VOETSTAPPEN IN 'N ANDERE WERELD ic Een Levensherinnering „GOEIE" JAPPEN Het was in de twintiger jaren, dat we in Probolinggo in Oost-Java woonden. Het was een zeer gezellige plaats. Er waren in de omtrek verscheidene suikerfabrieken. De suiker beleefde een hausse-tijd en de administrateurs en employé's be zochten trouw de sociëteit, waar steeds veel gezelligheid heerste. Het enige nadeel was, dat het er zeer warm was; vooral, als de regens moesten door komen, was deze bijna ondragelijk. Meestal - brachten we dan ook de vakanties van mijn man in een koel kli maat door. Zo huurden we dan ook op een keer een huis in Lawang, een niet zo grote plaats, dichtbij Malang gele gen. We namen onze oude trouwe baboe en onze djongos mee. Op 'n dag, 't was zo tegen schemer- tijd, zat baboe op de grond met de jongetjes te spelen, toen er een zwerm vuurvliegjes naar binnen kwam. Ik had dit nog nooit gezien. Op 't zelfde ogen blik begon baboe te jammeren. Ze wiegde haar bovenlijf heen en weer, luidkeels roepend: "Adoe tjilaka besar, tjilaka besar, tjilaka besar,, Kandjeng njonja dapat kabar dari negri belanda, maoe ada orang mati, maoe ada orang mati". 't Was angstig om aan te horen. Mijn man, die zag, hoe mij dit aangreep, trachtte mij gerust te stelien. Enige dagen later gingen wij huis waarts. In de voorgalerij stonden bloe men en een gebak als een feestelijk welkom van de buren. Ik had voor een ORIGINEEL INDISCH POSTPAPIER 10 vel fijn postpapier, geillustreerd met 10 verschillende foto's uit Indonesië. Bijbehorende enveloppen, 2,50 plus 40 ct porto. Kleuren: lichtgrijs-Iicht- blauw-lichtrose-lichtgeel. Bij bestelling van 4 mapjes, geen porto. vriendje een geschenkje meegebracht, maar spijtig zei hij, "dat hij zo iets al had". Ik besloot even naar de Chinese kamp te gaan, om iets anders voor hem te kopen. Kort daarna was ik weer terug en reed in een sado 't erf op. Terwijl ik nog bezig was met de koet sier af te rekenen, reed een telegram besteller 't erf op en overhandigde mij een telegram. Denkende, dat het een diensttele- gram was, riep ik mijn man uit de stu deerkamer. Hij opende het, maar daarin stond, of hij een vriend van ons in Semarang wilde opbellen. Op dat moment be greep ik, dat 't telegram een noodlots tijding bevatte, die men ons niet direct persoonlijk wilde berichten. Het duurde lang, eer mijn man ver binding kreeg met onze vriend en toen hoorde hij de droevige tijding, dat mijn Moeder, die mij zo dierbaar was, over leden was! Toen baboe zag, hoe bedroefd ik was en ik haar dit vertelde, zei ze zonder enige verbazing: "Baboe soeda taoe, baboe soedah bilang". Ze troost te mij met tranen in haar ogen. En nu vraag ik mij nog steeds af, hoe 't mogelijk was, dat baboe op 't mo ment, dat ze vuurvliegjes zag, 't visioen kreeg van de dood van mijn lieve Moe der. Was baboe toen helderziend? Wie kan 't mij verklaren? C. Cassuto-Winkel Soetjipto was in onze tijd mandoer of mantri bij 't Boswezen. Zijn rayon grensde aan ons terrein en oogluikend liet hij toe, dat de kinderen bij 't bo men-klimmen wel eens schade aan richtten aan zijn damar-bomen. Wat een kopje koffie al niet doet... De jappen maakten hem kepala, hoofd, over deze afdeling. Hij kreeg een auto. En blééf komen voor een kop koffie, als hij zijn bossen moest inspecteren. Meestal alleen. In de tijd dat de kinderen groeiden, in de hoogte, groeide hij mee; in de breedte. En in een tempo, een betere zaak waardig. Op een dag zagen de meisjes zijn auto onze lange oprijweg inslaan. Met Tjipto aan 't stuur en naast hem een Japanner. Geruisloos slopen ze weg, de tjoerah in, vóór 't huis. Blijkbaar ving Tjipto toch nog een glimp op, tussen 't struikgewas. Zijn machtige zuilen neerplantend op de rand van 't ravijn, riep hij naar omlaag: "A-ach, niet bang sijn toch... Dese is heus een goeie-e. Doe maar of je thuis ben... "Is Margo nog niet beter, mevrouw?" Ik had n.l. mijn oudste weggebracht naar Malang, voor een behandeling te gen dysenterie. Ze was al geruime tijd weg, maar aan de obat die ze hebben moest was niet meer te komen. En zo sukkelde ze voort. Want zelfs mama's vermaarde drankje van kaki-koeda, djamboe-bidjie en dadap-srp, had geen baat. "Nonna soeda lama sakit", bracht Tjipto zijn chef van 't e.e.a. op de hoog te. "Sakit peroet". Hij liet zijn vlakke hand over zijn omvangrijke buik gaan, van boven naar beneden. (Ze is al zó lang ziek, ze heeft 't in de buik). "Ah...sajang-ka, sajang...", leefde de japanner mee. (Wat jammer). En dan welwillend tegen mij: "Schrijf haar maar een lange brief in 't nederlands. Ik woon op Malang en is 't geen moei te, hem te bezorgen". Nou, dat was wel 't laatste, dat ik wilde. Hem in aanraking brengen met mijn meisje. Hij bleef echter aandringen. Of die brief de enige genezing zou zijn. Ik kwam er niet onder uit, zonder onbe leefd te zijn. Dus schreef ik een brief. Met 't adres er op, van een vriendin, waar ze bij in huis was. Een paar weken later kwam er een briefkaart. "Saja soedah baik, kom me maar halen". Ze was beter. De japanner bracht haar mijn brief. Met een buiging overhandigde hij te vens een pakje. Nog eens buigen en hij verdween. Mijn dochter maakte 't pakje open. Tien ampullen imitine. En zó ongerust was ik geweest, dat er vervelende dingen zouden gebeuren, door 't bezorgen van mijn brief. Als ik de man nog een keer tegen was gekomen, had ik hem niet eens herkend. Mijn ziel kroop weg in een donker hoekje. Om zich te schamen. PLANTERSVROUW HOTEL "DE RUITER" HOUTHEM bij Valkenburg (Z.L.), St. Gerlach 43, tel. 04406 - 29 86 Riant uitzicht op het Geuldal Doet denken aan de mooie rustige om geving van de Preanger Zeer geschikt voor diegenen die op me disch advies een rustkuur moeten onder gaan Met dieet-patienten wordt rekening ge houden. Alle kamers centraal verwarmd en voorzien van warm en koud stromend water. Volledig pension f 18,50; logie met ontbijt f 11,50 per dag per persoon inclusief be diening en B.T.W. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 21