In memoriam Simon Willem Gerrit Gisius f 12-5-1970 "Twee en veertig jaar lang zonder één onderbreking in Indië gezetenal tijd hard gewerkt, eerst als employé en naderhand administrateur van een ta baksplantage en daarna (23 jaar lang) op een eigen bedrijf (veeteeltonderne ming, pharmaceutische kruidenteelt)en inderdaad iets zeer behoorlijks bereikt, een farm van 260 hectare met een goed huis en bijgebouwen, schuren en lood sen, een kudde vee op Java, 7000 voet hoog, in het Tenggergebergte, halver wege de Smeroeweg, met goede klanten onder de Chinese apothekers van Ba tavia, een vrij en tamelijk onafhankelijk bestaan"Aldus schreef "De Telegraaf" op 10 maart 1932. Gisius overleed 12 mei 1970. gunstige zin, ook waardig was, omdat zij inderdaad, als het niet anders ging, heksen moest en kon. Wat er voor no dig is om, op 2100 m hoogte en vier uur lopens van de naastbijzijnde rijweg, comfortabel te kunnen leven, beseften slechts weinigen. Maar het was vooral 's-avonds aan de haard, met enige vertrouwden om zich heen, dat Vader Gisius' vedere talenten naar voren kwamen. De kunst van onderhoudend vertellen werd aan de Indische borreltafels ijverig beoe fend, maar men kan bepaald niet zeg gen, dat daarbij veel bijzonders gezegd werd. Bij Gisius was dat anders. Raak te hij goed op dreef, dan was hij niet alleen een pakkend en geestig vertel ler, maar wat hij vertelde was ook in teressant en voor de meesten van zijn toehoorders geheel nieuw. Dan bleek hoe Gisius in alles belang stelde, wat het land waar hij leefde te bieden had: de Javanen die op hellingen van het Tenggerplateau wonen, in de eerste plaats. Gisius sprak dan ook zo voor treffelijk Javaans en kende de gewoon ten van de Tenggerezen zo door en door, dat deze het grootste respect voor hem hadden. Het ligt voor de hand, dat hij 't Tenggergebergte op zijn duimpje kende, maar ook was hij op de hoogte van de geologie ervan, ten dele door gesprekken met vukanolo- gen, die van tijd tot tijd bij hem over nachtten op weg naar de Smeroe, maar tevens door eigen studie. Gisius bezat n.l. een vrij grote bibliotheek met veel wetenschappelijke werken, uit de tijd toen hij administrateur was van een tabaksonderneming in het Klatense, en daarin zat hij graag te grasduinen. De meeste gasten, die slechts voor een weekend kwamen, merkten daar nooit iets van, maar wanneer de westmoes son goed doorstond en het soms we ken duurde alvorens weer een bezoe ker kwam opdagen, wijdde hij zich aan zijn studies. Het is nog niet zo lang geleden, dat Toen ikzelf in 1931 naar Indië kwam, met Soerabaia als standplaats, gold mijn eerste tocht "naar boven" dan ook de Smeroehoeve (of Ranoe Pani, zoals wij dikwijls zeiden), en de indrukken daarvan zijn onuitwisbaar in mijn ge heugen gegrift gebleven. De taxirit naar Tosari ;de lange klim langs steile hellingen en door tjemarabos naar de rand van de Tenggerkrater en daar, in het toverachtige licht van een wassen de maan, de eerste blik op Zandzee, Batok en Widodaren. Een uur lang volgt ons dit fantastisch bergtafereel, met wisselende coulissen; dan, na de Ider-lder, gaat het pad snel omlaag en na 4'/2 uur flink doorstappen vanwege de steeds toenemende koude van de oostmoesson, een lichtje de blok hut! Het is hier donker. Een diepe stem roept ons naar binnen, dan een handdruk, die de botten doet kraken. Wij zijn in een grote kamer met laag plafond, schimmen dansen langs de wanden met boekenkasten, een laaiend ...De Smeroe-hoeve, gelegen in het hart van het Tenggergebergte nabtj de stille meertjes Kanoe Pani en Ranoe Regoelo... Vele Soerabajanen en Oosthoekers zullen een goede herinnering bewaren aan de Smeroe-hoeve en zijn gastvrije bewoners. Met Gerrit Gisius is een figuur uit het voor-oorlogse Indië heengegaan, aan wie wij jongeren te Soerabaia, die de bergwereld van Oost-Java liefhad den (thans wel allen de 60 gepas seerd), zeer veel te danken hebben gehad. Ik meen, dat het vooral door toedoen van mijn broer Paul is geweest, dat in de jaren 1928-30 de "Smeroehoeve", het home van de familie Gisius, in een kleine vriendenkring bekend raakte als een nieuw Shangri-La. Gelegen op een erfpachtperceel in 't hart van het Teng gergebergte, nabij de stille meertjes Ranoe Pani en Ranoe Regoelo uren ver van de naastbijzijnde menselijke woonplaats was dit inderdaad een ideaal oord voor hen die, zij het slechts voor korte tijd, rust, ruimte en een zaamheid zochten. En dit alles in de onbedorven natuur en omgeven door een onvergelijkelijk mooi bergland schap. De Heer S. W. G. Gisius, stichter en eigenaar van de Smeroe-hoeve. houtvuur aan de verre zijde is de enige verlichting. Dan is er plotseling een groot glas jenever, en de verkleumde leden worden gewarmd aan de gloed van het vuur. Deze ongedroomde werkelijkheid van tropisch Indië, en de gebaarde reus die voor mij staat, zouden in de komende jaren het doel worden van talloze mijner tochten naar het Teng gergebergte. Gisius was in vele opzichten een bij zonder mens, maar zijn meest opval lende kwaliteiten waren zijn gulle gast vrijheid en zijn steeds goede humeur: hij was de volmaakte gastheer. Een maal bij hem aangekomen, voelde men zich verzorgd. Veel droeg daartoe ook mevrouw Gisius bij "de heks", zoals Gisius haar vriendelijk plagend soms noemde, een kwalificatie welke zij, in 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 14