m li J~ ymltWiê jPR |P .'l» Jttal'cn I1 J Öïfe iJ Pr "Tl j pplifflll r' T ff |ü- ikjkjfi i vertrek van dit achterhuis, de kobon- gan, staat een statiebed, met een berg opeengestapelde kussens. Daarvóór staan soms een waterkruik of gendih, een wierookpot met offeranden voor de voorouders. Er hangen enige antieke lampen en het komt voor, dat daar de beelden van een zittende man en vrouw in oud Javaans kostuum aangetroffen worden. Het is hier een zeer heilige plek! De "bedstede" is ook met het prachtigste snijwerk versierd. Bij een ouderwets Javaans huwelijk plachten bruid en bruidegom enige tijd op mooi versierde stoelen voor het statiebed plaats te nemen. Elke avond wordt er aan de voorouders wierook gebrand. In de aangrenzende vertrekken wordt allerlei huisraad bewaard. Hier is in derdaad het rijk der vrouw en het grensde ook aan de kapoetrèn of het vrouwenverblijf, dat voor iedere wes terling natuurlijk taboe was. De paringgitan wordt ook wel wa- jangan genoemd, omdat dit de uitver koren plaats was, om de wajang koelit (met platte, leren poppen) te vertonen. Deze voorstellingen zijn niet louter een ontspanning, zoals ook bij ons vaak de bioskoop, radio of televisie. De oor spronkelijke kern dezer vertoningen was een plechtigheid, die het welvaren der ganse gemeenschap poogde te ver sterken. Vrouwen mochten daar aan vankelijk niet bij zijn. Het was louter een mannenaangelegenheid. Doch op den duur werden de vrouwen tóch toe gelaten, zij het tersluiks. Men moet zich voorstellen, dat de heren in de pendapa, hun terrein, gezeten waren en het witte scherm in de paringgitan stond. Zij konden dan de poppen, de vertoner of dalang, en de schaduwen zien, die de wajanglamp of blentjong op het witte doek wierp en die door het walmen van de vlam zo eigenaardig konden trillen. De vrouwen die daar achter in de omah boeri, op haar ge bied zaten, konden dan de trillende schaduwen aan de achterzijde van het scherm (kelir) waarnemen. Zo zagen ze ten minste ook iets en natuurlijk konden ze naar de stem van de da- lang tijdens de urenlange vertoning luisteren. Tegenwoordig is die schei ding der geslachten niet meer zo streng. Er is heel wat veranderd, het eerst in gebieden buiten de Vorsten landen. Toch geloof ik niet, dat zo'n pangé- ranshuis druk en vaak bewoond werd. Daarvoor is het te groot en te onge zellig. Voor de meeste bewoners zal het m.o.m. een statussymbool geweest zijn, met name voor de Vorsten. Dezen woonden ook niet in het traditionele huis, doch naast deze statievertrekken in een afzonderlijke, meer geriefelijke woning. Hetzelfde nam ik ook waar in 1942. Het grote huis droeg geen sporen van bewoning, maar de familie was in enige goed onderhouden en heel pret tige bijgebouwen gehuisvest. Vooral de Vorsten besteedden veel moeite en geld, om hun deftige behui zing groots en prachtig te maken door kleurige beschildering en blinkend ver guldsel. Bangsal kentjana, gouden zaal heette daarom de pendopo van de Soe- nan. Vooral de pendopo in de Dalem van prins Mangkoe-Negara VII te Solo blonk uit. Het was een geweldig bouw werk, de grootste van zijn soort op Java, waar gemakkelijk recepties van duizenden gasten konden worden ge houden. In vroeger eeuwen zullen dgl. gebouwen van veel bescheidener af metingen zijn geweest. Nu en dan plachten de vorsten of re genten de Nederlandse autoriteiten, ambtenaren en landhuurders tot een diner uit te nodigen. Dat kon niet op de traditionele wijze, n.l. zittend op de grond van de pendopo, doch moest aan lange tafels op de Europese ma nier plaats vinden. Daartoe werden eerst tijdelijke, lange open schuren van bamboe en atap opgericht. Gaandeweg werden deze tijdelijke bouwsels door vaste zalen vervangen met veel wes ters glaswerk, druk versierde Europese lampen, meubilair in Franse stijl enz. Deze eetzaal kwam eveneens op de binnenplaats te staan, maar behoorde niet tot het oorspronkelijke plan. Het was indertijd heel moeilijk, ja bijna onmogelijk om foto's van het in wendige van de Kraton te verkrijgen. Wanneer een schare toeristen op vrij dagmorgen de Djokjase Kraton placht te bezoeken, legde de Europese gids hun uit, op welk gebied het verboden was om kiekjes te maken. Pas buiten dit terrein was het toegestaan de schil derachtige optrekkende kratonwacht te kieken. Een mijner kennissen, de Djok jase fotograaf Zindler, die zijn vak goed verstond, liet mij eens een paar prach tige foto's van kratonplechtigheden zien, ik meen van een prinsenhuwelijk, die hij in opdracht van de Soeltan had vervaardigd. Als ik die eens in de han del mocht brengen! verzuchtte hij. Doch helaas, dat mocht nu eenmaal niet. (Wordt vervolgd) T r; V .«"VA/- '-s .-S-wcfc -SU* 2 F PLATTEGROND VAN DE KRATON VAN JOGJAKARTA. Duidelijk ziet men het Hof plein of pagelaren. In het midden daarvan de Statie-pendopo of Bangsal kentjana. Rechts de paringgitan en de omah boeri, waaraan de vrouwenverblijven grenzen. Onder de Statie-pendopo de lange, smalle eetzaal voor Europese diners. 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Tong Tong | 1970 | | pagina 7