik heeft ge
maakt van folkloristische legenden en
oude verhalen die van mond tot mond
de ronde doen. Ten einde de auteur
wat beter te kennen en zijn creatie in
juist verband te zien, moeten we even
een korte excursie maken in de ge
schiedenis van Indonesië, die fascine
rend en werkelijk kaleidoscopisch is.
Paradoxaal kunnen wij het leven en de
tijd van Djojobojo, de koning van Ke
diri, overslaan, want behalve zijn lite
raire verdiensten was de koning maar
een onbelangrijke figuur en de ge
schiedenis van Java begon pas groots
te worden ongeveer tweehonderd jaren
na zijn dood.
Ongeveer 1360 A.D. gelukte het een
van de voortdurend vechtende Javaan
se koningen om zijn macht over de
gehele Indonesische archipel uit te
breiden. Vele van zijn voorgangers en
tijdgenoten in het centrum van Java
hadden hierin gefaald. Met behulp van
een sluwe en krachtige minister presi
dent, tevens generaal van het leger,
veroverde de succesvolle koning eerst
alle omringende koninkrijken en ver
volgens het schiereiland Malakka, de
eilanden Sumatra, Borneo en Celebes
en honderden nederzettingen op de ei
landen van de Molukken en de kleine
Soenda reeks. Toen de minister-presi
dent stierf in 1364 A.D. begon het im
perium, dat Modjopahit genoemd werd,
uit elkaar te vallen. De culturele grond
vesten van het rijk, berustend op het
Hindoe-Javaanse ritueel en geloof, wer
den langzaam ondermijnd door een
nieuwe godsdienst, de Islam. De op
komst van het imperium, dat begon als
een klein koninkrijk zonder toegang tot
de zee, ontsloot al de eilanden voor
de internationale handel en maakte de
snelle verspreiding van Mohamed's
leer mogelijk. Omdat er geen Indone
sische oorlogsmarine was, konden han
delaars van India, Perzië en Arabië
naar willekeur door de archipel trek
ken. Vele van hen vestigden zich in
de kustplaatsen en brachten behalve
welvaart, ongewone en buitenlandse
geloofspraktijken. Op deze manier
werd het Mohamedanisme in Indonesië
geïntroduceerd en verspreid, meestal
langs de kusten. Het binnenland deed
eerst niet mee aan deze evolutionaire
ontwikkeling en deelde niet in de wel
vaart en de rijkdom van produkten door
de handelaren ingevoerd. Gedurende
de 14e eeuw schrompelde de macht
van de Javaanse koning wederom in
tot het centrum van Java. Gevechten
tussen de koning, zijn vazallen en prin
sen braken opnieuw uit. Gedurende de
15de en 16de eeuw probeerden ver
schillende Javaanse koningen het ko
ninkrijk van Modjopahit te evenaren
maar zij konden niet eens heel Java
veroveren.
Omstreeks 1600 A.D. ontwikkelden
beurtenissen. De Spanjaarden en Por
tugezen die onder de buitenlandse
kooplieden een overheersende rol had
den gespeeld in de Indonesische wate
ren gedurende verschillende decaden,
werden door de Hollanders en Engel
sen verdrongen. Het ging toentertijd
om de lucratieve handel in specerijen.
De Hollanders waren in staat op Java
binnen te dringen door het kleine dorp
Jakatra te veroveren dat vervolgens
werd herdoopt tot Batavia. Over een
tijdsperiode van 150 jaren breidden de
Hollanders hun controle uit, tot dat zij
omstreeks 1750 A.D. de macht over het
hele eiland hadden. De afstammelingen
van de eens oppermachtige koning van
Modjopahit oefenden in die tijd heer
schappij uit over 'n gebied dat maar 'n
klein deel van 't oorspronkelijke konin
krijk besloeg. Dit kleine gebied was
verdeeld onder 4 afstammelingen van
koninklijke bloede die hoogdravende
titels hadden maar weinig echte macht.
Deze prinsen, die sultans genoemd
werden, hielden er hofhoudingen op na,
zoals hét gebruikelijk was onder de
middeleeuwse Indonesische monarchie-
en met dichters, bedienden, orkesten,
juwelen en heilige krissen. Deze hoven
die tot op vandaag voortleven waren
toen in de 18de eeuw net zo een ana
chronisme als ze heden ten dage zijn.
De hovelingen, de dichters inbegrepen,
hoefden niet veel meer te doen dan
met hun aanwezigheid luister te geven
aan de entourage van de sultan en te
dromen van oude glories. Het was on
der deze omstandigheden dat aan het
hof van een van de sultans, na een
bijzonder vernederende nederlaag, toe
gebracht door een Hollands garnizoen,
een gedicht werd geboren omstreeks
1750 A.D.
Dit gedicht was een van de vele lite
raire werken uit de tijd, die zich bezig
hielden met het einde van de tijden en
met voorspellingen van toekomstige
gebeurtenissen. Het bleef sluimeren
gedurende bijna twee eeuwen en kreeg
toen ineens leven ingeblazen om drie
redenen. Ten eerste was de titel "Voor
spellingen van Djojobojo" makkelijk
herkenbaar en melodieus. Ten tweede
sprak het over de uiteindelijke over
winning van de Javanen en dus werd
het door de opkomende vloed van het
nationalisme gedragen. Ten slotte hield
het in een zinspeling op gebeurtenissen
die gedurende de tweede wereldoorlog
realiteit werden. Het was in deze tijd
dat de voorspelling op het politieke
toneel als een bom barstte.
Djojobojo's voorspellingen beginnen
met 'n verhaal dat vol Oriëntale mys
tiek en fatalisme is. Djojobojo, de held
van het verhaal, is een koning die niet
alleen een bekwaam en scherpzinnig
heerser is, maar ook onderlegd in as
trologie, waarzeggerij en necromansie.
Deze wetenschappen, en voor de Ja
vaanse geest zijn het wetenschappen,
heeft hij geleerd van een heilig man
van Turkije. De zinspeling op Turkije
6