Pasar Gambir in Batavia
In m'n jeugd deden we wel eens het
volgende spelletje op een regenachtige
dag, wanneer we niet buiten konden ra
votten. Eén van de aanwezigen noemde
een plaatsnaam op en dan moesten de
anderen om beurten daarop reageren
met iets specifieks uit die plaats, zoals
produkten, gebouwen, straten, rivieren,
etc., mits ze maar algemeen bekend
waren. B.v. Bandoeng - Bragaweg, Dè-
pok - dodol, Buitenzorg - 's Lands
Plantentuin, Sidoardjo - kroepoek oe-
dang, enz. Merkwaardig was wel, dat
bij het noemen van Batavia, steevast
de Pasar Gambir werd genoemd. En
terecht! Want de Pasar Gambir was
een jaarlijks evenement waarop dui
zenden en duizenden mensen zich
reeds maanden tevoren verheugden.
Ze kwamen van heinde en ver, zelfs
uit Soerabaja (dat toch een dag reizen
van Batavia af lag) om er zaken te
doen, maar ook om zich te vermaken.
Gedurende de voorbereidingen, het
afzetten van het terrein op het 1 x 1 km
grote Koningsplein, begon de spanning
al te stijgen; men was benieuwd hoe
de bouwstijl dat jaar zou zijn, want elk
jaar werd die veranderd en dat was
ook een belangrijke attractie. Ik herin
ner me nog als de dag van gisteren,
dat ik ontzettend verontwaardigd was,
toen ik bij het langsrijden bemerkte,
dat de ontwerper (in dit geval de grote
Antonisse) de majestueuse regenbo
men, die een prachtige oprijlaan vorm
den voor de ingang van de Pasar Gam
bir, dusdanig had laten knotten, dat al
leen een paar afgrijselijke korte kale
takken overbleven aan de dikke stam
men. Vooral tegen een lichte avond
hemel leken ze op gigantische figuren,
die in wanhoop hun armen ten hemel
hieven. De Pasar Gambir vond altijd
plaats gedurende de laatste twee we
ken van augustus, zodat de verjaardag
van onze toenmalige Koningin Wilhel-
mina altijd groots werd gevierd, waar
bij het meest fantastische vuurwerk het
sluitstuk vormde. Om op die toegeta
kelde regenbomen terug te komen, in
augustus viel er nog nagenoeg geen
regen; die kwam pas in september,
maar wie schetst m'n verbazing, toen
tegen de tijd dat de P.G. voor het
publiek zou worden opengesteld
diezelfde lelijke bomen zó uitbundig in
het jonge loof stonden, dat het een
lust was om te zien; ze leken op reus
achtige knotwilgen in lentetooi en op
de achtergrond prijkte een gebouwen
complex, dat helemaal in Oud-Holland
se stijl was uitgevoerd. Treffender en
machtiger kon het niet! Wat een voor
uitziende blik had die Architect Anto
nisse! Ofschoon ik hem er wel van ver
dacht, dat hij de natuur te hulp was
gekomen door een stelletje kerels te
hebben belast met het dagelijks be
gieten van die regenbomen, anders
was het een fiasco geworden. Een ie
der, die er in het begin (na het toe-
eZfimsgi
AA A AA 4 4 4 4 a *444^,
De geïllumineerde ingang van de Pasar Gam
bir 1937 in Batavia.
takelen der bomen) over gemopperd
had, was er toen verrukt over.
De Pasar Gambir was (voor degenen
die het niet weten) een soort van jaar
markt, waaraan gekoppeld een ver-
maakcentrum met ontelbare eet-, drink
en dansgelegenheden. Kermis-attrac-
ties waren er in overvloed; zo ontbrak
nooit het reuze-rad, waarbij het zo
griezelig was, wanneer je eenmaal
ingestapt telkens met een ruk naar
boven werd gehesen, om dan weer stil
te staan, opdat het volgende paar
plaats kon nemen. Zweefde je in de
top, dan had je een prachtig uitzicht
over het feëeriek verlichte terrein (alle
contouren van het gebouwencomplex
waren geïllumineerd) en de naaste om
geving ervan. Vanuit de uitkijktoren op
het terrein, had je nog een mooier uit
zicht, praktisch over heel Batavia heen.
