Land mijner Vaderen
PANDERMAN
Gisius tegenover de directrice van
"Spathodea" opmerkte: "ik zou nog wel
wat willen studeren, want niets doen is
niets voor mij", en daaruit bleek weer
de taaie, onverwoestbare geest van
deze man, zijn zucht naar kennis, die
hem zelfs in de jaren van de scheme
ring niet heeft verlaten; daarvan ge
tuigde de kleine boekerij die hij op zijn
kamer had. Steeds wat onder handen
hebben, dat was Gisius' natuurlijke
drijfkracht, die zo duidelijk te zien was
voor wie wat langer op Ranoe Pani
verbleef. Daar waren de koeien en zijn
moestuin en er was steeds wel iets te
repareren of te vernieuwen aan de ge
bouwen, de waterleiding en derg.; en
in de eerste jaren zijn meteorologische
waarnemingen, met een periodieke klim
naar de top van de Smeroe om de
regenmeter te controleren. Alleen de
avonden waren aan de gezelligheid ge
wijd, maar was er niemand,, dan stu
deerde hij, wat wel zijn grootste hobby
was. Meermalen heb ik een week of
langer bij Gisius gelogeerd, en dan
bleek bij onze gesprekken, wat hij niet
alles wist en hoe grondig hij bepaalde
kwesties naging, welke hem in 't bij
zonder interesseerden. Dit is ook de
verklaring van het raadsel, hoe een
man, die zo op gezelschap en gezellig
heid gesteld was, zich zo gelukkig kon
voelen op het onbewoonde Tengger-
plateau, wat wel de eenzaamste plek
op Java was: Gisius was niet alleen
een sterke man, maar ook een sterke
persoonlijkheid, een zelfstandig karak
ter en een onafhankelijke natuur. Een
man, die in zijn jonge jaren waarschijn
lijk veel op zichzelf aangewezen is ge
weest en die aldus geleerd heeft zich
zelf bezig te houden en dan de moed
gehad heeft zijn leven daarnaar in te
richten. Op de Tengger.
Nu is mijn oude vriend niet meer,
maar de herinnering aan de luister van
die lang vervlogen jaren, aan Vader
Gisius en zijn Smeroehoeve in de een
zaamheid van het Tenggergebergte, zal
steeds blijven.
mr H. Spies,
Land mijner vaderen, gij
prachtig rijk van Insulinde,
land van palmen en gamelan
klanken.
Land mijner trots, ik droom
iedere nacht van jou, gij
bent niet uit mijn gedachten te
verdrijven.
Land mijner vaderen, gij
bent de vrijheid zelve,
land der mangga en pisang
bomen.
Land mijner roem, ik verlang
iedere dag naar jou, gij
land der gordel van
smaragd.
Land mijner vaderen, gij
bezit een schoonheid niet te
evenaren zo schoon, zoals gij die
bezit.
Merkwaardige ballade van Louis
Sibbald, die erbij schreef:
Ik voel mij sterk aangetrokken tot
dat verre vaderland, "Land mijner
Vaderen", ik ben er nooit geweest,
heb Indische ouders, maar ben zelf
hier in Nederland geboren.
Er zullen misschien sceptische lezers
zijn, die zich afvragen hoe iemand een
schoonheid bezingen kan die hij nooit
gezien heeft, enz. enz., maar ach, ook
veel bruine kindertjes in het oude In-
dië die Holland nooit gezien hadden,
konden er concepties van hebben, die
poëtisch stemden.
De ballade bewijst alleen dat er nog
veel bruine (en ook blanke!) Nederlan
ders van de Gordel van Smaragd ver
vuld zijn, ook al acht de publieke opi
nie dit land "definitief voorbij". En zo
lang er dromen bestaan naar verre
horizonten, zullen trekkers geboren
worden die later op zoek gaan...
Wonderlijk zoals zo'n heel klein
bergje bij Malang, de Panderman, zó
veel pennen heeft losgemaakt, dat we
er érgens toch wel een streep onder
moeten zetten. Anders zouden buiten
staanders nog eens denken dat heel
Indonesië bestaat uit Batoe/Panderman
en de rest er alleen maar zo'n beetje
om heen...!
Met de laatste brieven hebben we
overigens nog even moeten loten om
de voorrang: de bijdrage van Ir. v.
Alphen de Veer of die van Ir. J. A.
Nijholt. Tenslotte heeft een zwaar ver
korte van Alphen de Veer gewonnen
en hieronder ziet U in a nutshell wat U
alsnog van de geneeskrachtige waar
den van de plant panderman (Artemi
sia Vulgaris L.) zou te weten komen
als U net als beide genoemde heren
in ettelijke studiewerken aan hetsnuf
felen zou gaan. Uitstekend werk!
En meteen denk ik nog eens even
aan wat ik al eerder in dit blad opmerk
te: van de academici zijn de ingenieurs
de beste, trouwste en ijverigste abon
nees! Hoe kom, ja?
En nu de feiten:
Kort geciteerd staat er (in K. Heyne's
"De nuttige planten van Indonesië")
0.a. het volgende over Artemisia:
1. culinair: Aangeplant als daoen manis
of tjamtjao; gestoomd gegeten met
sambel en azijn.
2. Medicinaal: (aangehaald worden
schrijvers als Vorderman, Horsfield,
de Clerq, Hasskarl, Ridley en Blee-
ker, om even de zeer uitgebreide
geraadpleegde literatuur te demon
streren).
Bekend als soedamala en brobos
kebo.
Werkt diuretisch; met succes ge
bruikt voor baden en pappen als
camille; tegen beri-beri; op aam
beien; thee voor kraamvrouwen;
hoofdzeer en uitslag;; wassing van
verouderde zweren.
3. Stimulans: volgens Boorsma ge
bruikt als (niet ongevaarlijk) opium
surrogaat. Volgens De Clerq ge
bruikt als aphrodisiacum.
In de pharmacopeeën bekend als
moengsi Arab, wormkruid of flores ci-
nae.
De bloemen van het korte kruid, dat
in reusachtige hoeveelheden voorkomt
in Turkestan (evenals in de steppen-
en savannengebieden van Noord Afri
ka v.A.V.), bevatten de kristalliseer-
bare bitterstof santonine. Het is een,
op de achtergrond geraakt, wormver
drijvend middel.
Artemisia herba alba.
Ir. E. J. van Alphen de Veer
Merano, iu juni iy/u
STERREN STRALEN OVERAL
KOKKIES RI1STTAFEL-ARTIKELEN STAAN
BOVENAL.
KOKKIES Rijstwinkel
Alle Ind. koekjes verkrijgbaar en voor
de Rijsttafel oesoes, paroe, babat,
enz.
Witte de Withstraat 128
Telefoon 38 94 38 - Amsterdam
P.S. WIJ verzenden rllsttafel-ertlkelen over
de gehele wereld.
MADOERA EN DE MADOEREZEN
Wij hebben op onze oproep copy te zenden voor een speciaal uit
te geven Madoera-nummer (zie T.T. no. 22 dd. 1 juni j.l.) reacties ont
vangen maar nog lang niet genoeg. Komaan Madoerezen, zet
'm op I
Ondertussen bedanken wij de dames H. M. van der Made-Klein te
Utrecht en A. B. Huyser-Crawford te Rotterdam voor hun aardige brie
ven met waardevolle tips, terwijl wij verlangend uitzien naar de beloofde
bijdrage van de heer J. W. Lublink Weddik te Amsterdam.
Van hetgeen de heer Jordans te 's-Gravenhage ons zond kunnen we
alleen maar zeggen: HAWELDEH G. H. Bartman
15