Het Panterjong Dit eerste bezoek aan de dokter (die mij uiteindelijk slechts een vitamine in jectie toediende) had mij volkomen af gemat en de spanning of ik nog wat van de meegekregen dingen zou krij gen, was niet om uit te houden. Mijn celgenoten hingen aan mijn lippen, om vooral niets te missen van alles wat ik te vertellen had. Wie beschrijft onze intense vreugde toen 's nachts heel voorzichtig de celdeur geopend werd en er een pak met al mijn gekregen kostbaarheden binnen geschoven werd. Nimmer hadden wij zo'n feest beleefd. Mijn volgend bezoek aan de dokter, vond een maand later plaats ongeveer. In het ziekenhuis aangekomen, was het zusje van mijn celgenote aanwezig in de wachtkamer en beduidde mij naar het toilet te gaan. Even later ging zij weg. Toen ik mijn bewaking verzocht, naar het toilet te mogen gaan, gingen de heren met mij mee. Ze wierpen de deur open van het toilet, keken naar binnen en toen er niemand te zien was, lieten zij mij alleen naar binnen gaan en bleven voor de gesloten deur buiten op mij wachten. Groot was mijn verba zing toen achter de toiletdeur in het toilet (de toiletten in Indië zijn groot), het bekende zusje stond met haar vin ger tegen haar lippen. Ze haalde een tampon uit haar zak en vertelde mij, dat daar geld in zat, enkele tabletten medicijnen en...nieuwsberichten! De tampon kon ik in mijn lichaam verber gen...Ik fluisterde haar toe, dat ik een Arrowoverhemd moest hebben en nog wat los geld voor de bewaakster. Ze beloofde mij te doen wat ze kon. Weer liet de dokter mij uren in de wachtkamer en wéér kreeg ik van aller lei vreemde mensen kostbare zaken, zoals levensmiddelen en datgene wat ik direct kon nuttigen en alles dat ze dachten, dat ik kon gebruiken. Ik kreeg die dag zoveel, dat ik dit allemaal on mogelijk dragen kon. Ik had gelukkig dezelfde bewakers en alhoewel zij be denkelijk keken, kregen zij het voor elkaar alles mee te nemen door zelf pakjes te dragen. Intussen had mijn weldoenster ook voor Arrow-overhemd (die zeker heel veel geld gekost had) gezorgd en mij nog wat geld toege stopt. Mijn bewakers waren ook be hoorlijk gehonoreerd voor hetgeen ze mij toestonden. Onnodig te vertellen, dat de mensen die buiten zaten, enor me offers moesten laten om dit alle maal bij elkaar te krijgen, want in die tijd was armoede troef bij deze men sen. Maar zij kregen het voor elkaar en nimmer zal ik vergeten. Ik hoop dat zij dit nog eens zullen lezen en vooral "het zusje" en dat ik na al die jaren nog zo dankbaar ben. Helaas heb ik haar nooit meer ontmoet. Met het Arrowhemd bovenop mijn mand plus alle heerlijkheden er in en met een dansend hart van vreugde, liep ik die middag weer naar de ge vangenis terug, doodmoe van alle emo ties en weer met een briefje van de dokter voor een volgend bezoek. In de gevangenis teruggekeerd, kreeg ik weer hetzelfde ritueel, maar nu was het anders. De Ind. Directeur had bezoek van de Japse Directeur en toen ik binnen moest komen, kreeg ik eerst een geweldige klap in mijn ge zicht, een paar schoppen en kon ik gaan!... Mijn kostbaarheden werden de deur uit geslingerd en met een dode lijk verschrikt gemoed en geheel ont daan, kwam ik bij mijn bewaakster. Zij hoorde mij uit over alles, maar zonder een spier van haar gezicht te vertrek ken, vroeg ze mij haar geld! Dat kon ik haar gelukkig geven, want dat had ik verstopt op mijn boezem. Zij was blijk baar tevreden en kon ik zonder meer mijn cel in. Mijn tampon was veilig en nadat ik in de cel voorzichtig de tam