Het was leuk om te trachten uit te vin
den in welke richting ongeveer je huis
moest staan. Het beklimmen van die
uitkijktoren was niet zo erg, maar de
afdaling langs het smalle, stijle meta
len laddertje, met onder je de als mie
ren door elkaar wriemelende menigte,
was voor mij een bezoeking (ruimte-/
of hoogtevrees, ofschoon ik in een
vliegtuig niet bang was), zodat ik met
gesloten ogen tree voor tree op ge
voel ben afgedaald.
Ook het spookhuis ontbrak er niet,
met al de griezeligheden zoals vloeren
die onder je wegzakten, waarbij je dan
vreselijk moest lachen wanneer er een
latta persoon voor je liep, die keihard
"eh tjoppot" riep en daarna begon te
gillen, omdat er een kletsnatte lap
tegen haar gezicht fladderde, die je
dus wetende dat die zou komen
rustig met je arm kon pareren. De hoe
ken die je passeerde, waren bezet door
fosforicerende geraamtes met klappe
rende kaken of andere schrikaanjagen
de figuren. Ook de lachspiegels trok
ken geregeld veel bezoekers. Dan had
je er diverse inheemse toneelgroepen,
waarbij de Indonesische versie van
"Hamlet" wel de hoofdschotel vormde.
Je had er niet te klagen, want binnen
recordtijd lag het toneel bezaaid met
pseudo lijken. En dan die uitvoering
van de "Uitbarsting van de Krakatau",
waarbij het geluid van de uitbarstende
vulkaan vrij goed werd nagebootst door
het rammen op-en schudden van zin
ken platen, terwijl enige drums er ook
danig van langs kregen. Al met al een
machtig spektakelstuk, waarbij je of
schoon het eigenlijk zo diep tragisch
was af en toe kon schudden van het
lachen om de komische situaties.
Voorts had je nog de tent, waar je een
"echte" zeemeermin kon bekijken. Je
moest daarvoor een vrij hoge trap op
klimmen om in een z.g. basin te kijken,
waar onderin, tussen rotsjes van een
namaak zeetuin, een zwaar opge
maakte inheemse vrouw, compleet met
B.H. en namaak staart, al lonkende
haar lange haren lag te kammen (met
een menselijke kam, mind you!). Wat
was de baas van het spul woedend,
toen een jolige matroos met opzet een
munt in het water gooide en het daar
na doodgemoedereerd weer opviste
tot grote hilariteit van al de toeschou
wers uit de slechts 30 cm diepe
glazen bak, die zeer vernuftig boven
de droogliggende juffrouw was aange
bracht. Interessant en spannend was
het schouwspel in de Cyclotron, een
naar schatting ±10 mtr hoge metalen
cylinder van ca 5 mtr middellijn, waar
in een motorrijder, alleen of met zijn
assistente, de meest gevaarlijke stunts
uithaalde. Ook de draaimolens met hun
pierement-deuntjes trokken veel klan
ten, evenals de bots-autootjes, de
hoogopzwaaiende vliegtuigjes en de
glijbaan.
Speciaal voor het inheemse publiek
waren er de Wajang Wong- en Wajang
Koelit voorstellingen, terwijl er ook er
gens Arabische dansen werden ver
toond. Gedachtig aan de vurige Arabi
sche paarden, verwachtte ik daar
een opzwepende dans, zoals de Ko
zakken of Hongaren dat plegen te
doen, maar het slome voor- en achter
uitstappen van de gesluierde meisjes
op die eentonige muziek kon me niet
bekoren.
Eet- of drinkgelegenheden waren er
in overvloed en voor ieders beurs,
want van het meest exquise dineetje
tot een doodgewoon kommetje bami
soep of een kruidige kerakketan kon
je er genieten. Alles smaakte prima,
wat niet te verwonderen was, aange
zien de beste koks er heen gingen.
6