pon tevoorschijn haalde en mijn cel genoten van alles verteld had, was het geleden leed spoedig vergeten. Wij hadden tenminste wat geld voor de duikboten, plus wat medicijnen en het grootste cadeau waren de nieuwsbe richten die voor ons zo bijzonder be langrijk waren. Het papiertje met de nieuwsberichten werd helemaal ver snipperd en fijn gewreven in de beer put gegooid. Wie schetst echter onze verbazing toen diep in de nacht de mand met heerlijkheden binnengebracht werd en de directeur mij persoonlijk toefluister de, dat hij niet anders kon handelen vanwege het bezoek van de Japse di recteur. Dat zijn overhemd goed paste en hij de volgende keer wat cibacol- tabletten wilde hebben... Mijn volgend bezoek aan de dokter volgde enkele maanden later, helaas. Ik heb toen niets mee kunnen nemen, want mijn bewaker was een Jap waar ik niet mee praten kon en ook zeer streng was. Wel kreeg ik nog een "tam pon" in het toilet van mijn weldoenster. Spoedig daarna werd ik "berecht" in augustus 1945. Ik werd veroordeeld en kreeg vier jaren gevangenisstraf, met aftrek van het voorarrest, een voor waardelijke vrijlating met een proeftijd van drie jaren. Ik kreeg bevel mij elke dag bij de Justitie te melden. Enkele weken later capituleerde Japan en werd ik als veroordeelde van de Jappen, overgeheveld naar "Rood-Wit". Ik vluchtte naar Djakarta en werd daar door de Australische Rapwi verder ge holpen naar Singapore. Vandaar uit ging mijn reis verder naar Australië. Gerrie Wim was behept met een panter- baby. Gevangen in het bos tijdens een jacht. Hoe gaat dat. Drijven. Loh! Toetoel! Torr! Verrek, dat beest moet een jong hebben, kijk maarAjo, golek! En er werd gegolekt en in 'n holle boom vond men 'n wollige woedende welp. Zo. Een dot van een diertje, maar in het begin nogal kribbig, krabbig, bla- zerig en bijterig. Kreeg 'n mooi maf- mandje en werd gevoed met soesoe tjap Nona jang paling baik. Fles met dot. Weet U wel: dot! (komt deze "dot" nou van "sedot"?) Ging prachtig. Wims buurman had een kapitale her dershond. Grappig om die twee met elkaar te zien ravotten, ik bedoel niet Wim met z'n buurman maar de herder met de baby-panter. Zo leuk ja. Jelah- jerot. Je kon er echt wat je noemt met vertedering naar staan kijken als die twee weer eens bezig waren. Één mep met die lompe hondepoten en baby- panter vloog krijsend door de kamer. Of de herder pakte z'n speelmakkertje in het nekvel en schudde 'm speels door elkaar. Nooit echt. Leuk. Maar de soesoe tjap Nona jang pa ling baik maakte baby al groter en groter. Nu was ie waarachtig al twee maal een flinke kater en het groeipro ces ging door. "Meneer, hou Bruno nou thuis, die panter van me is al halfwas, vandaag of morgen gebeuren er ongelukken". "Kom, kom! Één knauw van m'n her der en Uw panter is wijlen". Op een dag waren ze weer aan het stoeien. En toen gebeurde het en dit keer was het niet meer zo leuk. De panter krijgt 'n mep en valt op z'n rug. De herder loopt op z'n speel makker toe en gaat met z'n voorpoten over 'm heen staan. Grommend... Een flitsend snelle haal, één vloeien de beweging van voren naar achteren van de toetoel linker achterpoot, ge wapend met messcherpe gruwelijke na gels... Bruno was vrijwel op slag dood! G. H. Bartman WEGGEEF-ADRESSEN Jajasan Pa van der Steur Matraman 77, Djakarta, Indonesia Jajasan G.I.K.I. Foundation djl. Pemuda 64, Surabaja, Indonesia Emmaüs-Communité Eikstraat 14, Haarzuilens, tel. 03407 -15 40. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 13